Belgen starten tegenwoordig als favoriet in de Derby der Lage Landen, het was ooit anders – al blijven de onderlinge duels dezer dagen schaars. Voor Vincent Kompany, al twaalf jaar international, is het pas de tweede ontmoeting tegen Oranje.
De rol van Kompany is nog lang niet uitgespeeld
Het is – naast de niet-selectie van Radja Nainggolan – een van de opvallende namen in de selectie van Roberto Martínez. Die van Vincent Kompany. Niet dat hij er bij is – goeie centrale verdedigers zijn stilaan een pijnpunt, kijk maar naar wat Marc Wilmots tegen Wales overkwam. Wél dat Kompany inzetbaar is voor een vriendschappelijke interland. Om zijn lichaam te sparen, pleegde de aanvoerder van City de laatste jaren dat soort wedstrijden links te laten liggen. Zijn laatste aantreden in een oefenmatch dateert al van september 2014 en de match tegen Australië, vlak na het WK. Nadien niks meer, alleen nog wedstrijden met inzet (7). De laatste in oktober 2015, tegen Israël, toen hij een uur speelde. Nadien was er vooral blessureleed, even leek het zelfs alsof het allemaal voorbij is. Nu is hij terug.
Alle lof verdient Kompany – en geen cynisme – voor het steeds weer terugvechten na een nieuw spierletsel
Sportief heeft Kompany inmiddels een ander statuut: dat van een centrale verdediger met klasse, maar met een glazen lichaam, waarbij topsport de tol eiste. Alle lof verdient hij – en geen cynisme – voor het steeds weer terugvechten na een nieuw spierletsel. Alle lof verdient ook Guardiola voor het langzaam brengen van iemand die in het verleden bij City misschien iets te snel in de strijd is gegooid. Soms op eigen verzoek, vaak op dat van de trainer, die hem nodig had. Zoals de Rode Duivels hem vorige zomer nodig hadden op het EK. Hij was er niet, tenzij in de tribune, en het was merkbaar. Alle defensieve stabiliteit was weg.
Zeker, Kompany is vermoeiend, werkt soms verlammend, ook voor zijn maats. Maar, zoals je vorige week in de entourage van één van de belangrijkste Rode Duivels kon horen, België heeft Kompany gemist deze zomer. En wie City in Barcelona zag afgaan, ziet ook wel in dat Guardiola een fitte Kompany nog zal kunnen gebruiken, later in de competitie.
Toen Bart Verhaeghe deze zomer snel snel de discussies over de premieregeling voor het WK wilde herzien – en de Rode Duivels en passant een paar privileges rond het parkeren van hun wagens bij thuiswedstrijden werden afgepakt – leek het héél even alsof de spelersgroep afstand had genomen van zijn ware kapitein. Niet de Brugse voorzitter, die respecteerde de hiërarchie – niet in cijfers (Vertonghen en anderen hebben meer interlands), wel in politiek gewicht. Hij vroeg of Kompany niet moest worden overgevlogen. De andere Duivels leken daar eerst niet zo happig op, ze achtten zichzelf groot genoeg, maar bonden vervolgens in.
De sportieve status is dan misschien wel veranderd, de morele niet.
Inmiddels is hij terug bij hen, en de voorbije dagen deed de diplomatie zijn werk en herstelde de gewezen aanvoerder de rangen. Of hij vanavond tegen Nederland de band nu draagt of niet, niet Eden Hazard is de kapitein van de nationale ploeg. De sportieve status is dan misschien wel veranderd, de morele niet.
Vincent Kompany komt vanavond voor de 71ste keer in actie voor de Rode Duivels. Als centrale figuur in een verdediging met drie lijkt die rol geknipt voor een mooie nazomer in zijn carrière. Vreemd genoeg is het pas de tweede keer dat hij in actie komt tegen Oranje. Een eerste keer was helemaal in het begin, in mei 2004, toen de Rode Duivels wonnen met 0-1 (panalty via Bart Goor). Philippe Clement voetbalde toen nog naast hem, en op het middenveld stonden Thomas Buffel, Timmy Simons, Sven Vermant, Bart Goor en Roberto Bisconti. Mbo Mpenza was de enige spits.
Hoe anders is het nu. Hoeveel weelde, zeker aanvallend, zit er niet aan de Belgische kant. Uiteraard is zondag België-Estland qua punten belangrijker, maar geloof ons: de focus van Kompany vanavond zal scherp zijn. Er valt nog een en ander duidelijk te maken. Zijn rol is lang niet uitgespeeld.