Zondag staat de klassieker tussen Standard en Anderlecht op het programma. Analist Jan Mulder blikt in Sport/Voetbalmagazine al even vooruit…en achteruit.
Zelf zal hij zondag niet in het stadion zitten. Jan Mulder: “Ik denk er niet aan. Als liefhebber van mooi voetbal heb ik na de laatste testmatch voor de titel in Luik gezworen dat ik nooit meer naar een wedstrijd tussen Standard en Anderlecht ga.”
“Dat was het absolute dieptepunt. Dat het zo uit de hand kon lopen, daar was ik redelijk van ontdaan: zoveel haat van beide kanten. Die beestensfeer in dat stadion was verbijsterend. Bij de eerste overtreding, van Wasilewski nota bene, dacht ik: man, wat bezielt je?”
“En dan die gruwelijke overtreding op Boussoufa, die werd bijna doodgeslagen. Men gaat alle perken te buiten en men vindt dat normaal. De spelers moeten zich een beetje gaan inhouden.”
“Onlangs vond ik tijdens Anderlecht-Beerschot Stijnen zich behoorlijk gedragen. Dat was vroeger ook zo’n opgewonden speler, maar nu straalde die een soort rust uit. Die had zo te zien zijn leven gebeterd. Weldadig om te zien.”
Bij zijn geliefde Anderlecht ziet hij tegenwoordig wel weer wat talent lopen. “Canesin zag ik leuke dingen doen, en Suárez is een goeie voetballer”, vindt Mulder. “Hij wil naar het doel, op het egoïstische af. Als dat binnen de perken blijft, is dat goed voor een spits. Hij kan nog beter worden.”
“Maar ook Biglia vind ik een mooie voetballer, hoor. Een echte Anderlechtspeler, van wie je al geniet als hij gewoon een bal wegtrapt tijdens de warming-up. Dat had ik ook bij Pierre Hanon of bij de wreeftrap van Wilfried Puis. Bij Biglia druipt het voetbaltalent eraf, qua motoriek, ook al is het dan net niet genoeg voor de absolute top. Ik vind hem nog steeds een tempo te traag. Fijne voetballer, maar tegen Xavi en Iniesta komt hij handelingssnelheid tekort.”
“Ik zou Biglia vandaag niet willen missen bij paars-wit, maar hij zal Anderlecht niet optillen naar een hoger niveau, zoals Rensenbrink dat wel deed. Boussoufa kon dat ook een beetje. Aan Lukaku twijfel ik nog. Ik vond hem technische mankementen hebben, maar misschien wordt hij wel top. Vargas vond ik bij Club een goeie voetballer, maar een beetje wispelturig.”
Al mag van de Nederlandse Anderlechtcoryfee ook Standard best winnen, zo verklaart hij in Sport/Voetbalmagazine: “Als ze beter zijn, mag dat. Ik heb juist helemaal niets tegen Standard. Ik had Standard nodig, en in mindere mate Club. Je bent toch maar Anderlecht dankzij Standard? Je moet een aartsvijand hebben! Dat is toch de essentie van het voetbalspel.” (GF)