De Bosnische international Danijel Milicevic wordt door AA Gent enkele maanden uitgeleend aan FC Metz, rode lantaarn in de Ligue 1. De Buffalo’s waren aan het einde van een cyclus gekomen, vertelt hij in Sport/Voetbalmagazine.
Je had er nood aan om uit je comfortzone te komen, zei je toen je Gent verliet. Had je de indruk dat je verhaal daar ten einde was, zoals dat van Hein Vanhaezebrouck?
Danijel Milicevic: ‘Toen ik dat zei, bedoelde ik dat ik een nieuwe uitdaging nodig had. Ik heb zulke mooie tijden meegemaakt bij AA Gent! De titel, de Champions League, een knap parcours in de Europa League. Ik kwam er met iedereen goed overeen en had een heel sterke band met de supporters. Maar ik wil met een schone lei herbeginnen. Ik wil mezelf in vraag stellen, een risico nemen. Ik heb zin om mezelf te testen in een andere omgeving. Metz is een nieuwe uitdaging. Ik wil mijn karakter testen in een land waar ik nooit gespeeld heb, zien of ik in de Ligue 1 ook mijn niveau kan halen. Je hebt gelijk als je zegt dat ik aan het einde van mijn verhaal zat bij Gent. Net zoals HeinVanhaezebrouck, ja. We zijn kampioen geworden, maar intussen is bijna iedereen vertrokken. Ze waren allemaal aan het einde van een cyclus gekomen.’
Heb je, voor je de beslissing nam om te vertrekken, niet gevraagd aan Yves Vanderhaeghe waarom je zo weinig aan spelen toekwam?
‘We hebben één of twee keer met elkaar gesproken na zijn komst. Hij heeft me uitgelegd dat hij op me rekende, dat ik kwaliteiten had. Maar goed, hij heeft het spelsysteem veranderd, hij is overgestapt van twee nummers 10 naar één. Vanaf dat moment ging het tussen Yuya Kubo en mij voor die ene plaats. Kubo heeft veel gespeeld en reeg de goeie matchen aaneen. Ik kon dus niks inbrengen tegen de keuze van de coach. Vooral omdat de resultaten er ook waren. Ik heb geprobeerd om me te tonen wanneer ik de kans kreeg in de competitie en ik denk dat ik in de beker mooie dingen heb laten zien. Maar dat was niet voldoende.’
Op de site van AA Gent spreekt men over het vertrek van een ‘legende’. Hallo?
‘Ik denk dat mijn statistieken voor zich spreken. Als er na de titel 120.000 mensen in het centrum van de stad stonden, dan was dat ook dankzij mij. In sleutelwedstrijden heb ik ook beslissende dingen gedaan. Tegen Lyon maakte ik het eerste doelpunt van AA Gent in de Champions League. Toen we daar wonnen, scoorde ik ook. En ik was de auteur van de beslissende goal tegen Zenit, die van de kwalificatie voor de 1/8 finales. Er was ook de fantastische campagne in de Europa League. Daarin scoorde ik drie keer en in de heenmatch tegen Tottenham gaf ik de assist voor de enige goal in die wedstrijd, die uiteindelijk beslissend was voor de kwalificatie.’
Of de aankoopoptie straks gelicht wordt of niet, waarschijnlijk moet je op het einde van het seizoen op je cv zetten: degradatie naar de Ligue 2. Dat is toch nooit goed?
‘Ik geef toe dat ik daar ook aan gedacht heb. Ik neem een risico. Maar uiteindelijk heb ik sinds het begin van mijn carrière al risico’s genomen. Je moest bijvoorbeeld lef hebben om in januari bij Eupen in tweede klasse te tekenen, terwijl ze er in het klassement slecht voor stonden. Metz staat er nu ook niet goed voor, da’s duidelijk. Maar ik ben goed geplaatst om te zeggen dat alles heel snel kan gaan. Zes of zeven matchen winnen en het behoud is geen utopie meer.’
Je vooruitgang is lineair geweest sinds je komst naar België: Eupen, Charleroi, AA Gent. Nu ga je vechten voor het behoud. Troost je je dan met de gedachte dat de Ligue 1 toch wat opwindender is dan de Belgische competitie?
‘Een beetje wel, ja. Als je voor Gent speelt, ben je opgewonden als je een match tegen Club Brugge of Anderlecht voorbereidt. In Frankrijk zijn wedstrijden met zoveel adrenaline schering en inslag. Ik moet alle topclubs in de Ligue 1 niet opsommen. Alles gaat er sneller en je moet fysiek steviger in je schoenen staan dan in België, dat weet ik. Maar vaak is het spannend, er zijn veel gelijke spelen en 1-0-scores… Dat wil zeggen dat het niveauverschil tussen de meeste ploegen niet zo groot is. Dat stelt me gerust.’