Korfbalster Patty Peeters leek te stunten, tot de scheidsrechter er zich mee moeide.
Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun mooiste sportherinnering.
Een van de grote troeven van korfbal, en een belangrijke reden waarom ik het zo’n mooie sport vind, is dat je het kunt beleven met familie en vrienden. Het EK van 2010 was het eerste toernooi waarin ik mezelf kon beschouwen als vaste waarde bij de Belgian Diamonds, de nationale korfbalploeg.
Mijn broer stond ook in de ploeg. Ik deelde een speelvak met mijn toekomstige echtgenoot en met Sara Goossens, een goeie vriendin. Zo’n hecht team gunt elkaar alles en gaat voor mekaar door het vuur.
Het Europees Kampioenschap vond plaats in de Rotterdamse Ahoy. Nederland wint van oudsher elk groot toernooi en was in eigen huis uiteraard topfavoriet. De Nederlanders zijn profs en beschikken over een goed gesubsidieerde omkadering, terwijl wij zo goed als het kon probeerden te trainen na onze dagtaak.
In principe is het een ongelijke strijd, maar die generatie Belgen had zich voorgenomen om zonder schroom de handschoen op te nemen. De Belgische fans voelden dat er elektriciteit in de lucht hing. Ze hebben ons vooruit geschreeuwd als nooit tevoren. We raasden door het EK. In de halve finale veegden we de vloer aan met de nochtans sterke Duitsers. In de finale wachtte het onvermijdelijke Nederland.
De beleving van die match viel met niets te vergelijken. Een minderheid Belgische fans overstemde de volgelopen Ahoy. De Nederlanders startten furieus, maar de Belgen lieten zich niet intimideren. We kwamen op gelijke hoogte en leken op en over Nederland te gaan. Een historische stunt leek in de maak… tot de scheidsrechter er zich mee moeide. We kregen twee discutabele strafworpen tegen.
Even was de focus gebroken en meer had Nederland niet nodig om een kloof te slaan. We verloren met opgeheven hoofd. Zelf speelde ik een sterke match. Ik scoorde twee doelpunten, waarvan één na een geweldige pass van mijn broer. Mijn rechtstreekse tegenstander Kim Cocu, gewezen Speelster van het Jaar, heeft geen enkele korf gescoord.
Ondanks het zoveelste zilver is dat EK een mooie herinnering. Altijd verliezen van dezelfde oppermachtige tegenstander wordt een mentaal gegeven. Je doet je best, maar van binnen denk je: het zal toch weer niks worden. Sinds 2010 is er het oprechte geloof dat het wél kan. Mijn generatie heeft die kentering gebracht. Daar ben ik best trots op.
‘België is wereldtop: toch is korfbal geen nationale trots’