Nina Derwael (25) maakte dinsdag bekend dat ze stopt met topturnen. Op het eerste gezicht een verrassende beslissing, want haar doel leek de Olympische Spelen van Los Angeles in 2028. Anderzijds past het bij de manier waarop ze, als perfectioniste, haar passie altijd heeft beoefend.
Het is maar weinig succesvolle atleten gegeven: de moed en het verstand om definitief afstand te nemen van een sport die je hele leven heeft beheerst én vele medailles heeft opgeleverd.
Zeker wanneer, zoals bij Nina Derwael, dat afscheid komt op een moment waarop je ogenschijnlijk nog aan de top staat. Anderhalve maand geleden veroverde ze immers nog twee keer Europees goud: op de brug én op de balk – op dat laatste toestel voor het eerst in haar carrière.
Derwael vinkte zo het laatste doel op haar bucketlist af. ‘Dit is geen kers op de taart, dit is een volledige tweede taart’, lachte ze.
Niet meer top vijf
Het werd in alle euforie – en ook in de berichtgeving – onderbelicht, maar Derwael behaalde beide medailles met veel geluk. Dat besefte ze zelf ook. Op de balk gingen de drie favoriete turnsters, die een oefening met een hogere startwaarde dan Derwael hadden, in de fout in de finale.
Op de brug moest de Duitse topfavoriete Helen Kevric wegens een knieblessure forfait geven voor de finale, nadat ze in de kwalificatie vier tienden beter had gescoord dan de Belgische.
De scores waarmee Derwael Europees kampioene werd (14.033 op de balk en 14.466 op de brug) zouden op mondiaal niveau – op het WK of op de Olympische Spelen – niet meer volstaan om nog mee te strijden voor medailles. Zelfs toen ze in 2017 en 2018 haar eerste Europese titels op de brug won, behaalde ze een hogere score.
Nog eens zo’n dubbel realiseren, zelfs op Europees niveau, zou nagenoeg onhaalbaar zijn. Zelfs op haar favoriete brug zijn er wereldwijd al vijf turnsters met een hogere startwaarde dan die van Derwael.
Dat komt mede doordat de Limburgse het slachtoffer werd van een nieuwe puntencode, die na de Spelen van 2021 werd ingevoerd. Een van haar favoriete elementen mocht ze sindsdien niet meer uitvoeren, om haar dominantie te breken. Haar eigen succes keerde zich zo tegen haar.
Zoals ze in het persbericht over haar afscheid aangeeft, besefte Derwael na het jongste EK dat er weinig of geen progressiemarge meer in zat. ‘Uit voorzorg had ik mijn finale oefening maar enkele keren voluit kunnen trainen, en ik turnde ze puur op ervaring.’
Derwaels lichaam herstelt na tien jaar topturnen steeds minder snel. Haar schouders blijven een grote risicofactor, ook de schouder die in 2023 niet werd geopereerd. Ze is niet geblesseerd en kan perfect alle bewegingen op de turntoestellen uitvoeren. Ook sporten naast het turnen doet ze nog steeds.
Maar haar lichaam kan de noodzakelijke, zeer hoge fysieke belasting, die haar wél weer naar de wereldtop zou kunnen brengen, niet meer aan. Je kunt ook geen marathon winnen door alleen tien kilometer te lopen.
Met veel pijnstillers en inspuitingen had ze het misschien kunnen proberen. Maar Derwael en haar team hebben altijd de gezondheid van haar lichaam op lange termijn – ook na haar carrière – op de eerste plaats gezet. Ze wou zelf niet riskeren dat ze later als moeder haar kinderen niet zou kunnen opheffen door een kapotte schouder.
Als blijkt dat winnen – zelfs medailles behalen – niet meer te realiseren valt op een gezonde manier, dan is stoppen voor de perfectioniste in Derwael de enige optie.
De Limburgse heeft van kleins af aan altijd het allerhoogste nagestreefd. Ze wil geen afbreuk doen aan haar imago als kampioene door zich nog drie jaar krampachtig vast te klampen aan onrealistisch succes.
Altijd rationeel, nooit impulsief
Wie haar kent, weet dat Nina Derwael die beslissing niet in een emotionele opwelling heeft genomen. Ze nam ze pas nadat ze met haar dichte entourage wekenlang alle elementen rationeel had afgewogen.
Zo heeft ze al haar keuzes in haar carrière gemaakt. Van de verhuizing naar de Gentse topsportschool, toen ze nog een elfjarig meisje was, tot de schouderrevalidatie die ze eind 2023 begon, nadat velen haar al hadden afgeschreven voor de topsport.
Dat ze, met veel pijn, zweet en tranen, haar lichaam stukje per stukje opbouwde richting de Spelen van Parijs én daar een vierde plaats behaalde, was voor haar emotioneel evenveel waard als haar olympische titel in Tokio. Voor het intussen 25-jarige lichaam van Derwael was dat echter het maximaal haalbare – een besef dat na haar twee gouden EK-medailles tot haar doordrong.
Hoe het lichaam van Nina Derwael als een formule 1-auto opnieuw in elkaar werd gezet
Een afscheid in grandeur
Zo neemt Nina Derwael afscheid. Niet op een sportief hoogtepunt, qua turnniveau, maar wel op een emotioneel hoogtepunt. Als een van de grootste sporters (m/v) die België ooit heeft gekend, met vier Europese titels, twee wereldtitels en een olympische titel die – qua sportieve waarde – alle andere gouden medailles van Belgische atleten overtreft.
Derwael werd de allerbeste op het meest spectaculaire toestel in de zwaarste vrouwensport, die al decennialang wordt gedomineerd door meisjes uit de VS, China, Japan of landen uit het voormalige Oostblok.
Dankzij haar gracieuze stijl en de manier waarop ze de oefening op de brug heruitvond, groeide de Limburgse zelfs uit tot een internationaal turnicoon.
Haar reputatie reikt tienduizend kilometer verder dan de Hasseltse turnclub Sta Paraat, waar ze op tweeënhalfjarige leeftijd begon met turnen. Waarna ze, al op haar vierde, turnster Aagje Vanwalleghem aan het werk zag op de Spelen van Athene in 2004 en zei: ‘Daar wil ik naartoe.’
Eenentwintig jaar later neemt ze afscheid. Als een olympisch kampioene in het verwezenlijken van dromen die velen niet voor mogelijk hadden gehouden. Maar ook als een olympisch kampioene in het nemen van rationele beslissingen, die – als nu pas getrouwde vrouw – zelf de richting van haar nieuwe leven bepaalt.
Dat verdient minstens evenveel respect. Of zoals Derwael zelf zei: ‘Het is mooi geweest, heel mooi zelfs.’
HERLEES Nina Derwael: ‘Ik wil niet langer een passagier zijn in mijn eigen leven’