Euro 2012 was het beste eindtoernooi sinds Euro 2000. De eerste ronde leverde heel wat aardige wedstrijden en vooral veel goals op. In de knock-outfase duikelde de spektakelwaarde de dieperik in, maar de strafschoppenreeksen zwengelden gelukkig het dramagehalte flink aan.

De spelers klaagden dit keer niet over de bal. Opvallend was het hoge aantal kopbaldoelpunten. Na 28 matchen was er al 20 keer met het hoofd gescoord. Drie meer dan in het recordjaar 2004 in het hele toernooi. Wellicht is er een link met de aanwezigheid van de toegevoegde scheidsrechters achter het doel. De arbitrage was beter en de sfeer op het veld fairder dan ooit, maar het is een illusie te geloven dat vijf paar ogen alles kunnen zien. Het voetbal mag de videotechnologie daarom niet blijven negeren.

De voorbije maand zagen we te veel toevalsvoetbal en zelden echt topvoetbal. Daarvoor moet je in de slotfase van de Champions League zijn. De topclubs hebben de financiële mogelijkheden om zwakke plekken in het elftal met nieuwe aankopen weg te poetsen en er een brede hofhouding spelers op na te houden. Hun trainers krijgen de tijd om automatismen in te slijpen. Het is wellicht geen toeval dat de ploegen die het het verst schopten een basis hadden van een of twee clubelftallen. Zoals Spanje (Barcelona, Real Madrid), Duitsland (Bayern München), Portugal (Sporting) en Italië (Juventus).

Opnieuw bleek dat een EK boeiender is dan een WK, omdat er geen of nauwelijks zwakke broertjes bij zitten. Na twee speelrondes was nog geen enkel land geplaatst en alleen Ierland viel uit de toon. Daarom is het jammer dat de UEFA in 2016 in Frankrijk, uit commerciële overwegingen, naar 24 teams overstapt. Dat zouden in dit geval Bosnië-Herzegovina, Estland, Turkije, Montenegro (de vier verliezers van de barragewedstrijden) en Zwitserland, Noorwegen, Slovenië en Hongarije (op basis van de FIFA-ranking) kunnen zijn geweest.

Het is onduidelijk welke meerwaarde hun aanwezigheid zou opleveren. Vooral omdat straks ook de beste nummers drie van iedere groep zich zullen plaatsen voor de tweede ronde, zodat het eerste deel van het evenement veel overbodige wedstrijden zal tellen.

De televisiekijkers vonden het de voorbije weken allemaal even geweldig. In bijna alle landen werden de kijkcijferrecords verbeterd. Terwijl clubvoetbal de mensen in kampen verdeelt, verenigt interlandvoetbal. Het geeft de inwoners een gevoel van samenhorigheid en verbondenheid. Iedereen kijkt en praat over zijn of haar nationaal team, ook wie in de loop van het jaar geen interesse voor het spelletje heeft.

Voor de voetballiefhebbers in Polen en Oekraïne was Euro 2012 een tocht langs de gruwelen van de 20e eeuw. De littekens van het nazisme en communisme waren in elke stad pijnlijk zichtbaar en maakten telkens weer een diepe indruk.

De duo-organisatie stelde de bezoekers echter voortdurend voor problemen, omdat beide landen te veel van elkaar verschillen. Polen heeft het communisme volledig van zich afgeschud en een westers jasje aangetrokken. Oekraïne zit nog te veel vast in de Russische dwangbuis van het verleden.

De UEFA en de FIFA moeten eens goed nadenken over de toekomst van hun elitetoernooien. De ‘legacy’ (de erfenis) van een EK of WK lijkt belangrijker geworden dan het evenement zelf. Straks blijven nog alleen Afghanistan en de maan over om naartoe te trekken.

Het welzijn en het comfort van de buitenlandse fans zou een hoofdzorg moeten zijn voor de internationale sportbonden. De belangrijkste norm voor een EK of WK is dat de supporters uit de deelnemende landen een prettige tijd kunnen beleven. In Oekraïne waren vaak nauwelijks fans van de ploegen die aan de slag waren aanwezig, wat de sfeer in de stadions beslist niet ten goede kwam.

Wie denkt dat Euro 2012 een logistieke nachtmerrie was, krijgt over twee jaar in Brazilië echter de verrassing van zijn leven. De afstanden tussen de speelsteden zijn daar twee tot zelfs drie keer groter dan in Centraal-Europa en de overgang van het koele Krakau naar het zweterige Charkov een aangename afwisseling in vergelijking met de verschillen tussen de vrieskou van Porto Alegre en de tropische temperaturen van Macau.

En dan hebben we het nog niet over het WK in 2018, in Rusland. Het grootste land ter wereld met een infrastructuur vergelijkbaar met die van Oekraïne en waar racisme in de stadions pas echt een probleem is.

door françois colin

Opnieuw bleek dat een EK boeiender is dan een WK.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise