Er valt in Oekraïne nog een lange weg te gaan, de problemen reiken veel verder dan Julia Timoschenko, de toetreding tot de Europese Unie is voorlopig niet meer dan een illusie. En de zestien EK-wedstrijden die in Oekraïne worden gespeeld zullen daar niets aan veranderen.
Na vier dagen Polen is het tijd om voor even van decor te veranderen. Het gaat van Krakau naar Lviv, een stad 75 kilometer over de Poolse grens waar Duitsland en Portugal de eerste topper van dit EK afwerken. Het is een rit van 330 kilometer, langs golvende éénvakswegen en voorbij een irritant aantal verkeerslichten. Iedere passage in een stadje zorgt voor files. Toch presenteert Polen zich in een frisse gedaante: er is veel groen, bijna alle huizen kregen de afgelopen jaren een face-lift, niets valt er te zien van de onpersoonlijke blokdozen die de buitenwijken van de grootsteden teisteren.
En opvallend: in dit extreem katholieke land hebben alle kerken een zeer moderne look, hier en daar worden er zelfs nieuwe kerken gebouwd. En gemiddeld om de vijf kilometer duikt er een hotel op. Het aantal restaurants zijn al evenmin te tellen. Voor 1,80 euro, zo bleek tijdens een middagstop, eet je er een heerlijke salade met kip. Hoe komen deze mensen eigenlijk rond?
Polen probeert zich echt van zijn beste zijde te tonen tijdens dit EK. Zou het anders zijn in Oekraïne, een land doordrenkt door machtsmisbruik, zonder toekomstbeeld, met een corrupte politie en een kwart van de bevolking die onder de armoedegrens leeft, met mensen die, zoals de Duitse bondskanselier Angela Merkel riep, leven onder dictatuur en repressie. Oekraïne wordt door de westerse politici haast melaats verklaard sinds de voormalige premier Joelija Timosjenko in de gevangenis zit en de verhalen, dat ze daar zou mishandeld zijn, steeds groteskere vormen aannamen.
Vreemd dat de oppositieleider zich de laatste weken niet meer laat horen, alsof ze wegkwijnt in haar kerker in de gevangenis van Charkov, op anderhalve kilometer van het voetbalstadion. Terwijl, zo weten sympathisanten, Timosjenko op haar best is als ze aan de rand van de afgrond staat.
Een halfuur verliezen we bij de grenscontrole tussen Polen en Oekraïne, ook al is er een apart vak voor mensen die naar het EK gaan. Paspoorten, registratiepapier van de auto, even de koffer openen, een stempel hier en een stempel daar, een briefje krijgen en vervolgens 100 meter verder weer afgeven, de administratieve molen moet draaien. En dan wordt het licht op groen gezet.
En al meteen valt op: dit is een heel ander land dan Polen. Veel meer aftandse gebouwen, veel meer tristesse en dorpen waar de tijd bleef stilstaan. Soms waan je je in de Middeleeuwen. Eén enkele keer ontwaren we een wijk die doet denken aan de townships van Zuid-Afrika. Er valt in dit land nog een lange weg te gaan, de problemen reiken veel verder dan Julia Timoschenko, de toetreding tot de Europese Unie is voorlopig niet meer dan een illusie. En de zestien EK-wedstrijden die in Oekraïne worden gespeeld zullen daar niets aan veranderen.
Hoe feestelijk wordt dit toernooi trouwens in dit land? De 4-1-zege van Rusland tegen Tsjechië wordt in deze voormalige republiek van de Sovjet-Unie niet door iedereen op applaus onthaald. Zeker niet nadat het parlement eerder in de week vond dat het Russisch in dit land weer meer bevoegdheden moet krijgen.
Jacques Sys