De Vlaamse regering bespaart 4,2 miljoen euro op sportsubsidies. Vooral multisportfederaties worden zwaar getroffen, maar ook sportkampen, kansengroepen en schoolsport delen in de klappen.
De zwaarste slag valt bij de multisportfederaties. Vanaf 2027 verdwijnt 2,25 miljoen euro, de helft van hun subsidies. Er is sprake van een ‘rationalisatieoefening die zo vlug mogelijk moet worden ingezet’.
Het gaat onder meer om Sportievak (70.000 leden in 2024, vierde grootste Vlaamse sportfederatie), Sporta (61.000, vijfde), FROS Multisport Vlaanderen (59.000, achtste) en OKRA-SPORT+ (42.000, dertiende). Samen tellen ze bijna 233.000 leden.
Die federaties bieden minstens vijf sporttakken aan, gericht op onder meer recreatief sporten, specifieke doelgroepen en brede motorische ontwikkeling. Zo bereiken zij een ander publiek van sportende Vlamingen.
Ook sportkampen en schoolsport getroffen door besparingen
Vanaf 2026 verdwijnt er ook 189.000 euro aan subsidies voor sportkampen. Dat budget gebruiken sportfederaties om een deel van de kosten van kampen te dekken. Deelnemers riskeren dus vanaf volgend jaar meer te moeten betalen.
Vanaf 2027 schrapt de Vlaamse regering bovendien de beleidsfocus ‘kansengroepen’, die projecten ondersteunt om mensen in kansarmoede te laten sporten. Federaties schrijven projecten uit die een jury beoordeelt voor subsidies. Dat afschaffen staat haaks op het Vlaams regeerakkoord, dat juist voorziet om de participatie aan sportactiviteiten door kwetsbare groepen te stimuleren.
Ook de vier organisaties voor sportieve vrijetijdsbesteding (OSV’s) – de Vlaamse Cluster van Luchtsporten, Vlaamse Traditionele Sporten, Vlaamse Organisatie voor Internationale Volkssporten en Dierenhobby’s – verliezen vanaf 2026 127.000 euro, een vijfde van hun subsidies.
Unisportfederaties blijven gespaard
In het budget van MOEV, voorheen Stichting Vlaamse Schoolsport, wordt een half miljoen euro geschrapt. Ook dat contrasteert met het Vlaams regeerakkoord. Dat bepaalt dat de regering ‘nog meer Vlamingen wil doen sporten en bewegen, van jong tot oud, van beginneling tot topsporter, van recreant tot fervent sporter’.
Daarnaast verliest ook Sportwerk Vlaanderen, dat tewerkstelling in de sportsector stimuleert en trainers koppelt aan clubs en gemeenten, 400.000 euro, ongeveer 10 procent van zijn budget.
In 2026 bespaart de Vlaamse regering ook bij Sport Vlaanderen. Vanaf dan zullen minder nieuwe projecten worden opgestart, minder evenementen en infrastructuurprojecten worden ondersteund. Dat zal ook het aantal centra doen dalen. Waar en hoe, wordt momenteel samen met de betrokken organisaties en medewerkers bekeken.
Het Sportimonium, het sportmuseum in Hofstade, ziet zijn toelage ook met 655.000 euro zakken.
De algemene werkingssubsidies van unisportfederaties, zoals Voetbal Vlaanderen, Tennis en Padel Vlaanderen, de Vlaamse Wielrijdersbond of Wandelsport Vlaanderen, en de financiering voor topsport blijven buiten schot.
Die worden grotendeels gespaard, al kunnen ook die sportfederaties wel minder sportkampen of projecten voor kansengroepen aanbieden als dat budget verdwijnt.
Vlaamse regering wil naar kerntaken kijken
Xavier Lesenne, woordvoerder van minister van Sport Annick De Ridder, benadrukt dat de besparingen kaderen in een bredere efficiëntieoefening. ‘Zoals ook de minister-president Matthias Diependaele in zijn Septemberverklaring en tijdens het plenaire debat al heeft meegegeven: we moeten als overheid verstandig omgaan met onze middelen, zeker in de huidige economische realiteit. Dit is in de eerste plaats een efficiëntie- en performantie-oefening. Wat zijn onze kerntaken? Wat kan er beter, anders, performanter? Dat geldt ook voor sport’, zegt hij.
Volgens Lesenne richten de besliste besparingen zich ‘in de eerste plaats op zaken die volgens ons niet tot de kerntaken behoren van het sportbeleid, zoals het Sportimonium.’
Daarnaast worden er volgens hem ook maatregelen genomen ‘waarbij de focus scherper gesteld moet worden om de basistaken zo goed mogelijk uit te voeren. Bij Sportwerk Vlaanderen en de multisportfederaties zoeken we bijvoorbeeld naar efficiëntiewinsten door het aantal federaties samen te voegen.’
Een kleiner deel van de besparingen, zegt Lesenne, concentreert zich bij organisaties waar de taakstelling niet verandert, maar wel de manier waarop ze worden ondersteund. ‘Zo bekijken we of de subsidies voor G-sportclubs om de twee jaar kunnen worden georganiseerd of in de tijd kunnen worden beperkt. Die oefening ligt ook op tafel voor de ondersteuning van bovenlokale sportprojecten en voor MOEV.’
Tot slot bevestigt hij dat de ondersteuning van kansengroepen vanaf 2027 stopt in de huidige vorm. ‘Dat betekent niet dat er geen aandacht meer zal zijn voor kwetsbare groepen in de toekomst. Op welke manier de ondersteuning zal gebeuren, wordt nog bekeken’, aldus Lesenne.
Sport: slechts 0,3 procent van de Vlaamse begroting
Pieter Hoof, directeur van de Vlaamse Sportfederatie, bevestigt de cijfers, maar beschikt voorlopig niet over meer informatie. ‘Voor ons is deze besparing onverwacht. Woensdagochtend zullen we dit in een bestuursvergadering bespreken. We hopen snel meer informatie te verkrijgen.’
Hoof wijst op de middelen die nu al beperkt zijn. ‘Slechts 0,3 procent van de Vlaamse begroting gaat naar sport (199,35 miljoen op 66,32 miljard euro). Dat is 0,07 procent minder dan in 2017, en dat zal nu wellicht nog dalen. Met een recordaantal van bijna 1,5 miljoen Vlamingen die aangesloten zijn in sportclubs is dat mager.’
Positieve impact van sport
Hoof benadrukt de maatschappelijke waarde van sport: ‘Studies tonen de positieve impact aan op gezondheid, sociale cohesie en welzijn. Deloitte berekende dat sporten in clubverband jaarlijks 2 miljard euro oplevert voor de Vlaamse economie.’
‘Daarbovenop komen nog eens 1,5 tot 2 miljard euro aan voordelen door minder ziekteverzuim, hoger welzijn en betere arbeidsproductiviteit. Elke geïnvesteerde euro in georganiseerde sport in Vlaanderen levert 1,8 tot 2,5 euro op. Een recente Nederlandse studie heeft ook aangewezen dat meer sporten leidt tot lagere zorgkosten. Besparen op sport is in je eigen vel snijden.’
Hoof erkent dat besparingen nodig zijn in crisistijden. ‘Maar investeren in sport is net een manier om te besparen op grote uitgaven in curatieve zorg. Het is hoog tijd om sport meer te bekijken vanuit preventieve gezondheidszorg.’
Gevraagd: meer geld voor de Vlaamse sportclubs