NA DE SPECTACULAIRE ZEGE OP CLUB BRUGGE BESCHIKT RC GENK PLOTS OVER DE BESTE PAPIEREN VOOR HET LAATSTE PLAATSJE IN PLAY-OFF 1. EEN STEVIGE OPSTEKER, MAAR GEEN REDEN OM HOOG VAN DE TOREN TE BLAZEN, VINDT ASSISTENT-TRAINER PIERRE DENIER.
DOOR JAN HAUSPIE
Uitblinker bij jullie zondag was Christian Benteke. Heeft hij je verrast?
Pierre Denier: “We hebben er nog niet uit gekregen wat we dachten, maar sinds de winterstop heeft hij belangrijke stappen gezet. Vooral in de looplijnen. Christian is een leergierige jongen en hij pikt het hoe langer hoe meer op. Als de resultaten niet goed zijn, verander je gemakkelijk van spits. Of dat altijd goed is, weten we niet, maar op een gegeven moment kwamen we power te kort. De trainer heeft er toen voor gekozen om het enkele weken met Christian te proberen. Hij is dat vertrouwen blijven krijgen, ook na eens een mindere wedstrijd.”
Terecht allicht: in acht wedstrijden na de winterstop maakte hij zeven doelpunten.
“Bovendien heeft hij ook nog eens veel kansen gecreëerd. Omdat hij ze mist, neemt het publiek hem toch nog vaak op de korrel, maar mentaal is hij niet zo zwak dat hij erdoor uit zijn evenwicht wordt gebracht. Die onbeholpenheid zit er nog in. We moeten dat eruit krijgen. Daarom proberen we hem ook duidelijk te maken dat hij niet tevreden mag zijn met wat er nu gebeurt. Hij moet de lat voor zichzelf hoog blijven leggen.”
Hebben we zondag voor het eerst dit seizoen een glimp van het Genk uit het kampioensjaar gezien?
“De eerste helft liep het nog stroef, hoor. Toen we op 1-0 kwamen, zag je dadelijk dat er een stuk krampachtigheid wegviel bij ons. De combinaties keerden terug, de snelle uitbraken ook en de betere aansluiting. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat we ook 0-1 achter hadden kunnen komen.”
Ook dát deed terugdenken aan het kampioensjaar: de meeval die jullie hadden.
“Dat is duidelijk, ja. Maar zo zijn we weer in de running. Twee weken geleden zag het er niet goed uit. Er kwam veel kritiek, en terecht. Nu hebben we vertrouwen opgedaan, maar we zijn er nog niet.”
Volgens Jeroen Simaeys kan Genk in play-off 1 het Standard van vorig seizoen worden.
“Daar ga ik niet mee akkoord! Vergeet niet dat we vorig jaar een keeper hadden die tien, vijftien punten voor ons heeft gewonnen.
Ik heb altijd gezegd: derde of vierde worden, zou schitterend zijn. Maar eerst moeten we bij die eerste zes raken. Door onze zes op zes zijn we uit een verloren positie teruggekomen.”
Na de thuisnederlaag tegen Lokeren uitte Kevin De Bruyne scherpe kritiek aan het adres van enkele niet nader genoemde ploegmaats. Heeft dat mee voor de kentering gezorgd?
“Dat kun je nooit zeggen. Misschien heeft het er onrechtstreeks toe bijgedragen. In ieder geval: slechter kon het toen niet meer.”
Feit is dat na zijn woorden Daniel Tözsér en Elyaniv Barda uit het elftal zijn gegaan.
(flauw lachje) “Dat is toch veeleer toeval, denk ik. Ik weet niet wie hij toen heeft geviseerd. En eerlijk: ik hou niet van zulke uitspraken. Het is als team dat je uit een moeilijke periode klautert. Bovendien: als Perbet de kansen afmaakt in Bergen, gaan we met nul punten naar huis en dan was vorige week ook weer een rotweek geweest. De mensen die niet spelen, hadden zich vast geroerd. Nu is het aan Elya om zich klaar te houden en binnenkort misschien te bewijzen dat hij toch belangrijk is voor ons.”
Behalve Benteke is ook Fabien Camus een openbaring de laatste weken. Ten koste van Tözsér.
“Dat is een heel moeilijke keuze geweest. Het is heel spijtig dat een speler als Tözsér ernaast valt, maar we weten dat Danny er volgend jaar niet meer bij is. Dat doet de voorkeur toch lichtjes overhellen naar Fabien. Maar we laten Danny niet vallen. Daar is hij een te positieve jongen voor met ook te veel verdiensten voor onze ploeg.”
Zaterdag trekken jullie naar Kortrijk. Winst betekent mathematische zekerheid over een plaats in play-off 1.
“Vergeet niet: in het verleden zijn we daar dikwijls op onze bek gegaan. Misschien moeten we maar eens breken met die traditie. Met het oog op play-off 1 zou dat een geruststelling zijn, zonder dat we te hard moeten juichen. Dan nog staan we gewoon waar we moeten staan. Laat ons dus bescheiden
blijven. ” DOOR JAN HAUSPIE