Het gaat uitstekend met Nastja Ceh, eindelijk, maar dromen doet hij nergens nog van. ‘Ik heb geleerd,’ zegt hij, ‘dat je op elk moment fysiek en mentaal op álles voorbereid moet zijn.’
Zo goed was Nastja Ceh tegen AA Gent, dat het leek alsof alleen nog zijn kapsel hetzelfde was als toen hij anderhalf jaar geleden in Brugge arriveerde. “Ik en mijn vrouw zijn de enigen die altijd in hem zijn blijven geloven”, haast zijn manager Jean-Claude Lagaisse zich. “Die jongen heeft het gewoon heel moeilijk gehad met de speelwijze van Trond Sollied, met de pressing die hij mee moest voeren, met het trainingsritme, met het agressieve spel in België, met de concurrentie in Brugge. In Slovenië was hij de aankomende ster, uitgeroepen tot beste speler van de competitie; hier moest hij weer vanaf nul beginnen. Hij had het bij momenten heel zwaar, zag alles zwart, was nors, opvliegend en koppig, is dan ook beginnen twijfelen aan zichzelf, wilde zo snel mogelijk weg. De voorzitter van Maribor belde mij toen om te vragen of er geen mogelijkheid was om hem te huren, maar Club wou alleen verkopen. Als hij nu zijn kans heeft gegrepen, is het omdat hij mentaal enorm veranderd is. Gehard. Rustiger, volwassener geworden.”
“Ik voel mij zeer goed”, aldus de speler zelf. “Ik speel nu al een match of twaalf na elkaar en heb al wat meer zelfvertrouwen dan voorheen. Ik vind het heerlijk op het middenveld samenspelen met Gaëtan ( Englebert, nvdr) en Timmy ( Simons, nvdr). Vorig seizoen lukte het niet omdat ik te veel gefixeerd was op mijn verdedigend werk en geen kracht meer overhield om aan te vallen. Nu kan ik het beter combineren. Ik moet ook de ploegmaats danken, omdat ze mij nooit hebben uitgesloten. Ook toen ik op de bank of op de tribune zat, heb ik vriendschap gevoeld. Het is hier zoals thuis.”
Ook het volk is altijd van jou blijven houden.
Nastja Ceh : Ja, ook dat is een enorme steun voor mij geweest, dat ze mij nooit zijn afgevallen, maar mij altijd hebben laten voelen dat ze in mij geloofden. Mooie momenten waren het, telkens ze mij na een training of een wedstrijd aanmoedigden om er te blijven in geloven. Het waren momenten dat ik ook tegen mezelf zei : ik moet er alles aan doen, om hier in deze club te slagen; lukt het niet, dan is dat pech voor mij, maar dan moet ik mij nooit iets verwijten. De warmte die ik altijd van de supporters heb gevoeld, heeft zeker meegespeeld.
Je oogt beter op het veld nu, je beweegt je precies makkelijker. Het lijkt alsof je lichter loopt, sneller ook. Draag je minder vet mee, ben je fysiek veel sterker geworden, of wat is het ?
Mijn vetpercentage is verminderd en fysiek ben ik zeker verbeterd, maar wat het ook is : ik loop slimmer, ik doe minder nutteloze meters nu. Ik vóél me ook gewoon veel sterker nu. Ik weet dat ik veel meer kan lopen dan ik ooit deed, wat trouwens ook uit tests blijkt. Dat komt omdat ik altijd aan honderd procent ben blijven trainen én omdat ik de laatste drie, vier maanden ook nog op mijn eentje ben gaan fitnessen. Zowel mijn bovenlichaam als mijn benen heb ik getraind op explosiviteit, ook omdat ik hier niet speelde en iets extra wou doen in het vooruitzicht van het WK, dat ik niet wilde missen. Het is dus niet alleen geluk dat ik het momenteel goed doe.
Je was er bij op het WK, maar ook dat werd geen succes. In de laatste wedstrijd van de voorronde kwam je er bij een 1-0-voorsprong tegen Paragay na een uur in, maar werd je twintig minuten later uitgesloten en verloor Slovenië uiteindelijk met 1-3.
