Middenvelder Hernán Losada (26) ruilt Germinal Beerschot voor Anderlecht. Trainer Harm van Veldhoven had hem het afgelopen seizoen onder zijn hoede. Hij screent de betoverende Argentijn.

Wat Hernán Losada toont op een grasmat, doet wel eens denken aan een stelling van de Nederlandse journalist Martin van Amerongen. “Nee, voetbal is geen oorlog. Voetbal is opera.”

Het rapport van een stijlvolle artiest.

– Techniek

Harm van Veldhoven: “Zijn balvaardigheid is enorm, zijn lenigheid fenomenaal. Hij doet het niet op kracht, wel op souplesse. Hernán draait zich soms in bewegingen waarbij anderen in een knoop zouden sukkelen, baant zich een weg uit moeilijke situaties door de bal ideaal te toucheren en heel verrassend mee te nemen. Dat maakt hem onvoorspelbaar. Soms denk je als tegenspeler: ‘Nu heb ik hem echt’, en dan slaagt hij er toch nog in zijn lichaamsgewicht zo te verplaatsen dat hij in een fractie van een seconde een flits tevoorschijn kan toveren, waardoor je de grip weer helemaal verliest.

“In een vorig leven deed hij aan kickboksen en yoga, daar zie je nog sporen van. Hij kan zich ontzettend concentreren, maar tegelijkertijd zijn been boven zijn hoofd plaatsen en de bal op die hoogte uit de lucht plukken.

“In de Belgische competitie hoort hij qua techniek zeker bij de top vijf. Het knappe is dat Hernán dat koppelt aan rendement. Als je dat mee in acht neemt, belandt hij in de top drie.”

– Fysiek

“Een jongen die op intervallen werkt, van het kortere, explosieve werk houdt.

“Hij moet niet eerst 50 meter lopen om zijn snelheid te hebben, haalt vlug vaart en kan die 30, 40 meter aanhouden. Dan moet het gebeuren.

“Sommigen die je vaak diep in hun krachten ziet gaan, kunnen dat dan vanaf de 70ste minuut niet meer. Hernán hoort niet bij die categorie. Na een slopende actie neemt hij twee, drie minuten recuperatie, waarna hij opnieuw iets ongelooflijks uit zijn voeten tovert. Bepaalde spelers hebben in een gelijkaardige situatie een kwartier herstel nodig.

“Types als hij blijken wel eens kwetsbaar, blessuregevoelig, maar Losada had enkel dat breukje in zijn voet door een trap die hij kreeg. Hij verteerde alles prima. Een teken dat hij zijn lichaam goed verzorgt, de arbeid-rustverhouding juist invult. Zeker geen tere jongen. Ook omdat hij over veel souplesse in zijn spieren beschikt, waardoor hij minder last heeft van verkramping.”

– Polyvalentie

“Hij is hoofdzakelijk rechtsvoetig, maar maakt ook vrij goed met links zijn acties. Hij kan op beide flanken spelen, of als nummer tien fungeren. Hij voelt de bal graag en komt zich daarom vaak centraal aanbieden.

“Loopt hij op de linkerkant, dan komt hij ook makkelijk naar binnen om zijn beste voet te zoeken, maar evengoed passeert hij langs links en geeft hij met zijn linkervoet een voorzet. Plaats je hem op rechts, dan trekt hij minder dikwijls naar binnen, maar het lukt hem wel. Hij kan ook terugkappen, en nog eens, en nog eens. Is in staat om elke tegenspeler uit verband te spelen en behoudt altijd de controle over de bal.

“Enerzijds moet hij de mogelijkheid hebben om zijn acties te doen, anderzijds moet een verrassingseffect behouden blijven. En dus is een infiltrerende rol op het middenveld aangewezen. Je moet hem een stuk vrijheid geven om zijn bewegingen uit te voeren waar hij het wil. Hij zoekt dan ruimte voor zichzelf. Waar de tegenstander wat plaats geeft, duikt hij op.”

– Kopspel

“Met zijn 1,78 m is dat niet zijn sterkste punt. Maar als hij vrij kan koppen, doet hij dat in feite behoorlijk goed. Hij beschikt over een enorme detente en een goede lichaamsbeweging om de bal vaart te geven.

“Koppen vanuit het duel is moeilijker voor hem. Hoewel zijn sprongkracht vaak beter is dan die van zijn tegenspeler, trekt hij toch dikwijls aan het kortste eind. Hij mist de kracht om de ander, die zijn lichaam meestal beter gebruikt, weg te duwen.”

– Schot

“Zeer goed. Zeker met rechts. Maar ook met links trekt hij zijn plan.

“Hij had negen assists, wat erop wijst dat hij het overzicht behoudt. Maar er staan ook negen goals achter zijn naam. Dat verklapt dat hij daarnaast goed aanvoelt wanneer hij een moment voor zichzelf moet kiezen. Hij is trots genoeg om soms zijn eigen weg te gaan.

“Hernán vlamt niet vanop 30 meter. Hij is een speler die het leer meestal plaatst. Er zit altijd een idee achter zijn trap. Vanop 20 tot 25 meter legt hij de bal waar hij wil.

“Als hij het strafschopgebied van de tegenstander kan induiken om daar in een een-tegen-eensituatie te belanden, is hij dodelijk. Dan worden ook veel penaltyfouten op hem gemaakt. Hij heeft dat lichte van Boussoufa, je moet hem niet te veel raken. Alleen gaat Hernán altijd door om de goal te maken. Hij lokt niks uit, is daar niet mee bezig, waardoor er ook sneller gefloten wordt.”

– Verdedigend spel

“Goed in de omschakeling. Neemt prima zijn positie in als hij de bal verloren heeft. Niet iemand die van aan de cornervlag rustig terugwandelt. Hernán loopt eerst naar zijn plaats en neemt dán zijn recuperatie.

“Dat hij vorig jaar een tijd als rechtsback speelde, geeft aan dat hij niet vies is van het vuile werk. Maar je moet hem niet te ver naar achteren zetten, want dan komen zijn kwetsbare punten te veel tot uiting.”

– Mentaal

“Hij kan met druk om, slaagt erin zich te focussen. Dat zag je in de aanloop naar topwedstrijden. Die houding die verraadt: ‘Jaag me nu niet te veel op, ik weet wat ik moet doen, ik zal er staan om het verschil te maken.’ Daar naartoe groeien, om dan te ontploffen. Dat Zuid-Amerikaanse bloed. Maar ook in andere wedstrijden deed hij zijn job.

“Een jongen die weet wat hij wil. Een warme gast, die je wel wat naar je toe moet trekken. Wel spontaan, maar ook heel zakelijk. Niet zozeer een speelvogel. Bijzonder professioneel, altijd luisterend naar wat beter kan, er alles aan willen doen om minpuntjes bij te werken. Hij voelt zich geen vedette, maar weet wel dat hij goed kan voetballen.

“Een jongen die hard wil werken en de bezieling heeft om carrière te maken.” S

door kristof de ryck