Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Gezeten voor het knetterend haardvuur doet de jongeman zijn verhaal, over de korte, maar tegelijk o zo lange en eenzame weg naar de catacomben van Staaien. ‘Nooit eerder in mijn leven,’ bekent hij, ‘ben ik zo kapot geweest.’ Het jaaroverzicht van Birger Maertens.

In den beginne ging het snel voor Birger Maertens, o zo snel ging het toen. “Té snel, vinden sommigen nu, maar dat kan je nooit zeggen natuurlijk”, vindt hij. “Je kan toch moeilijk zeggen : sorry, maar vandaag doe ik niet mee, want het gaat te snel.

“Op oefenkamp al had de trainer mij in een individueel gesprek gezegd dat mijn kans wel eens sneller zou kunnen komen dan ik verwachtte, want hij vond dat ik tijdens mijn schorsing vier maanden uitstekend had getraind. Uiteindelijk speelde in vanaf nieuwjaar alle wedstrijden. De hele terugronde plus de bekerfinale. Plus het EK voor beloften in Zwitserland, waar ik ook alleen maar complimenten kreeg van de trainer.

“Ik kwam uit het niets. Iedereen kende mij van het geval-MVV, niet van mijn prestaties op het veld. Hoewel ik wel al had gescoord in de Brugse Metten tegen Rayo Vallecano. Dan ga je met een gerust gevoel de zomer in, ga je met je vriendin op reis en wat-weet-ik-allemaal en begin je met volle moed aan het nieuwe seizoen.

“Ik stond wel niet op mijn ideale plaats in het begin, maar dat moet je erbij nemen op dit niveau. Dan is Olivier De Cock weer in de ploeg gekomen en ben ik opgeschoven naar het centrum. Naast Spilar. Het klikte uitstekend met Spilar, van wie ik schrok dat hij zo rustig was en hoewel hij nauwelijks Engels sprak zo goed de boel onder controle had achterin. Voor een jonge gast als ik is het belangrijk dat je iemand naast je hebt met ervaring om je te sturen. We hoefden maar naar elkaar te kijken om elkaar te begrijpen.

“Later zijn dan wat ik noem de mindere momenten van een voetballer gekomen. Ik denk dat dat nu eenmaal gebeurt in een carrière. Ik mag blij zijn, denk ik, dat het zo vroeg gebeurt. Ik heb nog jaren om het recht te zetten en mijn bedoeling is om dat na de winterstop te doen.”

Kritiek was er voor het eerst na de wedstrijd in Antwerp, waar Club Brugge zijn eerste puntenverlies leed. Spilar was out en het duo Maertens- Clement leverde geen geweldige prestatie. “Het vergt sowieso een aanpassing, omdat je toch al een tijdje Spilar gewoon bent”, zegt Maertens. “Maar met Clement kan het ook klikken, dat werd vorig seizoen toch bewezen, dacht ik. Maar op Antwerp kwam Philippe pas uit blessure en was het ook voor hem aanpassen. Dat is volgens mij de reden dat het in die wedstrijd iets minder ging.”

Ondertussen was de Champions League aan de gang. In de eerste wedstrijd, op Barcelona kreeg Maertens bij de rust een uitbrander van Dany Verlinden voor een overtreding die hij net voor de zestien meter had begaan en die tot een tegendoelpunt had geleid.

“Ik wil de bal onderscheppen en die speler gebruikt goed zijn lichaam, ik raak hem wat aan en hij laat zich ook goed vallen. Vrijschop en binnen. Tja. Achteraf bekeken had ik gewoon achter hem moeten blijven. We werden daar natuurlijk ook van het kastje naar de muur gespeeld, hadden handen en voeten te kort om die mannen tegen te houden. Een totaal ander niveau dan we in België gewoon zijn. Het tempoverschil is enorm. Ik denk trouwens dat we in de competitie op het einde van de wedstrijd een paar keer het verschil hebben kunnen maken omdat we zijn kunnen overschakelen naar nog een tempootje hoger.

“De voetballes die we in Barcelona kregen, zal ik niet snel vergeten. Je maakt fouten, maar je leert er veel uit. Zeker qua positiespel. In de Belgische competitie kan je nog eens wat proberen, maar tegen een spits als Kluivert kan je niet het minste risico nemen. Geen domme dingen ! Mijn stijl is wel een beetje risico nemen soms. Eens dribbelen of kort spelen achterin, misschien wel omdat ik vroeger een spits was. Ik heb geleerd de bal bij momenten ver weg te trappen, zodat we tijd hebben om de organisatie te herstellen. Nog iets rustiger te zijn ook, minder impulsief.”

Rustiger ? Minder impulsief ? Thuis tegen Lokomotiv Moskou flirt Maertens met rood in een opstootje met James Obiorah.