Die rode kaart was onterecht. Mijn been was misschien wel een beetje hoger dan normaal, maar ik had helemaal niet de bedoeling iemand te raken. Die scheidsrechter, afkomstig van een land waar het voetbal niet zoveel voorstelt, beoordeelde die fase helemaal verkeerd. Mijn uitsluiting was ook niet de reden van de nederlaag, want toen ik eraf vloog, stond het al 1-2. Aan die wedstrijd hield ik een slecht gevoel over, maar na alles wat er dat seizoen was gebeurd, vond ik het voor mezelf al een succes dat ik voor het WK geselecteerd was en dat ik er ook enkele keren ben mogen invallen. Voor mij was het WK iets heel moois.
Zal Slovenië zich nog ooit wel kunnen plaatsen voor een WK ? Na het vertrek van bondscoach Srecko Katanec lijken de goeie tijden wel voorbij. De vriendschappelijke interland Slovenië-Zwitserland onlangs eindigde op 1-5, terwijl jullie Zwitserland in de laatste WK-voorronde nog hadden uitgeschakeld.
Dat met het vertrek van Katanec de goeie jaren voorbij zijn, geloof ik niet. We zijn wel een beetje aan een generatiewissel toe. Er doen meer jonge spelers mee nu, maar… Weet je, eigenlijk speelden we tegen Zwitserland niet eens zo slecht. Voorin en op het middenveld ging het goed, maar in de eerste helft al konden zij drie fouten bij ons achterin afstraffen. De nieuwe bondscoach ( Bojan Prasnikar, die Nastja Ceh destijds bij Maribor lanceerde, nvdr) probeerde iets nieuws, tenslotte zijn daar toch ook vriendschappelijke wedstrijden voor, maar het werd niet zo’n geweldig succes. Hij zei al dat we voortaan weer zullen spelen zoals voorheen. We moeten die nederlaag helemaal niet dramatiseren. Het belangrijkste is dat we op 2 april winnen van Cyprus, in de voorronde voor het EK. Als we daarin slagen, zullen we meer relaxed zijn.
Je bent na je transfer naar Club Brugge A-international geworden. Zeg je nu, achteraf : ik wist absoluut niet waaraan ik begon toen ik naar hier kwam ?
Ja. Je moet het voelen, fysiek en mentaal om er een idee van te hebben. Zolang je het niet ervaren hebt, kan je er eigenlijk geen zinnig woord over zeggen. Ik had niet verwacht dat het verschil zó groot zou zijn. Vooraf zei ik : geen probleem, ik zal daar spelen.
“Geef mij de bal en ik zal het wel bewijzen…”
Ja, maar dat is dus niet alles, hé. Er is zoveel meer dan dat hier, in alle opzichten. Het is gewoon zeer moeilijk. Pas na anderhalf jaar begrijp ik wat modern voetbal is.
Heb je aan jezelf getwijfeld ?
Neen, nooit. Ik heb het wel heel kwaad gehad, maar zo zijn er hier nog wel spelers. Ik heb wel veel steun gehad aan mijn ouders en mijn vriendin.
Je vriendin Sandra wordt geprezen om de zeer goeie invloed die ze op je heeft.
Dat heeft ze zeker. Ik ben een emotionele jongen en als ik weer eens heel zenuwachtig was, kalmeerde ze mij. Blijf rustig, wees geduldig. Je kan het, we geloven in jou. Als ze er niet was, had ik het heel zwaar. Ze studeert management in Maribor en moet geregeld terug voor examens. Dan praatten we over de telefoon en waren de telefoonrekeningen zeer, zeer hoog ( lacht).
Wat leerde je over jezelf in de tijd dat je er hier helemaal alleen voor stond ?
Dat ik zelf ook mijn plan kan trekken, dat als ik er alleen voor sta, ik ook sterk kan zijn. Ik wist niet dat ik zo’n sterk karakter had, ik heb dat hier ontdekt ( lacht). In Slovenië was het niet nodig, hé, daar ging het veel makkelijker. Ik trainde er ook wel goed, maar de laatste twee, drie jaar wist ik met zekerheid dat ik altijd speelde…
… en de ploeg in functie van jou linkervoet ?
Ja, in Slovenië hebben de meeste trainers misschien wel altijd zo gedacht, maar nu weet ik dat dat zeer slecht is geweest voor mij. Had ik er leren meeverdedigen, dan was het voor mij hier veel makkelijker geweest. Nu moest ik het hier allemaal in één jaar leren. Anderhalf jaar, zeg maar. Niemand had natuurlijk ook verwacht dat ik al zo snel naar het buitenland zou vertrekken. Best dat je niet weet wat er je allemaal te wachten staat, anders begin je waarschijnlijk nooit aan. Maar oké, dat is voorbij. Het negatieve was dat ik op de bank of op de tribune zat, overál zat, behalve op het veld. Het positieve, zéér positieve is dat ik heb geleerd te vechten en dat ik een sterkere persoon ben geworden.
Val je hier dan ook nog op een hele speciale trainer.
( Lacht) Ik weet het, maar nu weet ik wat hij verwacht op die positie.
Een trainer die buiten het veld niet naar zijn spelers omziet, terwijl jij in Slovenië warmte gewoon was. “Het is hier geen kleuterschool,” zegt hij, “waar je het handje van iedereen moet vasthouden.” Het is, zal hij bedoelen, de universiteit ?
Het is geen Kindergarten, neen. Dit is professioneel en dat was ik niet gewoon. Club Brugge is voor ons een zeer grote club, weet je. Bij onze nationale ploeg spreekt iedereen met heel veel respect over deze club.
Toen je niet in de ploeg stond, dacht je : de trainer haat mij. Denk je nu, nu hij je al maanden opstelt ten nadele van Alin Stoica : hij houdt tóch van mij ?
Over het verleden praat ik niet meer, dat heb ik voor mezelf afgesloten. Dit is een nieuw verhaal en een nieuw leven. Ik kijk alleen naar de toekomst. Toen ik niet speelde, was ik zeer nerveus. Ik heb geleerd dat als je negatief denkt, je het negativisme altijd maar voeding geeft en dus sterker maakt. Er is zeer veel gebeurd, maar het is voorbij. Mij vader heeft altijd gezegd : als je boos bent, slaap er dan een nacht over. Word je ’s ochtends wakker met hetzelfde gevoel, dan moet er een beslissing genomen worden; word je ontspannen wakker, denk er dan niet meer aan.
En ? Hoe werkte het bij jou ?
( Lacht) Ik ben altijd goed opgestaan. Ik had wel eens spijt van wat ik gezegd of gedaan had, of ik was blij dat ik iets niet gezegd of gedaan had. Altijd weer ben ik met de glimlach naar de training vertrokken. Niks beters dan eens goed je roes uit te slapen.
Hoe zie je je toekomst ?
Ik heb geleerd niet verder te kijken dan de volgende wedstrijd, dan de volgende training zeg maar. Het helpt mij niet bezig te zijn met wat er morgen misschien wel of misschien niet zal gebeuren; het helpt mij alleen te denken wat ik nú moet doen. Ik ben zéér geconcentreerd, op iedere training.
Jouw plaats is de best bezette positie in het elftal. Er zijn Ceh, Stoica, Serebrennikov, Smolders, zelfs Sandy Martens bewees vorig seizoen op jouw plaats uitstekend te kunnen functioneren als infiltrerende offensieve middenvelder. Nastja ?
Zo is dat hier nu eenmaal. Veel spelers, veel goeie spelers. Voor elke positie in het elftal zijn er minstens drie. De concurrentie is groot, maar positief.
Moeten ze zich in Brugge afvragen waarom ze Stoica gekocht hebben ?
( Lacht) Dat is de keuze van de club, ík heb Stoica niet gekocht, hé. Alin is mijn vriend, over hem wil ik niet praten. Alleen : ik kan en ik zal voor mijn plaats vechten.
Het goede nieuws is dat de trainer onlangs op Canal+ zei dat er misschien nog wel een spits bij zou mogen en zeker een keeper en een verdediger, maar dat hij geen extra middenvelder meer nodig had. “Het middenveld,” sprak hij, “is sterk genoeg.”
Wat een meevaller ( lacht).
Ben je blij dat je vorig seizoen niet gevlucht bent naar Maribor ?
Ik kan alleen zeggen dat ik hier nu gelukkig ben.
Misschien was het wel je geluk een trainer als Trond Sollied te ontmoeten.
Sorry, over het verleden praat ik niet meer, dat is volledig uit mijn brein gewist. Trond Sollied is een hele goeie coach, zelfs in mijn donkerste momenten ben ik dat blijven zeggen. In anderhalf jaar ben ik veel sterker geworden; niet omdat hij mij dat leerde, maar omdat hij mij in een situatie bracht waarin ik mentaal en fysiek ben moeten groeien. Wat hij mij geleerd heeft, is dat als ik accepteerde wat hij op mijn positie verwacht, ik kans had om te spelen en anders niet.
Het was, vertelde je bij je komst, Dejan Nemec die je overtuigde om voor Club Brugge te tekenen. Vorig seizoen moest hij, opvolger van Dany Verlinden, je nog moed inspreken, ondertussen is hijzelf hier helemaal uitgerangeerd.
Zijn mening over deze club is niet veranderd. Dejan is een geweldig goeie gast. Hij heeft mij veel geholpen, ik heb ook al veel met hem gesproken over zijn situatie, maar… ik kan daar moeilijk over praten en ik wil het ook helemaal niet. Wij weten dat we altijd op elkaar zullen kunnen rekenen; niet alleen in het voetbal, maar ook in de andere dingen des levens.
Elk om beurt in de put : wat steek je ervan op ?
Dat alles in het leven zeer snel kan veranderen. Dat is ook de reden waarom ik nu niet meer ga zweven. Ik blijf dezelfde, ik probeer althans onder alle omstandigheden dezelfde te blijven. Ik heb geleerd dat het er in het leven om gaat te zorgen dat je fysiek en mentaal op alles voorbereid bent.
Bij Dejan ging ook zijn huwelijk eraan kapot. Heeft jouw relatie niet onder je sportieve miserie geleden ?
Absoluut niet. Mijn relatie was en is uitstekend, misschien is ze er wel nog beter op geworden ( lacht). In juni trouwen we trouwens, na zeven jaar verkering is daarvoor het moment gekomen, vind ik.
Je droom is, zei je ooit, in Spanje te spelen.
Als het gebeurt, is het goed, maar ik droom nergens nog van.
Speelt je jongere broer nog altijd in de Sloveense tweede klasse ?
Ja, maar ik denk dat het zijn laatste seizoen zal zijn. Hij is 22, het is tijd voor eerste klasse. Twee keer al misten ze op één punt de promotie. Vorig jaar kon hij naar Maribor, maar hij verkoos nog een seizoen de top in tweede te spelen en nog harder aan zichzelf te werken, in het krachthonk vooral ook. Ik hoop dat hij ook ooit naar het buitenland kan, over een jaar of twee, drie misschien.
Is hij jouw type ?
Hij speelt op dezelfde positie, maar kan ook als defensieve middenvelder dienen. Er is altijd gezegd dat hij iets agressiever is dan ik.
Dan moet hij dat alvast niet meer leren.
Was het alleen dát maar ( lacht). Ik kan hem ontzettend helpen, denk ik, hem heel veel goeie raad geven, nu ik zelf begrijp wat er in het voetbal allemaal gebeurt.
Wat precies kan je hem leren ?
Alles wat ik hier heb geleerd – this is Europe.
Wat moet hij absoluut weten ?
First defense ( lacht). Eerst verdedigen.
door Christian Vandenabeele
‘Over het verleden praat ik niet meer, dat is volledig uit mijn brein gewist.’
‘Alles in het leven kan zeer snel veranderen. Dat is ook de reden waarom ik niet meer ga zweven.’