Tien jaar nadat ze stopte met tennissen aast Sabine Appelmans als kapitein op de Belgische eindzege in de Fed Cup. Maar dan moet België zonder Kim Clijsters eerst Tsjechië opzijzetten.

Het zit Sabine Appelmans niet mee. Begin februari zag de kapitein haar Fed Cupdreamteam afbrokkelen toen Justine Henin om medische redenen haar carrière beëindigde. Na het uitvallen van Kim Clijsters komt Appelmans krap te zitten in de bezetting. De ambitie om de Fed Cup te winnen blijft, maar in plaats van met een dreamteam staat de kapitein plots weer dicht bij de situatie die ze in 2007 erfde, toen ze aan de slag ging in een baan waar op dat moment weinig kandidaten voor waren.

Appelmans, die als proftennisster in november 1997 met een zestiende plaats haar hoogste ranking haalde, heeft altijd een boontje gehad voor de Fed Cup. Van 1988 tot 1999 nam ze plichtsgetrouw deel, maar toen België onder impuls van Clijsters en Henin in november 2001 de beker won, had ze al bijna een jaar haar racket aan de wilgen gehangen. Na de Australian Open van 2001 haakte ze af, om in 2007 terug te keren als kapitein van het Fed Cupteam.

Sabine Appelmans: “Toen ik in 2007 begon als kapitein, speelden we tegen de Verenigde Staten met Yanina Wickmayer die net kwam piepen, met Kirsten Flipkens als nummer één, met Tamaryn Hendler en Caroline Maes. Iedereen vroeg me waarom ik dat deed: met die ploeg kon ik toch geen eer behalen? Maar daar dacht ik niet aan, ik vond het gewoon leuk om met die meisjes te werken. Het maakt me niet uit of ik met het nummer 300 op de wereldranglijst werk of met het nummer één, als ik maar het gevoel heb dat ik werk met gemotiveerde mensen.”

Eerst Henin weg, nu Clijsters onbeschikbaar. Blijft de eindzege een optie?

S abine Appelmans: “Alle vier de halvefinalisten zijn mekaar waard, maar nu starten we toch als underdog, al blijft de ambitie om de Fed Cup te winnen. Vooraf gaf ik al aan dat het uitvallen van Kim of Yanina niet hoeft te leiden tot paniek. Kirsten Flipkens is in vorm, heeft veel ervaring en stijgt altijd boven zichzelf uit als ze Fed Cup speelt. An-Sophie is ook in vorm, ze kan dat zeker aan. De twee keer dat ze dubbel speelde in de Fed Cup, was dat heel goed. Het is een meisje met veel doorzettingsvermogen, dat klaar staat als het nodig is. En Alison Van Uytvanck is dé speelster in vorm, die heeft net 26 wedstrijden op rij gewonnen. Plus: het is een goeie dubbelspelspeelster. Dat is niet onbelangrijk in een ontmoeting waarin we drie van de vijf wedstrijden moeten winnen. Ik acht dat nog altijd haalbaar.”

Wat is je bijgebleven van de gewonnen kwartfinale tegen de VS in Antwerpen?

“Dat de hele ploeg supergemotiveerd was. Deze meisjes kunnen daar hun ziel in leggen, in die Fed Cupmatchen. Spelen voor België voor eigen volk leeft enorm bij die speelsters. Ze hebben helemaal geen last van faalangst. Als ik dat vergelijk met hoe nerveus ik zelf was als ik voor zo veel landgenoten speelde, is dat toch iets anders. In Antwerpen kwam twee keer bijna 12.000 man opdagen, dat was ongelofelijk. Toen ik zelf nog speelde, hebben ze in Flanders Expo ooit eens speciale tribunes opgetrokken zodat daar ook een paar duizend man zat, maar drie jaar geleden speelden we voor de Fed Cup in Knokke met Yanina en Hendler nog voor 300 man.”

Goesting hebben

Hoe komt het dat België nu weer in de wereldgroep zit, waar het in 2007 uit viel?

“We zijn er altijd vrij dicht tegen de wereldgroep blijven aanleunen. De voorbije jaren zat Kirsten – Justine en Kim deden toen niet mee – in een mindere periode. Door haar rugblessure schroefde ze haar ambities terug. Plots was ze tevreden met een plaats rond de top 100 terwijl ze nu weer op de top 50 mikt. Toen deden we het met speelsters uit het IFT-circuit, dat is toch iets minder.

“Kirsten en Yanina spelen graag voor de nationale ploeg. Yanina stijgt altijd boven zichzelf uit in de Fed Cup. Je hebt echt niet de beste speelsters ter wereld nodig om die cup te winnen. Kijk maar naar Italië, dat zonder speelsters in de top 20 – het heeft er nu wel weer twee – drie van de vijf laatste edities binnenhaalde. Succes in de Fed Cup is een combinatie van teamspirit en klasse. Als de besten altijd winnen, had Rusland de laatste jaren meer dan één titel behaald.”

In de Fed Cup zijn, in tegenstelling tot de Olympische Spelen, geen punten te halen voor de individuele rankings.

“Je speelt voor de eer, voor je land, voor de premie, al ligt die een stuk lager dan wat je in een individueel toernooi kan winnen. Maar er speelt ook een ander aspect mee. Tennis is een individuele sport. Je staat er heel het jaar door alleen voor. Maar in zo’n week met de nationale ploeg heb je een heel team rond je. Ik vond dat altijd mooie momenten, en ik probeer als kapitein dat gevoel door te geven. Kort na hun comeback contacteerden Kim en Justine me met de melding dat ze opnieuw graag wilden meedoen. Van mijn kant uit is daar weinig lobbying aan voorafgegaan. Ze moesten vooral goesting hebben om mee te doen.”

De reacties van de entourage van de meisjes die de nationale ploeg in moeilijke momenten steunden terwijl Kim en Justine er niet bij waren, waren aanvankelijk niet positief.

“Er is een groot verschil tussen reacties in de media en reacties naar mij toe. Ik ken Yanina sinds ze veertien is. Ik ken haar papa goed, ik weet dat hij het hart op de tong heeft. Zo gauw hij nog maar de indruk heeft dat zijn dochter benadeeld wordt, springt hij op de barricades. Yanina leeft voor de Fed Cup. Haar papa zei: als ze voor het seizoen haar kalender opmaakt, kijkt ze altijd of ze geen verplichtingen heeft in de weken waarin de Fed Cup geprogrammeerd staat. Ze heeft ook altijd erg goed gespeeld voor België. Fed Cupspeelsters zijn speelsters die ook in een team kunnen presteren. Toen ze terugkeerden, hebben Kim en Justine net vanwege die voorafgaande discussie in de media meteen de andere meisjes gezegd: ‘We zijn hier voor de ploeg, het maakt niet uit wie speelt.'”

Natuurlijk niet.

“Maar die meenden dat ook. Fed Cup is, net als Daviscup, constant een evenwicht zoeken tussen groep en individu. Ik praat voor de wedstrijden wel met de individuele coaches, maar eens het toernooi op gang is, komen er in principe zo weinig mogelijk individuen van buitenaf bij het team.”

Wat is jouw rol in het team?

“Voor mij is belangrijk dat de speelsters zich in die ene week goed voelen, en dat ze de weken na de Fed Cup ook in de individuele toernooien goede resultaten halen. Vorig jaar blesseerde Justine zich in de Fed Cup tegen Estland aan de pink, maar een week later won ze het toernooi in Stuttgart. Dan denk ik: oef. Ik hoop altijd dat speelsters uit die week Fed Cup extra energie halen, zoals dat met mij als speelster het geval was.”

Wat is het moeilijkste aspect aan je job?

“Dat ik mijn speelsters hooguit een week zie om ze voor te bereiden. Kiezen wie wel en wie niet speelt, wijst zichzelf vaak uit. Eerst maar eens zien hoe ze bij mij arriveren. Dan kan je nog schuiven naargelang van de tegenstander, of gewoon voortgaan op je gevoel. Er zijn weleens speelsters teleurgesteld geweest. Ik vraag me soms weleens af hoe een voetbaltrainer dat doet: 11 namen kiezen uit een kern van 25 man. Ik leg mijn keuzes altijd uit. Vroeger deed ik dat in individuele gesprekken, nu vaker in groep omdat iedereen dan hetzelfde verhaal hoort.”

Echte sport

Heeft Yanina Wickmayer je verrast?

“Voor een stuk wel. Toen ze volop aan het opkomen was, las ik eens dat ze als doel de top dertig vooropstelde. Ik dacht toen: wauw, da’s hoog gemikt. Nu liggen haar ambities bij de top tien.

“Yanina is mentaal supersterk en een ongelofelijk harder werker, net als Henin. Het verschil is dat Yanina niet het allergrootste talent van haar generatie was, terwijl Justine op haar dertiende al de finale van Roland Garros speelde. Op die leeftijd was Yanina nog maar het nummer vier of vijf in België. Wat me het meest verbaasde, is de sprong die ze gemaakt heeft van een speelster die het moest hebben van hard werken naar spelen op gevoel. Normaal gezien heb je dat of heb je dat niet. Dat is heel moeilijk aan te leren. Maar een jaar of twee geleden zag ik haar op Roland Garros situaties oplossen met slagen die alleen iemand die heel handig is beheerst. Frappant vond ik dat je ook op dat vlak nog veel kan verbeteren.”

Wat is haar limiet?

“Vorig jaar heeft ze op plaats twaalf gestaan. Dan mag je de top tien ambiëren. Ik denk dat zij zich meer moet focussen op het winnen van een grandslamtoernooi dan op de positie van nummer één. Om nummer één te zijn, moet je een heel jaar top kunnen zijn. Ze zou zo graag de US Open winnen, ik gun haar dat …”

Na Henin en Clijsters zou het afgelopen zijn met Belgische wereldtoppers, heette het. Nu is er weer Wickmayer …

“… en An-Sophie Mestach, het nummer drie van de wereld in haar leeftijdscategorie. Ze heeft niet de lengte of de service van Yanina, maar het is een meisje met ongelofelijk veel doorzettingsvermogen. Voor mij is zij meer het type Henin, met goed tactisch doorzicht ook, op veel vlakken meer dan degelijk. Iemand die hoog kan mikken. In haar achterhoofd speelt de top 100, maar ik twijfel er niet aan dat zij voor de top 50 kan gaan.”

Is vrouwensport een andere sport geworden dan dik tien jaar geleden, toen jij stopte?

“Absoluut. Ook het nummer 200 werkt nu hard. Vroeger had je een paar toppers en dan de rest van de top 100. Mijn allereerste ranking op de wereldranglijst was nummer 208. Er waren maar 300 speelsters actief. Als je nu nummer 208 bent, wil dat al wat zeggen. Er zijn veel speelsters bijgekomen. Al die meisjes uit het voormalige Oostblok had je vroeger niet.

“Bij de WTA is de gemiddelde leeftijd van de speelsters in grote toernooien de laatste jaren met twee jaar gestegen naar 20 tot 21 jaar. Vroeger speelden veel meisjes van 17 al in de hoofdtabel van grandslamtoernooien, vorig jaar stond er op Roland Garros in de kwartfinale nog maar één tiener. Dat heeft te maken met de verhoogde concurrentie: er zijn meer speelsters, het niveau ligt hoger en er is meer geld te verdienen, waardoor speelsters langer doorgaan.”

Vrouwentennis is eindelijk een echte sport geworden.

“Het gaat sneller en krachtiger. Dat heeft met materiaal te maken, maar vooral met kennis waardoor de conditietraining verbeterd is. Wij gingen weleens lopen en deden af en toe aan fitnesstraining, maar nu traint iedereen zeer specifiek. Door het internet is die kennis ook open. Vroeger kon je met een goeie conditietrainer of de juiste coach nog het verschil maken, nu weet iedere speelster wat ze moet doen.”

Hebben de Belgische meisjes in die doorbraak een rol gespeeld?

“Ja, samen met de zussen Williams hadden zij de verdienste om er alles aan te willen doen om zo hoog mogelijk te raken. Zij hebben de lat voor zichzelf heel hoog gelegd. Dan is het aan de anderen om dat op te pikken, of af te haken.”

Zou jij vandaag, met jouw capaciteiten, nog top 20 halen?

“Er zijn nog speelsters die al wat ouder zijn. Neem nu de Japanse Kimiko Date-Krumm, die de veertig voorbij is, twaalf jaar gestopt was en toch nog rond de vijftigste plaats op de wereldranglijst staat. Patty Schnyder was in mijn tijd een speelster van mijn niveau, en ook zij staat op haar 38e nog in de top 50. Het niveau is gestegen, maar waarschijnlijk had ik me, net als die speelsters, aangepast aan de nieuwe manier van werken.”

Jij hebt nooit een comeback overwogen?

“Nee. Het hielp dat ik bijna meteen een eerste kind kreeg. Daarnaast had ik nog veel interesses. Als je stopt met tennissen, ben je opgelucht, maar een jaar later herinner je je alleen nog de positieve dingen. Die voldoening die wegvalt als je stopt, dat is ingrijpend voor iemand die van jongs af altijd een doel voor ogen heeft gehad. Van de ene op de andere dag is je enige doel nog: opstaan en de dag doorkomen.”

DOOR GEERT FOUTRÉ – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Ik vraag me soms weleens af hoe een voetbaltrainer dat doet: 11 namen kiezen uit een kern van 25 man.”

“Je hebt echt niet de beste speelsters ter wereld nodig om die Fed Cup te winnen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content