“Ja, maar hij stampt dan ook op een plaats waar het niet hoort en dat moet hij zeker niet doen”, klinkt het. “En dan zijn er ook nog dingen gezegd die mij niet aanstaan, maar daar wil ik niet op terugkeren. Vroeger, toen ik nog bij de reserven speelde, had ik hem in de volgende fase waarschijnlijk nog eens gepakt, maar ik heb tegen mezelf gezegd : laat maar, het heeft toch geen zin. Ik had al geel gekregen, misschien had ik dan rood geriskeerd. Ik kan mij dus wel inhouden, hoor. Wie dacht dat ik in die fase ging slaan, zat er serieus naast. Ik denk wel dat ik verstandig genoeg ben om op een veld niet te slaan. Ik ben wel heel dicht tegen hem gaan staan, maar ik wist dat ik niks mocht doen. Ik heb daarom wel geel gekregen, wat wel al een beetje dom is, maar, neen, ik zou zeker niet slaan.”

Zichzelf voor het hoofd slaan, kon Maertens wel in de cruciale wedstrijd in Moskou, waar een blunder van hem aan de basis lag van het eerste tegendoelpunt.

“Ik zal het zeker niet goedpraten, maar ik denk dat het met iedereen kan gebeuren”, troost hij zichzelf. “Gewoon een verkeerde inschatting, denk ik. Ik had niet gedacht dat die bal onder mijn voet zou glijden. Pech, juist voor de rust. Dan zak je wel eventjes de grond in. Nonchalance was het zeker niet, ik denk eerder overconcentratie. Wat er zonder die fout was gebeurd, zullen we nooit weten. Je komt dan uit de kleedkamer met het gedacht : als we er eentje kunnen scoren, zijn we geplaatst voor de tweede ronde, maar het zat er niet in. Dat is des te pijnlijker. De grootste ontgoocheling kwam dan ook nà de wedstrijd.”

De Uefabeker dan maar. Brugge-Stuttgart. Bij 1-0 diep in de tweede helft wordt Maertens uitgesloten. De wedstrijd zal eindigen op 1-2, Club is zo goed als uitgeschakeld.

“Ik denk dat ik tot dan goed in de wedstrijd zat. Ik had net moeten omschakelen, van centrale verdediger naar rechtsback. Dat is aanpassen. Lange bal, Lesnjak verliest een kopduel in een positie waar volgens de trainer Clement had moeten staan. Ik sta op gelijke hoogte van Clement, maar had iets meer de binnenkant moeten nemen. Er komt er één in mijn rug gelopen en ik beslis hem te pakken net voor de zestien, om hem het scoren te beletten. Ik grijp hem bij de arm en hij laat zich vallen. Gaat die vrijschop niet binnen, dan blijft het 1-0 en ben ik misschien de held. Maar die vrijschop gaat dus wel binnen, dus komt er commentaar op mijn ingreep en… Daar moet je dus mee leren leven.

“Tegen dat ik in het spelershome was, stond het al 1-1. Des te pijnlijker natuurlijk. Een harde noot. Je bent kapot, hé. Ik ben naar huis gegaan en ben in bed gekropen.”

De competitie. In Sint-Truiden wordt Birger Maertens alweer uitgesloten, mede daardoor lijdt Club er zijn eerste nederlaag.

“Zoals ikzelf tegen Moskou stond Olivier in die fase iets te veel aan de buitenkant te dekken”, vertelt hij. ” Vangeel gaat binnendoor, ik probeer nog te tackelen, speelde, dacht ik, de bal en de man, maar hij laat zijn voet over de mijne hangen en laat zich vallen. Zijn volste recht, ik zou het als spits ook doen. Rood en strafschop, bij 2-1 voor Sint-Truiden, dreigende eerste nederlaag… Je denkt : ik heb het verknald, ik kan niet meer voetballen. De weg naar de catacomben was kort, maar duurde heel lang – met ook nog eens de reacties van dat thuispubliek erbij. In de kleedkamer ben ik in tranen uitgebarsten. Ik zag het niet meer zitten, ik was kapot, totaal op, zoals nooit eerder in mijn leven. Ik heb mijn vriendin gebeld en in een colère gezegd : ik wil stoppen met voetballen. Je meent dat natuurlijk niet. Twee minuten later was het al voorbij. Je beseft : ik voetbal al 17 jaar en dat geef ik zo maar niet op door een paar tegenslagen. Als er in je leven alleen voetbal is, en je vriendin, kan je niet van het ene op het andere moment zeggen : salut, ’t is gedaan, ik ga werken. Ik heb mij gedoucht en mijn vriendin teruggegeld. Ze zei : laat je niet kennen, na slechte momenten komen er altijd goeie. Daar klamp ik mij nu aan vast.”

Hij hield toen een persstop.

“In samenspraak met mensen uit mijn entourage,” zegt hij, “omdat de commentaren toch alleen maar slecht waren. Ik denk dat het normaal is dat je het daar wel eens moeilijk mee hebt, zeker als je voorheen nooit kritiek hebt gekregen, als iedereen voorheen maar schreef hoe goed het was. Misschien te veel. Nu leek het precies alsof ik niet meer kon voetballen, alsof alles slecht was. Ach, alles wordt gewoon opgeklopt. Je leert daaruit dat je je dat niet zoveel meer moet aantrekken.”

