
Donkere wolken boven de Eredivisie
In de Nederlandse eerste klasse zijn de zorgen groot: de inkomsten om topsalarissen te betalen, ontbreken en van solidariteit tussen de clubs is voorlopig weinig te bespeuren.
Het is inmiddels diep in april. Normaal gesproken hadden we nu de bekerwinnaar al gekend en hadden we ons opgemaakt voor de laatste speelrondes in de Eredivisie. Nu het voetbal al geruime tijd op slot zit en het scenario dat een nieuw seizoen zonder publiek zal moeten beginnen steeds realistischer wordt, nemen de zorgen achter de schermen behoorlijk toe.
De salarissen voor maart zijn door alle clubs voor de deadline van 10 april betaald, maar sommige clubs worstelen nu al met de vraag hoelang ze dat kunnen gaan volhouden. In de Eredivisie zijn de problemen groter dan in de Eerste Divisie, de Nederlandse tweede klasse.
Veruit de grootste kostenpost van voetbalclubs zijn de spelerssalarissen. Op lager niveau worden die grotendeels gedekt door de steunmaatregelen van de overheid. Wanneer bedrijven een omzetverlies van minstens twintig procent aantonen, kunnen ze een beroep doen op steun. Hoe groter het omzetverlies, hoe hoger de bijdrage. De overheid betaalt maximaal 9538 euro per werknemer.
De profclubs hebben massaal een beroep gedaan op deze regeling. In de Keuken Kampioen Divisie verdienen vrijwel alle spelers minder dan het maximum dat de overheid vergoedt. In de Eredivisie is dat een ander verhaal. Daar ligt het gemiddelde salaris op ruim 24.000 euro per maand. Er gaat dus nog steeds veel meer geld uit dan de clubs kunnen terugvragen van de overheid.
Dat geldt niet alleen voor de topclubs met miljoenensalarissen. FC Emmen heeft bijvoorbeeld twee spelers van buiten de Europese Unie die dik 400.000 euro per jaar moeten verdienen. De inkomsten om zulke topsalarissen te financieren ontbreken nu.
In tegenstelling tot competities met hoge tv-contracten zijn Nederlandse clubs grotendeels afhankelijk van kaartverkoop, sponsoring en horeca-omzet.
Creatieve ideeën
Er staan bovendien grote vraagtekens bij volgend seizoen nu de verdienmodellen voorlopig instorten. De Eredivisie is na de toplanden de best bezochte competitie van Europa. In tegenstelling tot competities met hoge tv-contracten zijn Nederlandse clubs grotendeels afhankelijk van kaartverkoop, sponsoring en horeca-omzet. Zo noteerde FC Twente vorig seizoen zes miljoen euro omzet uit catering. Maar volgepakte stadions zullen voorlopig niet aan de orde zijn.
In het buitenland zijn al een paar creatieve ideeën ontstaan om bij wedstrijden in lege stadions toch inkomsten en sfeer te kunnen genereren. Het Deense FC Midtjylland wil de parkeerplaats voor het stadion gaan gebruiken als een drive-in-cinema waar wedstrijden vanuit de auto op grote schermen bekeken kunnen worden. Borussia Mönchengladbach verkocht al meer dan 5000 kartonnen poppen. Fans kunnen voor negentien euro een alter ego van zichzelf bestellen. Hun kartonnen bovenlichamen en gezichten worden op de tribune tegen de stoeltjes geplakt.
Verder zal bezuinigen overal het devies worden. In onder meer de Bundesliga leverden spelersgroepen salaris in, terwijl spelers en coaches in de Serie A allemaal vier maandsalarissen moeten afstaan als de competitie niet kan worden afgemaakt. In Nederland zijn er ook clubs die pleiten voor een collectief loonoffer. De spelersvakbonden zijn minder enthousiast over zo’n algehele maatregel, aangezien er ook clubs zijn die dit seizoen winst maken (Ajax bijvoorbeeld) en andere clubs geld uittrekken om nieuwe spelers vast te leggen (FC Groningen haalde Wessel Dammers van Fortuna Sittard).
Tevens zijn clubs in de Eredivisie – in tegenstelling tot bijvoorbeeld die in de Bundesliga en de Premier League – nog altijd geen solidariteitsfonds gestart om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk clubs kunnen overleven. De concrete voorzet van AZ leidde vooralsnog niet tot een plan.
Tom Knipping
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier