De voorbije weken ontpopte Clinton Mata zich tot een betrouwbare pion in de driemansverdediging van Club Brugge. Hij begon zijn carrière nochtans als aanvaller. Een reconstructie van zijn metamorfose.
Zoals veel voetballers die prof zijn geworden op een andere positie, is het als aanvaller dat Clinton Mata zijn eerste schoenen met noppen aanbond, bij de jeugd van FC Battice. Naarmate hij hogerop ging spelen, schoof de Angolese international steeds wat achteruit. Zo kon hij makkelijker de stap zetten naar de eerste klasse.
Bij Eupen, in tweede klasse, speelde Mata ergens tussen de vleugel en de positie van rechtsback. Gewend aan erg aanvallend voetbal miste hij verdedigend instinct en het was daarom dat Felice Mazzu hem aanvankelijk als flankaanvaller uitspeelde op Mambourg. Nadien maakte de coach definitief een vleugelverdediger van hem. Dat gebeurde op vraag van de speler zelf, die zich ervan bewust was dat hij vooruit kon geraken door verder achteruit op het veld te spelen.
Bij Genk speelde hij ook op die positie. Nadien dacht hij een stap voorwaarts te kunnen zetten door de flank te doen in de Brugse 3-5-2, waar de taken vaker die van een middenvelder dan van een verdediger zijn. Uiteindelijk duwden zijn natuurlijke kwaliteiten hem toch in de meest defensieve rol van zijn carrière, in de driemansverdediging van Club Brugge. Een stap achteruit die hem onmiskenbaar hogerop brengt in de hiërarchie van ’s lands beste verdedigers.
‘Matamorfose’
Lees de volledige reportage over Clinton Mata in onze +zone of in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 24 april.