Zwemmer Stefaan Maene zag dat hij voorlag op de wereldrecordhouder.
Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun mooiste sportherinnering.
Van toen ik opstond had ik het gevoel: dit is mijn dag. Ik kan het niet verklaren of analyseren. Alles voelde juist, alles verliep naar wens, ik voelde mij zo sterk als duizend man. Op voorhand had ik mij voorgenomen om niet overdonderd te worden door het evenement. Tijdens de Olympische Spelen van 1992 was ik amper 20. Als je dan plots in het olympische dorp tussen al die sportsterren zit, kan je je een kleine Belg voelen. Maar eens ik in Barcelona was, viel het me niet moeilijk om geconcentreerd te blijven. Ik wou zo snel mogelijk het water in, en tonen wat ik kon.
In de reeksen van de 200 meter rugslag verpulverde ik het Belgisch record. Het is vreemd om te zeggen, maar na 50 meter wist ik al dat het goed kwam. Vanuit een ooghoek zag ik dat ik voorlag op de wereldrecordhouder. Ik zwom onder de twee minuten, een magische grens op de 200 meter. Met een vierde tijd plaatste ik me voor de finale. Zelf schrok ik daar niet zo van – ik ben altijd al ambitieus geweest – maar de buitenwereld stond als van Gods hand geslagen. Ik beken dat ik toen wel begon te hopen op meer.
Een olympische finale voor 20.000 toeschouwers: daar blijft niemand onbewogen bij. Aan het tussenpunt lag ik derde, maar nadien was het overleven. Op de beelden lijkt het wel alsof ik met moeite nog aan de rand van het zwembad geraak. Ik eindig als achtste. Met een beetje meer ervaring had er meer ingezeten. ’s Middags had ik niet meer kunnen slapen. Dat zou nochtans alle verschil hebben gemaakt, want ik deed mijn belangrijkste trainingen ’s ochtends. Want je plaatsen voor de finale – en daar mikten de Belgen op – deed je ’s ochtends. In de namiddag zwom ik minder flitsend.
Ik moet trots zijn op wat ik toen als twintigjarige presteerde. Ik was de eerste Belg sinds de Tweede Wereldoorlog die een olympische finale zwom. Mijn record uit de reeksen staat nu, 33 jaar later, nog steeds op de tabellen. Ik ben blij dat er eindelijk goeie Belgische rugslagzwemmers zijn opgestaan die het kunnen verbreken – de kans is groot dat het dit jaar al gebeurt.