Met een heruitgave van de finale van vorig seizoen, Bree tegen Oostende, wordt aanstaand weekend de nieuwe basketbalcompetitie op gang getrokken.

De finale in de play-offs van vorig seizoen zal nog lang in het collectieve geheugen van de Belgische basketballiefhebber gegrift blijven. Favoriet Oostende en het verrassende Bree maakten er een absolute thriller van, op het scherp van de snee en met in wedstrijd vier een kapitale blunder van de wedstrijdcommissaris, uitmondend in een ordinaire trek- en duwpartij. Het gevolg was een replay en een ongeziene chaos in die fase van een eindstrijd. Uiteindelijk haalde een kwalitatief sterker Oostende verdiend zijn twaalfde titel binnen.

De titelkandidaten

En hoe staat het met de kansen van de landskampioen om dit seizoen zijn succes te herhalen en voor een derde titel op rij te gaan ? Heel goed, zo blijkt althans uit de voorbereiding. De Israëlische topcoach Sharon Drucker arriveerde in de loop van vorig seizoen en had toen wat tijd nodig om zijn visie op de groep over te brengen. Nu Drucker, van wie het tactische vernuft en het psychologische vakmanschap buiten kijf staan, zijn ploeg zelf kon kneden, mag daar eigenlijk nog meer van verwacht worden. Uit de oefenwedstrijden leren we alvast dat Oostende als een collectief sterk blok voor de dag komt, waarbij iedereen perfect zijn rol kent. En waarbij de jonge spelverdeler Sam Van Rossom, vorig seizoen terecht gekroond als Speler van het Jaar, al vroeg in bloedvorm steekt. Bovendien haalde de kustploeg met Senne Geukens (komende van Antwerp Giants) een tweede Belgisch talent in. Geukens zal in zijn gekende dynamische stijl extra geestdrift in de ploeg pompen. Nochtans was daar met de aanwezigheid van Veselin Petrovic, Elvir Ovcina en Sebastien Bellin al genoeg van in huis. Drucker heeft van Oostende een agressieve en moeilijk te bekampen machine gemaakt, een die geldt als dé grote favoriet voor de titel.

Als belagers van Oostende worden eeuwige rivaal Spirou Charleroi – nog steeds de club met het grootste budget in België – en Dexia Bergen genoemd. In Charleroi koos Eddy Casteels voor een radicale stijlbreuk. Met Len Matela, Wes Wilkinson, Adam Hall, Christophe Beghin en Roel Moors werden namen binnengehaald die in onze competitie al hun waarde bewezen. Aan vertrekkende zijde valt vooral het verlies van Ralph Biggs op, de altijd goedlachse Amerikaanse springveer keert na acht jaar België de rug toe. Hij tekende een lucratief contract bij Ural Great Perm in Rusland. In theorie moet Charleroi dit seizoen echter beter gewapend zijn om het Oostende echt lastig te maken.

Als outsider wordt Dexia Bergen getipt. Waarom ? Eén naam : Chris Finch. De flegmatieke Amerikaanse coach kroonde zich in drie jaar tijd tweemaal tot Coach van het Jaar en loodste Bree, ondanks de financiële beperkingen, naar een landstitel en een finale. In Bergen vindt Finch bovendien zijn poulain Travis Conlan terug, de spelverdeler die zo cruciaal was in het kampioenenjaar (2005) van Bree en die na een zwak jaar bij Luik herenigd wordt met zijn favoriete coach. Volgden eveneens van Bree naar Bergen : scherpschutter Jim Cantamessa en pivot Ben Ebong. Materiaal genoeg voor Chris Finch om weer te stunten, me dunkt.

Degradatiekandidaten

Simpel : niemand zakt. Al jaren wordt er door sommige clubeigenaars gepleit voor een besloten competitie zonder dalers. Op die manier zou de eerste klasse veel leefbaarder worden omdat clubs zo potentiële sponsors de garantie op basketbal van het hoogste niveau kunnen bieden. Nu is het zover, maar dat heeft minder met vastberadenheid en bestuurlijk overleg te maken dan met de noden van de dag. Vorig seizoen eindigde Basket Groot Leuven als laatste in het klassement, degradatie dus. Maar dat leek nog lang niet zeker, want Gent Dragons, dat kampioen speelde in de tweede klasse, kreeg in eerste instantie geen licentie voor eerste. Uiteindelijk bekwam Gent die via de arbitragecommissie toch, maar toen voelde Leuven zich natuurlijk gedupeerd, het had immers al zijn kern uitgewerkt voor een nieuw jaartje in de eerste klasse. Na heel wat heen-en-weergezwaai met rechtszaken legden alle partijen zich neer bij de beslissingen. Gent in eerste en Leuven in tweede.

Maar dan bleek in augustus ineens dat Atomia Brussels, dat voorlaatste was geëindigd, niet genoeg financiële middelen bijeen kreeg om door te gaan in de hoogste afdeling. Los van de vraag hoe het kan dat een club die eerder wél zijn licentie kreeg, toch niet zo gezond blijkt te zijn, veroorzaakte dat chaos in de organisatie van de competitie. Plots waren er maar negen clubs. En dus werd aan Leuven gevraagd of ze dan uiteindelijk toch niet in eerste wilden starten. Leuven hapte toe, op één voorwaarde : dat er geen daler zou zijn dit jaar. Begrijpelijk, want zonder sportieve garanties deed Leuven aan financiële zelfmoord. Kortom, de competitie start met tien clubs zoals voorzien, maar zonder degradatiemogelijkheden. Een goede zaak ? Economisch gezien zeker wel, maar sportief ? Wat gaat er tegen het einde van het seizoen gebeuren, wanneer sommige ploegen niets meer te winnen of te verliezen hebben ? Moet dan gevreesd worden dat ze hun duurste spelers op straat zetten ? Het kan …

Stars and stripes

Sinds vorig seizoen mag elke Belgische eersteklasser acht buitenlanders opstellen, waarvan een onbeperkt aantal Amerikanen (terwijl dat vroeger nog maximaal twee Amerikanen per ploeg was). Op het wedstrijdblad moeten er wel elke wedstrijd minstens vier Belgen staan. Meer dan ooit leidt dat tot bizarre toestanden waarbij onze Belgische clubs voor de helft uit Amerikanen en voor de helft uit Belgen bestaan. Meer dan ooit lijkt onze competitie zo een veredelde NBDL (de wachtkamer voor de NBA)-liga. Niet minder van 50 spelers van de 114 actief in onze competitie dragen de Amerikaanse nationaliteit. Tegenover 43 Belgen, waarvan de meeste dan nog als ‘verplicht opvulsel’ om de bank warm te houden. Het is duidelijk dat de periode dat er vooral Oostblokkers in onze competitie terechtkwamen, definitief achter ons ligt. Amerikanen zijn qua prijs/kwaliteit stukken interessanter dan die Europeanen.

Maar het is evenzeer duidelijk dat het Belgische basketbal, hoewel het niveau van onze competitie erop vooruitgaat, hier weinig baat bij heeft. Belgisch talent krijgt steeds minder speelgelegenheid en moet afzakken naar lagere reeksen om daadwerkelijk aan de bak te komen. Van de tien eersteklassers zijn er trouwens maar twee die hun vertrouwen in de handen van een Belgische coach leggen – Charleroi en Gent -, waarom zouden al die andere buitenlandse coaches zich bekommeren om de ontwikkeling van Belgisch talent ? Zij stellen onomwonden : de kwaliteit van de Belgen is onvoldoende. En daarmee discussie gesloten. Ze krijgen allemaal 36 speeldagen om ons het tegendeel te bewijzen. S

Door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content