In de halve finale van de beker staan in Lokeren-Oostende twee Afrikaanse keepers tegenover elkaar: de Gabonees Ovono tegenover de Ivoriaan Copa. Eerstgenoemde doet deze week in Sport/Voetbalmagazine uitgebreid zijn verhaal.
Didier Ovono (KV Oostende) en Barry Boubacar Copa (Lokeren) kennen elkaar. Met hun nationale ploeg speelden ze al vaak tegen elkaar en net voor de winterstop troffen ze elkaar ook al eens in de Belgische competitie.
“We steunen elkaar, want we weten hoe moeilijk het voor ons is in Europa”, zegt Ovono. “Er bestaan nog altijd veel vooroordelen tegenover Afrikaanse keepers. Waarom zijn er geen in Engeland en Duitsland? Waarom zijn er geen bij topclubs? Waarom krijgen ze niet dezelfde kansen?”
Risico ’s nemen
Hij geeft zelf het antwoord. “Dat komt omdat keepers die niet in Europa gevormd zijn, beschouwd worden als keepers met een achterstand”, aldus de 114-voudige Gabonese international. “Maar er wordt één ding vergeten: keepers die niet gevormd zijn in Europa behielden wel hun natuurlijke levendigheid en feeling. Hier worden keepers gevormd met het idee dat ze geen fout mogen maken. Risico’ s worden gemeden; hoe het moet gebeuren, ligt vooraf al vast. Maar mochten Messi en Ronaldo zo redeneren, dan hadden ze nooit een goal van op veertig meter gemaakt of na een dribbel vanaf de middenlijn. Spelers van topniveau combineren efficiëntie met spektakel.”
Meevoetballen
“Keepers beginnen in Afrika ook allemaal als aanvaller”, vervolgt Didier Ovono zijn betoog. “We worden eerst gevormd als veldspeler. Copa en ik zijn tweevoetig, we trappen zowel met links als met rechts uit. Zo is ook de evolutie van het voetbal: tegenwoordig komen keepers meer aan de bal met hun voeten dan met hun handen. Sinds ze een terugspeelbal niet meer in de handen mogen nemen, worden er hogere eisen gesteld aan de voeten. Keepers worden ingeschakeld in de balcirculatie, moeten de opbouw mee verzorgen en de tegenaanval lanceren. Ze zijn de elfde veldspeler geworden. Wij moeten dat niet meer leren.”
“Keepen vind ik het mooiste wat er is,” besluit Ovono, die morgen 31 jaar wordt, “juist omdat je als enige van de ploeg zowel de voeten als de handen mag gebruiken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier