
LE NOUVEAU LIGUE 1 EST ARRIVÉ
De Franse hoogste klasse krijgt stilaan de facelift die ze nodig had. Een sterke jeugdopleiding bestond al, stilaan heerst ook een nieuwe cultuur. Nu nog wat meer doelpunten en toeschouwers en de revival van de Ligue 1 is compleet.
Kylian Mbappé glijdt op zijn knieën over het gras, de vuisten gebald. Zijn kanonskogel heeft de stand in het Etihad Stadium zopas op 1-2 gebracht. Met zijn achttien jaar belichaamt de Europese kampioen bij de U18 en debutant in de achtste finales van de Champions League de nieuwe lichting talentvolle Franse voetballers. Een week na de demonstratie van PSG tegen FC Barcelona (4-0), verliest Monaco uiteindelijk eervol van Manchester City (5-3). Een spectaculaire en veelbelovende wedstrijd van de Monegasken volgt op een historische zege van de Parijzenaars, hoewel die vorige week een al even historische nederlaag leden (6-1).
De kaarten lijken van hand gewisseld. PSG, al te vaak slachtoffer, bewijst dat het met wervelend voetbal een vuist kan maken tegen Barça. Monaco, twee jaar geleden al voorbij Arsenal in de achtste finales (1-3-winst, 0-2-verlies) stort zich dan weer zonder twijfel in de aanval. Het zijn opvallende vaststellingen, want het Franse voetbal draagt al lang het etiket ‘defensief en pragmatisch’. Het resultaat is dat Frankrijk, vaak in balans met Rusland of Portugal voor een plaatsje bij de big five punten scoort en goede zaken doet wat de UEFA-coëfficiënt betreft.
ZALIGMAKEND
Na het laatste fluitsignaal van het EK 2016 stromen de tranen hevig over de Franse wangen, maar de Ligue 1 profiteert wel van de nieuwe en vernieuwde infrastructuur. Het post-Ibrahimovictijdperk, aangekondigd als rampzalig, blijkt veeleer zaligmakend. Na afloop van het seizoen 2015/16 telt PSG 31 punten voorsprong op het nummer twee. Voor aanvang van het nieuwe seizoen hopen ze in alle uithoeken van het land – in sommige al openlijker dan in andere – dat ze het de hoofdstedelingen moeilijk kunnen maken.
De jaren ervoor is het vooraf duidelijk wie aan het langste eind zal trekken. Op 18 juli 2012 daalt de ster Zlatan Ibrahimovic neer in Parijs. PSG krijgt een nieuwe dimensie. De Qatarezen hebben met hun overname de steile opmars al ingeluid een jaar eerder en kracht bijgezet een half jaar eerder met de komst van Mister Carlo Ancelotti als trainer. De verrassende landstitel van Montpellier is niet meer dan een kleine tegenslag in een groots Parijs strijdplan.
Op dat moment staat de Ligue 1 al een tijdje niet meer in de internationale spotlights. De suprematie van Olympique Lyon, zevenmaal op rij kampioen van 2001 tot 2008, heeft de interesse voor de competitie naar een dieptepunt geleid. Daarna is het de beurt aan enkele outsiders om een stuk van de taart op te eisen. Bordeaux, Marseille, Rijsel en Montpellier mogen achtereenvolgens hun naam op de erelijst bijschrijven. Na die overgangsperiode volgt de heerschappij van PSG, dat met 12, 9, 8 en 31 punten voorsprong vier titels op rij pakt.
In Russische handen sinds eind 2011 en achttien maanden later weer gepromoveerd vanuit de Ligue 2 wil AS Monaco snel terugkeren naar de top van het Franse voetbal. Daarvoor breekt het tijdens de zomer van 2013 alle records. Met 60 miljoen euro voor Radamel Falcao, 45 miljoen voor James Rodríguez, 25 voor João Moutinho en 20 voor Geoffrey Kondogbia pompt de Russische clubleiding nog meer geld in Monaco dan de Qatarezen in PSG. Zij houden het bij 64,5 miljoen (het hoogste bedrag ooit dat in de Ligue 1 betaald wordt voor een speler) voor Edinson Cavani, 40 miljoen voor Lucas Moura en 31,5 miljoen voor Marquinhos. De andere clubs moeten zich tevredenstellen met de kruimels.
NIEUWE CULTUUR
De Ligue 1 lijkt op die manier op een exotische competitie waar eerder sterren op de terugweg voetballen dan opkomende sterren. Van 2013 tot 2016 eindigt Monaco telkens in de top drie, Lyon doet hetzelfde van 2014 tot 2016. De nieuwe, verfrissende wind komt uiteindelijk overgewaaid uit Argentinië. In 2014 doorbreekt Marcelo Bielsa de Franse gewoontes met pressing en grinta. Hij maakt Marseille herfstkampioen en doet de ogen opengaan. Het Franse voetbal verlaat beetje bij beetje zijn protectionisme en stelt zich open voor buitenlandse invloeden.
Bielsa zelf zingt het niet lang uit. In Frankrijk wordt hij al snel aanzien als de man die zijn troepen afmat – Marseille eindigt als vierde in 2015 – en hen vervolgens het volgende seizoen na amper één speeldag in de steek laat. Leonardo Jardim, die in 2014 trainer wordt van Monaco, krijgt aanvankelijk het etiket van onervaren coach met een weinig tot de verbeelding sprekend discours. Unai Emery, die Laurent Blanc opvolgt bij PSG, heet koppig te zijn en niet in staat om zijn ideeën over te brengen. Lang duurt het echter niet vooraleer ze alom geprezen worden voor hun inbreng.
Monaco heeft de beste aanval van Europa, PSG herleeft sinds de jaarwisseling en Lyon schittert in de Europa League. Kortom, het Franse voetbal boomt, en dat heeft het niet te danken aan de oude garde genre Rolland Courbis en Frédéric Antonetti. Het zijn de buitenlandse coaches die voor een nieuwe cultuur zorgen, en ze nemen daarbij geen blad voor de mond. ‘Ik vind dat de jongeren hier weinig professioneel zijn’, merkt Jardim eind 2014 op. ‘Je moet hen aanspreken op discipline, op leren op tijd komen, op de opofferingen die een voetballer zich moet getroosten om te slagen. Jongeren worden in dit land te snel op een piëdestal geplaatst.’
Ancelotti en Míchel, de legendarische ex-voetballer van Real Madrid die van augustus 2015 tot april 2016 aan het roer staat bij Marseille, beamen dat alleen maar. Jardim slaagt erin zijn team te kneden en zijn stempel te drukken op de Franse competitie.
BIG SIX
Ook voor vernieuwing staat de Zwitser Lucien Favre, die met Nice strijdt voor de landstitel. De ex-coach van Borussia Mönchengladbach verrast door de ervaren Braziliaanse verdediger BonfimDante mee te nemen uit Duitsland, de verguisde Mario Balotelli in de armen te sluiten, en Younès Belhanda, kampioen met Montpellier in 2012, een nieuwe kans te geven in Frankrijk. In combinatie met het jeugdige talent bij Nice leggen ze frivool voetbal op de mat.
Na een vierde plaats in het seizoen 2015/16 ziet Nice het groots. In juni 2016 geeft het 80 procent van zijn kapitaal in handen van een Chinees-Amerikaans consortium. De Ligue 1 met zijn vier grote traditieclubs PSG, Monaco, Lyon en Marseille, ziet met plezier de geboorte van nieuwe uitdagers. Naast Nice is er ook Lille, overgenomen door de Luxemburgse zakenman Gérard Lopez. Marseille heeft met Frank McCourt sinds kort een steenrijke Amerikaanse eigenaar, terwijl bij Lyon ‘eeuwige voorzitter’ Jean-Michel Aulas uiteindelijk 20 procent van zijn aandelen verkoopt aan Chinezen. De Ligue 1 zou in de toekomst wel eens kunnen uitgroeien van een big four tot een big six.
De voorbeelden uit Parijs en Monaco krijgen ondertussen navolging. Naast de verrassende komst van Balotelli naar Nice bewijzen ook de terugkeer van Dimitri Payet bij Marseille, de transfer van Julian Draxler naar PSG en vooral de overgang van Memphis Depay van Manchester United naar Lyon de recent verworven slagkracht van de Franse voetbalclubs. De Nederlandse vleugelspeler, die het moeilijk had op Old Trafford, verkoos Lyon zowaar boven PSG.
Leeggeplunderd na de zeven opeenvolgende landstitels, opteert Olympique Lyon resoluut voor een terugkeer naar de bron. Voortaan rivaliseert Lyon met FC Barcelona als het gaat om het grootste aantal spelers opgeleid in de club en spelend in de vijf belangrijkste Europese competities. Na de Brazilianen zijn de Fransen trouwens de best vertegenwoordigde buitenlanders in Europese competities. ‘Weinig competities brengen zo veel goede spelers voort als de Franse’, steekt Marc Wilmots zijn bewondering niet onder stoelen of banken in France Football. ‘Het volstaat om te kijken naar de resultaten van de jongerenploegen om aan te tonen dat Frankrijk over heel veel voetbaltalent beschikt. De Franse opleiders en jeugdtrainers verdienen daarvoor een grote pluim.’
150 MILJOEN IN HET ROOD
De revival van het Franse voetbal verzacht alvast het vertrek van talenten als Kingsley Coman (opgeleid door PSG), Ousmane Dembélé (Rennes) en Anthony Martial (Lyon en Monaco). Bij de zestien clubs die zich plaatsten voor de achtste finales van de Champions League spelen negen spelers die uit het opleidingscentrum van Monaco komen. PSG telt bij de laatste zestien zeven zelf opgeleide spelers, van wie er zes voor de club uitkomen. Op dat vlak doen alleen Barça en Real beter. Op 30 januari hadden dit seizoen al 29 spelers hun debuut gemaakt in de Ligue 1. Dat is, met een voorsprong van tien eenheden op de Spaanse Liga, het grootste aantal in de vijf grootste Europese competities.
Bij de top vijf van Europese ploegen die het meeste vertrouwen geven aan jongeren, staan naast Espanyol Barcelona maar liefst vier Franse clubs: Nice, Nantes, Toulouse en Lyon. Malang Sarr, de 18-jarige verdediger van Nice, heeft het meeste speelminuten op zijn teller staan en Alban Lafont, doelman van Toulouse, bevindt zich op 18-jarige leeftijd bij de meest ervaren spelers onder 21. Voor investeerders vormt de Franse opleiding een toegevoegde waarde op meerdere vlakken: nieuwe accommodaties, een schappelijke prijs en een goede economische situatie. Redenen genoeg dus om hun geld in Frankrijk te beleggen.
Met in totaal 742 miljoen euro aan transfers stelt de jongste wintermercato alweer een record scherper. Uiteraard neemt de Premier League de eerste plaats in met 443 miljoen, maar op de tweede plaats prijkt al de Ligue 1 met 225 miljoen. De opvallendste vaststelling is dat waar ze in Engeland een positieve balans kunnen voorleggen van 51 miljoen, ze in Frankrijk voor 150 miljoen in het rood gingen. Zowel de verbeten race om de titel als die om het behoud zijn daarvoor verantwoordelijk. In de degradatiestrijd moet het nummer 18 immers barrage spelen en daarvoor komt nog nagenoeg de hele rechterkolom in aanmerking.
VERDEDIGEND DENKEN
Enkele kanttekeningen echter bij al het positieve over de Ligue 1. Ten eerste is er het geboden spektakel. De grote kanonnen zoals Monaco fusilleren het merendeel van hun tegenstanders, maar op een zeldzame uitzondering na blijven die tegenstanders in de eerste plaats verdedigend denken. Het gemiddeld aantal doelpunten blijft al een tijd steken op 2,5 per wedstrijd ofte 25 per speeldag. Illustratief is dat Stéphane Ruffier van Saint-Etienne samen met Manuel Neuer van Bayern München de meeste efficiënte doelman is van de vijf grote Europese competities.
De drang om de nul te houden helpt ook niet om de stadions te vullen. Le championnat des tribunes, het fameuze project dat de LFP, de Franse profliga, op poten zette om supporters te mobiliseren, zorgt evenmin voor het gewenste effect. De verrassende top drie – waarbij trouw, sfeer in de stadions en activiteiten van de fans op sociale media de belangrijkste criteria zijn – bestaat momenteel uit Guingamp, Rennes en Dijon. De aanval van Monaco, de beste van Europa, staat in fel contrast met het aantal toeschouwers. Dat ligt immers het laagst van de hele Ligue 1.
Zoals elders in Europa stijgen ook in Frankrijk de toegangsprijzen. Sommige bastions blijven echter overeind, zoals het Stade Geoffroy-Guichard van Saint-Etienne. Heil kan op dat vlak ook komen uit de Ligue 2, waar mythische clubs als Racing Club de Lens en Strasbourg vechten voor promotie. Een ander lichtpunt in die optiek is de, weliswaar zeer gecontroleerde, terugkeer van de Ultra’s bij PSG. De fanatieke supportersschare was al sinds 2010 uit het stadion verbannen, maar de Qatarese bestuurders hebben eindelijk de echo van een zingend Parc des Princes begrepen. Een mooi spektakel is immers weinig waard zonder zijn belangrijkste cliënteel.
DOOR NICOLAS TAIANA – FOTO’S BELGAIMAGE
Op 30 januari hadden dit seizoen al 29 spelers hun debuut gemaakt in de Ligue 1.
Bij de top 5 van Europese ploegen die het meeste vertrouwen geven aan jongeren, staan maar liefst vijf Franse clubs.
Er kunnen toch ook enkele kanttekeningen geplaatst worden bij al het positieve over de Ligue 1.