Turnster Lisa Vaelen behaalde Europees brons: ‘Ik ben trots op hoe ik de voorbije twee jaar heb doorstaan’

‘Turnen geeft me een ongeëvenaard gevoel van vrijheid. Door de lucht zweven is magisch, bijna verslavend.’ © Belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

Ze werd bijna afgeschreven voor de topsport, na een lange strijd tegen infecties die haar lichaam ernstig aantastten. Toch rechtte Lisa Vaelen (20) haar rug. ‘Toen ik op het podium stond, wist ik: dit is waarom ik nooit heb opgegeven.’

Eind mei behaalde Lisa Vaelen een bronzen medaille op de sprong tijdens het EK gymnastiek in Leipzig. Twee dagen na afloop werkt ze in de trainingshal in Gent in alle stilte haar eerste sessie op de sprong af. Hoewel er examens aankomen – ze ­studeert podologie – geniet ze nog even na van haar prestatie.

‘Dat moment was pure magie’, vertelt Vaelen over haar bronzen medaille.  ‘Ik was zo ­ongelooflijk blij, het voelde bijna als een droom. Voor het EK had ik totaal niet verwacht op het podium te staan. Toen ik hoorde dat ik derde was, dacht ik: amai, het is echt gelukt!

‘Na mijn tweede plaats in de kwalificaties wist ik dat ik een kans maakte, maar ik was zó gestrest voor de finale. Ik bibberde op mijn been. De zaal ging helemaal los voor mijn concurrente, wat de druk nog verhoogde. Toen het toch lukte, voelde het alsof al het harde werk van de afgelopen jaren in één moment samenkwam. Ik dacht: dit is waarom ik nooit heb opgegeven.’

Toch had Vaelen dat kunnen doen. Na haar deelname aan de Spelen in Tokio in 2021, sterke prestaties op het WK 2022 in Liverpool (elfde in de allroundfinale, zesde in de sprongfinale), en een bronzen medaille op het EK 2023 in Antalya, leek ze op weg naar de wereldtop.

Maar toen begon haar immuunsysteem te haperen. De gymnaste uit Rotselaar werd maandenlang geveld door hoge koorts en een reeks infecties: bof, corona, klierkoorts, longontsteking, streptokokken… En toen ze eindelijk leek te herstellen, volgden in de aanloop naar het EK in Leipzig nieuwe tegenslagen: ze viel tijdens een training op haar heiligbeen en kon twee weken amper wandelen, ze werd onderuitgehaald door een andere fietser en kreeg vlak voor de EK-kwalificaties opnieuw koorts.

Hoe moeilijk was dat, na alles wat u eerder had meegemaakt?

Lisa Vaelen: Ik heb de voorbije twee jaar al zoveel shit over mij heen gekregen, dus kon dat er nog wel bij. Mijn strategie is om het luchtig te houden en te accepteren wat ik niet kan veranderen. Als je je te veel fixeert op elke tegenslag, ben je geen mens meer. In het begin raakte ik zo bij elke nieuwe infectie gefrustreerd, maar dat maakte me alleen ongelukkiger. Nu focus ik op wat ik zelf in de hand heb.

Wat was het moeilijkste moment in de lange periode waarin u getroffen werd door al die infecties?

Vaelen: Een paar weken voor het WK in Antwerpen (in oktober 2023, nvdr) kreeg ik te horen dat ik klierkoorts had. Ik lag twee weken in bed met koorts boven de 40 graden. Ik was een wrak. Mijn spieren namen zichtbaar af, omdat ik niets deed en amper at. Het was zo’n machteloos gevoel. Ik wist dat het WK in gevaar kwam, en dat we ons als team moesten kwalificeren voor de Olympische Spelen in Parijs. Het voelde alsof ik mijn ploeg in de steek liet. Ik heb een week lang gehuild, vooral omdat ik wist dat het lang zou duren. Daarna volgde nog een reeks infecties, maar ik was zo gewend aan ziek zijn dat ik er amper nog van opkeek. Het werd een overlevingsmodus: doorgaan, wat er ook gebeurt.

‘Ik focus nu op wat ik wel kan controleren: mijn training, herstel en mindset.’

U moest verschillende keren naar de spoed met zeer hoge koorts. Raakte u dan in paniek?

Vaelen: Dat was zwaar, vooral voor mijn mama. Ik ben enig kind, en als premature baby lag ik al vaak in het ziekenhuis. Voor mij werd het bijna normaal – ik dacht: oké, weer een koortspiek – maar mijn mama was doodongerust. Ze voelde zich machteloos omdat de dokters vaak niets vonden.

Hoe frustrerend was dat voor u?

Vaelen: Heel frustrerend. Soms hoorde ik van een dokter: ‘Er is niks mis met jou’, terwijl ik voelde dat mijn lichaam volledig op was. Een keer zat ik uren op de spoed en vroeg een arts: ‘Waarom bent u hier?’ Ik dacht: serieus? Ik heb al weken koorts! Soms begon ik aan mezelf te twijfelen. Zit het tussen mijn oren? Maar als je lichaamstemperatuur van 38 graden bijna normaal wordt, weet je: er is fysiek iets mis, niet mentaal.

Het missen van de Spelen in Parijs was een grote klap. Hoe ging u daarmee om?

Vaelen: Dat was zwaar. Ik keek op tv naar de Spelen en dacht: verdorie, ik was er zo dichtbij. Ik heb gehuild, want het voelde alsof al mijn werk voor niets was geweest. Het was een mix van frustratie, verdriet en rouw om wat had kunnen zijn. Anderzijds werkte het ook motiverend. Ik supporterde voor Nina Derwael, Maellyse Brassart en de Belgische jongens, en dacht: over vier jaar wil ik daar ook staan, in Los Angeles.

Hoe dicht stond u bij stoppen?

Vaelen: Het spookte vaak door mijn hoofd. Het moeilijkste was de onzekerheid: zou mijn lichaam ooit nog aankunnen wat het vroeger kon? Ik kon amper wandelen, laat staan springen. Maar ik zei tegen mezelf: ‘Lisa, je mag pas stoppen als je gezond bent en het niet meer graag doet, niet omdat je ziek bent.’ Dat gaf me houvast. Toen ik in Leipzig op het podium stond, wist ik: dit is waarom ik het doe.

Was die medaille ook een revanche op wie u had afgeschreven?

Vaelen: Met Stefan (Deckx, performance expert van Gymnastiekfederatie Vlaanderen, nvdr) had ik vooraf gelachen: elke medaille is een symbolische middelvinger voor wie niet meer in mij geloofde. Maar dat was niet mijn drijfveer. Ik heb deze strijd vooral voor mezelf geleverd, en voor de mensen die altijd in mij bleven geloven.

Welke rol speelden uw coaches Edwin Zegers en Valerie Van Cauwenberghe in uw herstel?

Vaelen: Ze hebben me onvoorwaardelijk gesteund. Edwin en Valerie gaven me opnieuw vertrouwen toen ik het zelf kwijt was. Vlak voor mijn EK-finale zei Valerie: ‘Lisa, je kán dit. Geniet ervan.’ Dat heb ik, ondanks de bibberende benen en de stress, ook gedaan – met resultaat. De knuffel achteraf was intens.

Ook Stefan Deckx en kinesist Thibau Dierickx waren belangrijk.

Vaelen: Zij vormden de ontbrekende schakels in mijn fysieke herstel. Ze vullen elkaar perfect aan met hun kennis. Ze stemmen trainingen en rustmomenten nauwgezet op elkaar af. Ze analyseren filmpjes van mijn sprongen en geven feedback op mijn houding. Zelf moet ik ook veel input geven. Dat vind ik boeiend: vragen stellen, begrijpen waarom iets werkt of niet. Ik voel dat ik zelf aan het stuur zit, met hen als mijn gps.

Uw vriend was ook een steun. Welke rol speelde hij?

Vaelen: Inias heeft als kind klierkoorts gehad, dus wist hij hoe het voelde. Hij lag naast mij in bed terwijl ik ziek was. Hij kon niet veel doen, behalve er zijn en mijn gezaag aanhoren. (lacht) Dat heeft onze relatie versterkt. Het toont hoe graag je elkaar ziet, ook in slechte tijden.

U hebt nauw samengewerkt met Nina Derwael. Inspireerde haar comeback u?

Vaelen: Onze situaties waren moeilijk te vergelijken. Zij had na haar schouderoperatie een duidelijker revalidatietraject. Bij mij waren de infecties veel onvoorspelbaarder. Maar het is fijn om iemand te hebben die begrijpt wat je doormaakt. We zijn allebei gedreven en perfectionistisch, en we temperen elkaar: ‘Nina of Lisa – het is genoeg geweest.’

Hoe het lichaam van Nina Derwael als een formule 1-auto opnieuw in elkaar werd gezet

Waarom turnt u nog graag, ondanks alles?

Vaelen: Het geeft een ongeëvenaard gevoel van vrijheid. Door de lucht zweven is magisch, bijna verslavend. Weinig mensen kunnen wat ik doe. Dat besef motiveert me om ervan te blijven genieten zolang mijn lichaam het toelaat.

Turnen is mijn eerste liefde, van jongs af aan. Toch is het soms een haat-liefdeverhouding. Er zijn dagen dat ik denk: waarom moet ik naar die stinkende zaal terwijl het buiten mooi weer is? Maar de mooie momenten, zoals op het EK, maken alles goed.

Er werd begin dit jaar een goedaardige minitumor ontdekt op uw hypofyse, een hormoonproducerende klier in de hersenen. Verklaart dat uw gezondheidsproblemen?

Vaelen: Het is niet duidelijk of die er altijd al zat of de oorzaak is van mijn klachten. Ik moet jaarlijks op controle, en het wordt zeer nauw opgevolgd. Dat stelt me gerust. Het geeft ergens rust dat er misschien een verklaring is, al zullen we het nooit zeker weten. Ik focus liever op wat ik wel kan controleren: mijn training, herstel en mindset.

‘Soms ben ik nog te streng voor mezelf. Mijn team zegt dan: “Lisa, kijk een hoever je al staat. Een jaar geleden lag je nog op de spoed.”’

Hoe bent u uit die vicieuze cirkel van infecties geraakt?

Vaelen: Door mijn lichaam opnieuw te leren aanvoelen en te luisteren naar de signalen. Stefan en Thibau introduceerden een systeem met kleurcodes: groen is oké, oranje betekent stoppen. Zo vermijd ik dat ik opnieuw in het rood ga. Vroeger trainde ik gewoon door en forceerde ik mijn lichaam, waardoor mijn zwakke immuunsysteem nog meer werd aangetast. Nu trek ik tijdig aan de rem als mijn lichaam protesteert.

Traint u nu ook anders?

Vaelen: Ja, omdat ik van nature zeer explosief ben, hoef ik geen zware krachttraining meer te doen, vindt Stefan. Gymnastiek op zich is een voldoende grote trainingsprikkel. We hebben zelfs mijn spiermassa wat afgebouwd. Ik focus vooral op explosiviteit, mobiliteit van de heup en souplesse. Heel functioneel, gericht op de sprongoefening. Het werkt, en ik voel me veel minder vermoeid.

U zei daarnet: ik ben perfectionistisch. Dat is niet verminderd?

Vaelen: Het is een zegen en een vloek. Het heeft me ver gebracht, maar ik ben soms te streng voor mezelf. Mijn team moet me dan herinneren aan het traject dat ik heb afgelegd: ‘Lisa, kijk hoe ver je al staat – een jaar geleden lag je nog op de spoed.’ Dat helpt me als een training niet loopt zoals ik het wil. Het is een gevecht geweest om te accepteren wat mijn lichaam aankan, met wie ik nu ben, maar ik heb er vrede mee.

Wie bent u vandaag?

Vaelen: Iemand positief, gedreven, veerkrachtiger dan vroeger. Ik relativeer sneller, laat me minder opfokken. Ik weet nu beter wat ik wil, durf te vechten voor mijn dromen. En ben trots op hoe ik de voorbije twee jaar heb doorstaan.

Wat zijn die dromen?

Vaelen: De Olympische Spelen in Los Angeles 2028. Eerst focus ik op de Universiade, komende zomer, en op het WK in Jakarta, dit najaar. Op het EK was ik nog niet op mijn top, maar ik leer nieuwe elementen voor mijn oefening. Dat is spannend, want ik weeg nu risico’s bewuster af. Als kind deed ik alles zonder nadenken, nu ben ik voorzichtiger. Met mijn psycholoog werk ik aan het overwinnen van die angst.

Brons op de sprong op het EK, zonder topvorm. Welke perspectieven biedt dat op het WK of de Spelen in Los Angeles?

Vaelen: Het podium is een stiekeme droom. Maar met kleppers als Simone Biles en Rebeca Andrade zijn er normaal al twee medailles weg. Een finale is wel realistisch. Al is het belangrijkste: mijn beste niveau halen, en genieten van de weg ernaartoe.

Lisa Vaelen

10 augustus 2004: Geboren in Bonheiden, België.

Begon met turnen bij Gympies Keerbergen, traint nu in de Topsporthal in Gent.

Werd 8ste met het nationale team op de Olympische ­Spelen van 2021, ­behaalde op het WK in 2022 een 6de plaats in de sprong­finale.

Won brons op de sprong tijdens het EK in 2023 en opnieuw op het EK in 2025.

Miste het WK in 2023 in Antwerpen en de Olympische Spelen in 2024 in Parijs door klierkoorts en infecties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise