Verslag van een eerste week Peking, met een beknopte gids van de Belgische cafés, hoe Chinezen goeiendag zeggen en waarom Maxime Monfort toch iets overhoudt aan de Spelen.
Maandag 4 augustus
Voor het eerst hangt er na een paar zonnige en vooral bloedhete dagen opnieuw een lichte smog in de lucht. Een dag later zal die alweer verdwenen zijn. ’s Avonds is de stad half leeg. Niet alleen omdat het maandag is, maar omwille van de verscherpte controle. Doorgaans hoeven Chinezen geen legitimeringsbewijs op zak te hebben, nu wel. Vooral na tien uur ’s avonds is de politiecontrole scherp. Om een taxi te pakken te krijgen in de zone rond het olympisch stadion is wat geluk nodig: van de honderd hier geregistreerde taxi’s kregen er slechts zes een vergunning om tijdens de Spelen te rijden, zegt de chauffeur. Voordeel is dat een rit door de stad goed opschiet, heel anders dan in november, toen hetzelfde traject vier keer zo lang in beslag nam.
Het belangrijkste moment van de dag is, in de aanloop naar de Spelen, het door het raam kijken bij het opstaan. Het meteorologisch instituut van China vindt de discussie over de weersomstandigheden zo interessant dat ze er een internationale persconferentie aan wijden. Op de vraag of het klopt dat er 35.000 mensen klaarstaan om desnoods met raketten wolken open te schieten als het zou regenen op vrijdagavond, komt alleen een ontwijkend antwoord: we zijn op alles voorbereid en zullen van minuut tot minuut de zaken opvolgen en gepast reageren.
Dinsdag 5 augustus
Hoe herken je een Russische journalist in het immense perscentrum? Heel simpel: hij of zij draagt een knalrood T-shirt met in grote, witte letters ‘RUSSIA’. Er hoort ook een rood-wit sportbroekje bij, maar daar waagt niet iedereen zich aan.
De Russen springen het meest in het oog, maar ze zijn niet de enige persdelegatie met nationalistische inslag. Ook de Polen dragen opzichtige sporttruitjes met ‘Polska’. De Serviërs doen het iets discreter maar nog goed leesbaar. Ook Cubaanse en Colombiaanse journalisten dragen een nationaal uniform. Belgen mogen, net als Nederlanders, Fransen en de meerderheid van de perslui, nog dragen wat ze zelf leuk vinden. Overigens is zo’n perscentrum één groot dorp: er is een fitnesszaal, een massagezaal en nog veel meer. In totaal zijn 30.000 journalisten geaccrediteerd voor deze Spelen. Dat is bijna drie journalisten per sporter.
’s Avonds zakken de Chinezen in dichte drommen af naar het ‘vogelnest’, waar voor een vol stadion de algemene repetitie van de openingsceremonie wordt gehouden. Eén langgerekt kippenvelmoment, zeggen Belgische radioreporters die alles bijwoonden.
Woensdag 6 augustus
De traditionele manier waarop Chinezen mekaar begroeten, luidt niet ‘goeiendag’ maar ‘hebt u al gegeten?’. De zin verwijst naar de aanhoudende periode van honger die nog niet lang achter ons ligt. In restaurant A Guang – aan de muur hangt een award die de kok won in een Aziatische kookwedstrijd – springt het personeel net niet in de houding wanneer een buitenlandse gast binnenwandelt. Er wordt een welkomstcadeau afgegeven en samen stellen de meisjes – ze zijn met veel – een tekstje op in het Engels dat een van hen moeizaam voorleest. Net als op vorige plaatsen zijn de gerechten afgebeeld met een foto en voorzien van een korte Engelse samenvatting. Ook hier verdringt het personeel mekaar. Bij het buitengaan – de prijs voor een volle maaltijd varieert in dit soort middenklasserestaurants tussen acht en veertien euro – komt iedereen goeiendag zeggen, met de glimlach.
Voor de liefhebbers: er zijn liefst vier Belgische cafés in Peking. Eén is een echt restaurant, Morel’s, gespecialiseerd in steak en mosselen, eigendom van een uitgeweken Beverenaar, een plek met een naam in het culinaire Peking, zo goed aangeschreven dat de eige-naar een tweede restaurant met dezelfde naam opende. Er is ook het Beercafé en er zijn de twee cafés van Antwerpenaar Patrick: The Three en Nearby The Three. De laatste zaak, gespecialiseerd in verse pasta, is recent. Hét trefpunt voor expats op zoek naar een ‘echt’ Europees café is The Three, met volgens ingewijden de beste pizza’s in de stad, en naast Hoegaarden, De Coninck, Maredsous en Orval ook Loterbol uit Diest op de kaart. Hier zakte voormalig Chinees bondscoach Arie Haan wel eens door.
Donderdag 7 augustus
Wie niet overtuigd is dat de Chinezen met velen zijn, moet eens het plaatselijke warenhuis binnenstappen op een doordeweekse ochtend. De uitdrukking ‘veel volk’ krijgt hier een nieuwe dimensie. Wie denkt dat de doorsnee-Chinees een stuk kleiner van gestalte is, moet maar eens gewoon in de rij gaan staan aan de kassa: dat valt flink tegen.
In de North Star Shopping Building is alles te koop: van Leonidas Pralines, made in Belgium, tot merkkleding. Water en fruitsap is hier zelfs goedkoper dan in de automaten in het perscentrum die dezelfde merken aanbieden, waarbij het fabeltje dat journalisten alles zomaar krijgen, voorgoed ontkracht is. Een paar joggingschoenen bij Li Ning, het Chinese succesvolle sportmerk, kost dertig euro. In de winkelstraat grenst de shop van Li Ning aan die van Nike. Tien meter verder ligt een Adidasshop. De slogan van Adidas is: Impossible is Nothing. Die van Li Ning: All is Possible. Mooi toch?
Op de Belgische ambassade volgt prins Filip samen met Belgisch ambassadeur Bernard Pierre de voetbalwedstrijd België-Brazilië. Hoeveel Belgen er in China zijn, weet de ambassadeur niet precies: er is geen inschrijvingsplicht. In Peking schat hij hun aantal op maximaal 500, in Sjanghai 800, in Hongkong 600. In totaal moeten het er circa 3000 zijn, zegt hij. Allemaal mensen uit het bedrijfsleven. “China is voor Belgen nog geen Toscane of Provence waar men na zijn pensioen gaat wonen.” Pas sinds 1972 heeft België een ambassade in China. Voordien onderhield het, net als de meeste Europese landen, geen diplomatieke banden met het communistische regime. Het enige West-Europese land dat er in die dagen een ambassade had, was het Verenigd Koninkrijk.
Vrijdag 8 augustus
Om negen uur ’s ochtends schuiven de Chinezen in dichte drommen aan bij het kantoor van China Post. Om alles in goede banen te leiden heeft het personeel linten gespannen om lange rijen te vormen. Politieagenten houden al te enthousiaste wachtenden tegen, af en toe wordt een waarschuwing geroepen door een megafoon. Vanochtend wordt nog een beperkt aantal tickets verkocht voor de openingsceremonie van ’s avonds. “Veel kandidaten, weinig tickets”, zegt een van de wachtenden in moeizaam Engels. Of wij er ook één willen? Neen, dat is al in orde. ‘Gelukzak’, zie je ze denken.
Geluk is datgene wat de 16.400 koppels uit Peking beogen die een aanvraag indienden om speciaal vandaag te trouwen: de achtste van de achtste maand van het jaar acht is, aangezien het cijfer acht voor geluk en voorspoed staat, een uitzonderlijk moment daarvoor. Dat blijkt ook uit de cijfers: vorig jaar waren er op de achtste van de achtste maand 2007 slechts 3400 aanvragen. Het Chinese ongelukscijfer is vier, dat staat voor de dood. In het perscentrum met zijn genummerde plaatsen staat op alle plekken die eindigen op een vier een vast telefoontoestel, waardoor het haast onmogelijk is die plaatsen te bezetten.
In en rond het stadion wordt de controle verscherpt. Wie het hotel – waar de Canadese delegatie haar intrek genomen heeft, begeleiders en atleten incluis – betreedtzonder officiële badge, moet zich legitimeren bij de agent aan de ingang. De verdwaalde Belgische reporter moet dat niet, ook niet na een ochtendlijke jogging. Zou men hem hier na een paar dagen al herkennen, of ziet hij er gewoon heel ongevaarlijk uit?
Men herkent hem – een paar uur later raakt hij niet over een witte streep langs zijn dagelijks traject: niet het juiste pasje hebben betekent een blokje omlopen.
De openingsceremonie, geregisseerd door filmregisseur Zhang Yimou, vertelt de lange geschiedenis van China en is, zeker in het stadion, indrukwekkend, vanaf het moment dat de 2008 drummers opkomen tot wanneer voormalig gymnast Li Ning de olympische vlam aansteekt. Li Ning (45) won op de Spelen van Los Angeles in 1984 drie keer goud, twee keer zilver en één bronzen plak. In totaal vermaakten 14.000 figuranten de 91.000 toeschouwers.
Bij de optocht van de 204 landen zijn er twee die er de vorige keer nog niet bij waren: Montenegro en het eiland Tuvalu (Stille Oceaan, 12.000 inwoners). Zij werden door het IOC erkend in juli 2007. De atleten van Bahrein sleuren als enigen een vlag met de foto van de lokale heerser mee. Ongetwijfeld een gulle sponsor van het team. Extra applaus was er voor wat men hier Chinees Taipei (Taiwan) noemt, voor Hongkong, Irak, de VS, Rusland en … China!
