Zes jaar nadat hij er als belofte vertrok, is Bart Buysse na vier seizoenen bij SV Zulte Waregem en twee bij FC Twente weer bij Club Brugge aanbeland.
“Zowat het enige wat er nog hetzelfde is, is de plaats van het stadion”, vertelt Bart Buysse (26) in Sport/Voetbalmagazine. “Ik ken er niemand meer en de infrastructuur is er heel veel op vooruitgegaan. Club is vooral veel professioneler geworden dan in de tijd dat ik er in het tweede elftal speelde. Het is mee geëvolueerd met zijn tijd en dat is alleen maar positief.”
Is hij in de eerste plaats een transfer van Clubmanager Vincent Mannaert, ex-manager van Zulte Waregem, of is het de nieuwe trainer Georges Leekens die op zijn komst heeft aangedrongen?
Buysse: “Geen idee. Het eerste contact was met Vincent en dat was positief. We kennen elkaar uiteraard en dat zal wel een voordeel zijn geweest, maar of dat de doorslag gaf, weet ik niet.”
“De trainer sprak ik een uur voor ik tekende. Maar voor mij hoefde dat eigenlijk niet, want Georges Leekens is natuurlijk geen onbekende. Ik had er sowieso vertrouwen in, omdat hij een toptrainer is en ook omdat ik met hem als bondscoach in mijn eerste seizoen bij Twente in de voorselectie van de Rode Duivels zat.”
De Nederlandse aanpak
Hij zal wel weer moeten wennen aan de Belgische aanpak. Toch een verschil met de Nederlandse, zo ervoer ook de linksachter.
“In Nederland zijn ze veel directer. Af en toe werd er ruzie gemaakt, gescholden en eens geduwd en getrokken, maar niet vijandig. Er wordt veel meer overlegd _ al moet ik zeggen dat er nu ook bij Club Brugge veel overleg is.”
“Toen Michel Preud’homme in het begin de lange bal wilde spelen bij Twente, zijn er drie spelers naar hem gegaan om te zeggen ‘zo doen we het niet’ en paste hij zich aan.”
“Nederlandse ploegen spelen veel meer met snelle buitenspelers en dat is een heel groot verschil. Ik vind de competitie iets sterker, omdat elke ploeg wel over een speler met iets speciaals beschikt. Een flitser of iemand met een fantastische trap bijvoorbeeld. Ik denk dat de Nederlandse trainers die naar Belgische topclubs komen voor meer voetbal, meer combinaties zullen zorgen.” (CV)