Nog was de kelk niet leeg. Voor de rust nog van de topper Club Brugge-Anderlecht wordt Birger Maertens voor de derde keer in anderhalve week uitgesloten.

“Ook alweer iets dat opgeblazen werd tot en met”, vindt hij. “Een heel geladen wedstrijd die lang vooraf al, heu, besproken werd en die uit de hand is gelopen. Na het zien van de beelden moet ik bekennen dat je mijn uitsluiting kon interpreteren als een natrap, maar het was het niet. Bij mijn val heb ik, zoals ik het geleerd heb op school, mijn hand gezet om te proberen recht te komen, maar het was zeker niet mijn bedoeling te schoppen. Trouwens, veelbetekenend is dat zowel Michel Verschueren als Glen De Boeck rood een zware bestraffing noemden.

“Tuurlijk doet het extra pijn om in volle wedstrijd voor de derde keer in tien dagen de weg naar de catacomben te moeten aanvatten, maar als je in de tweede helft ziet dat het 2-1 wordt, begin je wel weer even op te fleuren. We zijn trouwens nog met een paar spelers gaan eten en ik heb, moet ik zeggen, een gezellige avond gekend.

“Mijn vriendin was mij trouwens meteen na de uitsluiting al komen troosten in het spelershome. Ik vergeet nooit wat zij allemaal voor mij doet. Het doet mij veel deugd te weten dat ze nog altijd achter mij staat en mij volledig steunt, want ik ben zeker niet de makkelijkste persoon om mee samen leven als het eens slecht gaat of als ik mij niet goed voel. Dan wil ik dat afreageren op iemand en doe ik dat op de persoon die het dichtst bij me staat. Ik heb er veel spijt van dat ik soms tegen haar uitvlieg. Niet dat ik haar sla, hoor, maar soms ben ik niet aanspreekbaar of begin ik meteen te snakken als ze iets zegt over de commentaren die weer over mij zijn verschenen en die zij zich heel erg aantrekt. Zij kan daarover spreken, ik moeilijk. Ik verdring het liever, terwijl ik, zoals mijn vriendin zegt, mij beter eens emotioneel zou tonen tegenover haar.

“Mijn vriendin weet best dat ik heel lief kan zijn en dat ik haar kan – hoe zal ik het zeggen – verwennen en wat-weet-ik-allemaal, maar zo verbaal echt uit mijn dak gaan tegenover haar is zeker niet goed. Ze heeft een eigen zaak en neemt dat dan mee naar daar. En het is ook niet goed voor dat kindje van vier jaar dat wij woorden hebben. Daar ben ik nu werk van aan het maken, te zorgen dat het niet meer gebeurt. Ik mag nooit meer vergeten dat zij er enkel en alleen is om mij te steunen en dat ik er moet zijn om haar te steunen. Als ik alleen ben, zit ik daarover na te denken, soms weent mijn hartje en wil ik mijn excuses aanbieden, maar… ik weet niet… ik heb het daar zo moeilijk mee. Is dat niet durven of zo ? Terwijl je daar toch niet bang voor moet zijn. Raar, heel raar. Een grote mond met een klein hartje, hé. En niet iedereen weet dat.

“Het is al veel verbeterd, maar er moet zeker nog aan gewerkt worden. Zij is natuurlijk ook al verstandiger. Ze is 25, drie jaar ouder dan ik. Ze heeft al een kindje, en een relatie achter de rug. Ze heeft een eigen zaak en heeft het daarin ook niet altijd makkelijk gehad. Ze kent het leven al, terwijl ik het nog moet leren kennen. Ik ben 22 jaar, heb altijd alles gekregen, nooit iets moeten doen en verdien nu geld met wat ik altijd al het liefst heb gedaan. En als ik thuiskom bij mijn vriendin, maakt ze altijd meteen eten voor mij klaar… We vrijen nu tien maanden en ik wil haar niet verliezen. Ook haar ma en pa leven volledig mee in het voetbal. Dat is ook wel iets speciaals… iets waar ik iets aan wil doen. Maar niet iedereen kan dat tonen, hé… Raar, heel raar.”

Het bewustzijn is er, nu nog de uitvoering. “Ik zet mijn volle vertrouwen in op de terugronde”, besluit hij. “Vanaf 5 januari wil ik ook de trainer laten zien wie ik echt ben, want ook hij heeft mij altijd in alles gesteund en ook dat vertrouwen wil ik niet kapot maken.

“Het is natuurlijk heel leuk te horen dat ik zijn beste verdediger ben, maar ik denk dat dat misschien wel een beetje overdreven is. Als ik Timmy Simons achterin zie spelen, besef ik dat er voor mij nog veel werk aan de winkel is. Maar ja… daarvoor ben je er ook, om te leren. En ik ben nog jong, heb nog een groot aantal jaren te voetballen. We zullen eraan werken, om nog beter te worden. Niemand is perfect. Iederéén heeft problemen.”

door Christian Vandenabeele

‘Dat ik soms uitvlieg tegen mijn vriendin, daar heb ik veel spijt van.’

‘Als ik Timmy Simons zie spelen, besef ik hoeveel werk er voor mij nog aan de winkel is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content