Zaterdag 9 augustus
De eerste Belgische atleten die in actie komen, beachvolleybalsters Liesbeth Mouha en Liesbet Van Breedam, verliezen hun eerste wedstrijd. Van de Belgen die de eerste dag sporten, zetten enkel roeier Tim Maeyens en wielrenner Mario Aerts een olympische prestatie neer. In het gewone wielrennen stelt een achtste plaats niets voor, op de Spelen waar het BOIC een plaats bij de eerste acht vooropstelde, heeft Aerts als eerste zijn olympisch contract vervuld.
Op de persconferentie na het wielrennen blijkt nog maar eens dat sporten die bij ons in het Westen groot zijn, hier niets voorstellen. Wanneer de speaker de drie medaillewinnars in het Engels introduceert, moet ze al drie keer naar haar papier kijken om de naam van de winnaar te spellen. ” Sa… Sam… Samuel… Sán–chez?” Even later wordt door Eurosport één vraag gesteld aan Sánchez én Fabian Cancellara. Na het antwoord van Sánchez gaat de moderator voort: ” Next question.” Wanneer Cancellara opwerpt: ” You forgot me!“, wordt hij kort tot de orde geroepen. ” Sorry sir, we hebben weinig tijd en er zijn meer vragen.” Wanneer ze snapt dat ze in de fout ging, excuseert ze zich tot twee keer toe bij de Zwitser.
Op de eerste competitiedag zijn er bij mannen en vrouwen samen al zeven gouden medailles te verdienen. In het zwemmen pakt Michael Phelps de eerste van de acht medailles die hij in gedachten heeft. Omdat er in het judo telkens twee bronzen plakken zijn, worden zaterdag uiteindelijk 23 medailles uitgereikt.
Het eerste goud gaat, in tegenstelling tot wat werd verwacht, niet naar China. Schutter Du Li (26) haalde wel goud op de OS in Athene maar bezwijkt hier onder de enorme druk die 1,3 miljard Chinezen al een paar weken op haar schouder legden en wordt slechts vijfde. De eerste gouden plak gaat in die wedstrijd naar de 24-jarige Tsjechische Katerina Emmons. Haar naam klinkt Amerikaans en is dat ook. Haar man, Matthew Emmons, zit in de Amerikaanse olympische selectie bij het schieten. Het koppel pendelt over en weer tussen de VS en Tsjechië. De twee leerden mekaar kennen op de vorige Olympische Spelen. Daar had Katerina, die toen nog Kurkova heette, net brons gewonnen toen ze tv-commentaar leverde bij de mannencompetitie. Ze was zo aangedaan door het falen van Matt Emmons, die bij zijn laatste schot op het verkeerde doel richtte en goud miste, dat ze hem na de wedstrijd aanklampte om hem te troosten. Van het één kwam het ander. Bij Olympische Spelen hangt niet alleen smog in de lucht. Ook Roger Federer ontmoette zijn vriendin op de Spelen.
In het olympisch dorp ging vorige donderdag de Servische nummer één in het vrouwentennis, Ana Ivanovic, gewillig op de foto met wielrenner Maxime Monfort. Wint zij over vier jaar in Londen olympisch tennisgoud onder de naam Ana Monfort?
Zondag 10 augustus
Voor het eerst begint het even te regenen, maar geen nood: van de check-in naar de autobus is het amper vijf meter, maar er staat voor die drie stappen wel iemand met een paraplu klaar.
Er staat altijd iemand voor alles klaar. De organisatie is, in de aanloop naar en op de eerste dagen van de Spelen, quasi perfect. Zelfs beroepsmopperaars als journalisten hebben daar niets op aan te merken. Dat maakt het werken hier gemakkelijk, tenminste voor wie meestapt in het geprogrammeerde leven. Wie zelf iets wil ondernemen of botst op de regels, raakt geen stap verder. Met de glimlach wordt duidelijk gemaakt dat daar geen sprake van kan zijn. Dat is ook de eerste indruk van de sporters: fantastische organisatie, maar je moet hier alles ondergaan zoals het in het script staat, improviseren is er niet bij. Men wordt hier geleefd. Wie daarmee omkan, heeft hier de tijd van zijn of haar leven: heel Peking functioneert dezer dagen in functie van de Spelen.
’s Avonds zit 86 procent van de Chinese tv-kijkers vol verwachting aan het scherm gekluisterd voor een van de meest bekeken sportwedstrijden uit de geschiedenis. Een sterke Yao Ming, weer op het terrein nadat hij lang out was met een voetblessure, kan niet verhinderen dat de VS moeiteloos het prestigeduel wint, tot groot genoegen van George W. Bush, aanwezig op de tribunes. Het ‘dreamteam’ haalde in 2004 verrassend slechts brons en is onder leiding van een sterke Kobe Bryant erop gebrand dat dit jaar even recht te zetten.
Diezelfde avond, aan het kleine parkje, jogt een meisje voorbij terwijl drie duo’s badminton spelen. Eén iemand oefent met een basketbal, ’s ochtends doen hier een paar mensen aan tai chi, de traditionele Chinese lichaamsbeweging. Niemand trapt hier een balletje. Andere wereld, andere gewoontes. S
door geert foutré