De Champions League, dinsdag en woensdag toe aan de zesde speeldag in de groepsfase, toont aan dat het huidige topvoetbal gegijzeld wordt door het Grote Geld. Hetzelfde geldt voor de individuele competities, op de Bundesliga na, zegt Frank Van Laeken. ‘Het Duitse voetbal geeft het goede voorbeeld, het Duitse model verdient navolging.’
30 juni 2002. In de Japanse stad Yokohama heeft de Mannschaft net de finale van het WK voetbal met 2-0 verloren van Brazilië. Kansloos. Twee doelpunten van Ronaldo, onder meer na een gigantische flater van de Duitse doelman Oliver Kahn, die er nochtans zo ongeveer op z’n eentje voor had gezorgd dat Duitsland zo ver geraakt was.
We hielden collectief niet van Deutschland en het succesvolle maar o zo saaie en bijzonder hautaine voetbal dat we al meer dan een kwarteeuw van hen gewend waren. Arrogante mannetjesputters, dat waren het. Iederéén haatte de Duitsers en dat had nauwelijks nog iets te maken met de erfenis van de wereldoorlogen. Dit keer kwam het omdat ze negatief voetbalden, puur op resultaat gebaseerd, weg romantiek, leve het nieuwe realisme.
De Duitse voetbalbond had kunnen zeggen: goed gedaan, Jungs, toch maar mooi weer een finale gehaald. De Duitse overheid had kunnen zeggen: voetbal, dat is niet onze bevoegdheid. Maar met het wereldkampioenschap in eigen land in het verschiet, in 2006, en de vervelende reputatie van spelers, clubs en Mannschaft indachtig, werd het roer drastisch omgegooid. Als bondscoach werd Jürgen Klinsmann aangesteld, met als assistent Joachim Löw. Opdracht: voetbal positief, verover de harten.
Dat deden de Duitsers op het WK 2006, ook al sneuvelden ze in de halve finales. Aanvallen bleven ze ook doen onder de opvolger van Klinsmann, Löw, inmiddels al elf jaar bondscoach, goed voor een wereldbeker, een Confederations Cup en een finaleplaats op een EK. Sinds 2002 speelde Duitsland zeven toernooien en haalde het zes keer minstens de halve finales. Dat is uitermate sterk.
Bundesliga boven!
Deutschland über alles. In het voetbal mag dat zonder schroom gezegd worden
Toen bond en Bondstag beslisten dat het anders moest, stond Borussia Dortmund aan de rand van het faillissement. Opmerkelijk, want de club uit het Ruhrgebied speelde zijn thuiswedstrijden voor gemiddeld meer dan 65.000 toeschouwers. Er werden stringente maatregelen uitgevaardigd, om te vermijden dat clubs boven hun stand zouden leven en riskeerden overkop te gaan. En er werden volop nieuwe stadions gebouwd of bestaande voetbaltempels verbouwd, zodat het comfort van de toeschouwers nog vergrootte. Dat was al groot na investeringen in de jaren 90.
Op het dieptepunt kwamen er gemiddeld 18.397 toeschouwers kijken naar een wedstrijd in de Bundesliga. Dat was in het seizoen 1985/1986. In 2002 was dat aantal al quasi verdubbeld, naar 32.651. En vorig seizoen steeg het aantal fans naar 41.516 pér wedstrijd. Borussia Dortmund, vijftien jaar voordien nog bijna failliet, noteerde een gemiddelde van 79.653 voor elke match in het Signal Iduna Park, een lichte daling ten opzichte van het jaar voordien. Maar wel: het hoogste gemiddelde in het Europese voetbal, vóór FC Barcelona (78.034), Manchester United (75.290), Bayern München (75.000) en Real Madrid (69.426).
Het gemiddelde aantal toeschouwers in de Bundesliga ligt een pak boven dat van de Premier League (35.809), La Liga (27.590), de Serie A (22.047) en de Ligue 1 (20.963). Ter vergelijking: de Nederlandse Eredivisie zat vorig seizoen op 19.086 en de Belgische Jupiler Pro League op 10.748.
Comfort, veiligheidsgevoel, spektakel, respect voor de fans: dat zijn de ingrediënten om stadions te doen vollopen. Dat hebben ze niet overal zo begrepen. In Duitsland hebben ze het WK van 2006 aangegrepen om de infrastructuur aan te passen aan de moderne tijden, waarin toeschouwers hogere eisen stellen dan in het verleden.
In het woord ‘visionair’ lezen Belgische voetbalbonzen in eerste instantie ‘vies’, anderen herkennen ‘visie’
België heeft dat ter gelegenheid van Euro 2000 verzuimd, in tegenstelling tot onze noorderburen, die wel volop investeerden in de toekomst en daarvoor achteraf beloond werden. In het WK Achterophinken zijn we al jaren uitstekend bezig. En dat ene nieuwe stadion, de Ghelamco Arena in Gent, kwam er pas veel later en had niets met een internationaal toernooi te maken. In het woord ‘visionair’ lezen onze voetbalbonzen in eerste instantie ‘vies’, anderen herkennen onmiddellijk ‘visie’.
Duits model
Het Duitse model staat voor positief, aanvallend voetbal, een rigide (versta: gezonde) financiële aanpak en aandacht voor supportersnoden. De clubs boeren goed, al vertaalt dat succes zich niet altijd op het veld.
In de Champions League slaagde Hoffenheim er afgelopen zomer niet in de poulefase te bereiken, terwijl Red Bull Leipzig flirt met de uitschakeling en Borussia Dortmund moet hopen op overwintering via de veel minder interessante Europa League. Of het hen lukt, weten we de komende dagen.
Alleen Bayern München gaat, in de groep van Anderlecht, vrij makkelijk naar de achtste finales. Ook in de Europa League presteren de Duitse deelnemers ondermaats: Hoffenheim en Hertha Berlin liggen eruit, 1.FC Köln moet nog zwaar aan de bak om de poulefase te overleven.
In transferperiodes doen Duitse clubs niet mee aan de excessieve toestanden. De duurste transfer uit de geschiedenis van Bayern was Corentin Tolisso, 41,5 miljoen euro
Maar dat is de korte termijn. Op middellange termijn – in het voetbal wordt dat als een eeuwigheid beschouwd – is de Bundesliga uitstekend bezig. In de transferperiodes doen Duitse clubs niet mee aan de excessieve toestanden. De duurste transfer uit de geschiedenis van Bayern was die van Corentin Tolisso, afgelopen zomer, voor 41,5 miljoen euro. Een flinke som geld, maar peanuts in vergelijking met wat PSG, Manchester City en Manchester United spenderen aan voetballers.
Bayern München is de vierde club ter wereld als je voetbal louter als economische activiteit zou beschouwen (na Man. United, Barcelona en Real), maar toch wordt er niet met geld gesmeten. Je kunt dan wel meewarig lachen met voorzitter Ulli Hoeness, die een poos in de gevangenis zat vanwege belastingontduiking, de club zelf speelt het uitermate correct en sereen.
Alleenheersers niet welkom
In Duitsland hebben supporters inspraak. Verplicht. Ze worden vertegenwoordigd in de raad van bestuur en de algemene vergadering. In België worden fans doorgaans weggehoond: lastige criticasters zijn het, die alleen maar goed zijn om hun centen in de clubkas te deponeren en zich verder niet hoeven te bemoeien met het beleid. Duitse clubs verwelkomen supporters in de machtscentra. Ze hebben er écht iets te zeggen.
Uniek is ook de beperking die werd ingevoerd in het aandeelhoudersschap. Een aandeelhouder mag in Duitsland maximum 49 procent van de club bezitten. Alleenheersers, zoals je die zowel in rijke als arme competities volop tegenkomt, zijn er onmogelijk. Geen Abramovitsj of sjeik Mansour, maar ook geen Marc Coucke of Roland Duchâtelet. Geen voorzitters die hun club besturen als ware het een dictatuur, waarin medezeggenschap een verre echo uit het keelgat van Mei ’68’ers is.
Een aandeelhouder mag in Duitsland maximum 49 procent van de club bezitten. Er zijn geen voorzitters die hun club besturen als ware het een dictatuur, waarin medezeggenschap een verre echo uit het keelgat van Mei ’68’ers is
Hoogst uitzonderlijk kan de Duitse voetbalbond beslissen dat een aandeelhouder toch de meerderheid mag bezitten, maar dat is dan wel op voorwaarde dat de man of vrouw al minstens twintig jaar bij de club betrokken is. Een of andere puissant rijke Arabier of Rus die op zoek is naar een nieuwe hobby en internationaal prestige, heeft in het Duitse voetbal niets te zoeken. En terecht. Alleen iemand als Dietmar Hopp, de miljardair die de wereldwijd succesrijke bedrijfssoftware SAP bedacht, mag op z’n eentje Hoffenheim bestieren.
Soms is een club in handen van het plaatselijke concern, zoals VFL Wolfsburg (honderd procent eigendom van Volkswagen) of Bayer Leverkusen (zoals de naam al aangeeft in handen van het Bayerconcern). Nevenvoorwaarde is dan wel dat Volkswagen of Bayer nergens anders meer dan tien procent van de aandelen van een voetbalclub bezitten.
De enige club die enigszins buiten de lijntjes kleurt is het kunstmatige gedrocht RB Leipzig. Officieel eigendom van de RasenBallsport Leipzig e.V. (‘eingetragener Verein’, of: geregistreerde vereniging), officieus weet iedereen dat de afkorting RB niet staat voor ‘RasenBallsport’ maar voor ‘Red Bull’, de sponsor die de club vleugels moet geven.
Binnen de algemene vergadering van Bayern München hebben de leden van de e.V. driekwart van de stemmen, de rest wordt netjes verdeeld onder de sponsors Adidas, Audi en Allianz. Borussia Dortmund is honderd procent in handen van de e.V. In de bestuurskamer heerst de typische Duitse zakelijkheid. Soms vinden we die ietwat saai, maar ze zorgt wel voor een verantwoord beleid.
Daarnaast is er nog het zogeheten ‘Fanprojekt’. De community werking van de clubs is gericht op integratie binnen de gewone samenleving. Hooliganisme werd met succes bestreden. Jongeren uit moeilijke groepen identificeren zich met clubs. Racisme en fascistoïde gedrag worden drastisch aangepakt.
Deutschland über alles. In het voetbal mag dat zonder schroom gezegd worden.