Bobsleester An Vannieuwenhuyse hoorde luide Belgen in Zuid-Korea.
Jef Van Baelen vraagt toppers naar hun mooiste sportherinnering.
Het gevoel dat overheerste toen ik en mijn remster Sophie Vercruyssen begonnen aan onze laatste run op de Winterspelen van 2018 was: we hebben onszelf tekortgedaan. Onze eerste twee ritten waren vrij goed. Nog zo twee en we zouden ons doel bereiken, namelijk een plek in de top twaalf. Maar run drie was matig, alsof de slee aan het ijs bleef plakken. We zakten weg in het klassement. Uit die teleurstelling groeide ook het besef: we staan hier wel op het grootste en mooiste sportevenement ter wereld. Dit is uniek en we moeten hier van genieten.
Net toen de organisatie onze slee op het ijs zette voor de laatste run, hoorde ik het. Die typische Belgische supportersleuze: ‘Belgium!’ en dan drie klapjes. Het begon flauw, maar wakkerde aan tot het over heel de baan dreunde. Straf, want zo veel Belgen waren er niet in Pyeongchang: Zuid-Korea is een dure reis. Maar wie er was, scandeerde uit volle borst. Ik ontspande en tegelijk raakte ik enorm opgezweept. Dit meemaken is waarom ik zo hard heb getraind, de fans willen dat ik het goed doe, en ik zal hier verdorie het maximale uit halen. Dat gevoel was zó puur, aangrijpend en mooi. Ik zal het nooit vergeten.
Over bocht twee in Pyeongchang wist iedereen: die is make or break. Als je die bocht niet perfect doorkwam, verloor je veel tijd. In onze laatste run hebben we bocht twee eindelijk zuiver genomen. Door de snelheid die we daar wonnen, leken we wel te vliegen. In de laatste run eindigden we als achtste, in een tijd de wereldtop waardig. Dat doet natuurlijk dromen van meer. Maar die extra motivatie bleek een val. Ik stak het in mijn hoofd dat het nog veel beter moest, dat ik nog harder moest trainen, er nog meer voor over hebben. Ik was geobsedeerd om niets aan het toeval over te laten, maar ik overbelastte mijn lichaam. Overtraind, zeiden de dokters, die verplichte rust voorschreven. Dat heeft me ver teruggeslagen.
Na Pyeongchang lieten we een slagzin op onze bob tekenen: ‘Funded by family, friends and fans.’ Talloze spaghettifestijnen, bloemetjesverkopen en crowdfundings zijn er georganiseerd om ons onze sportdroom te laten beleven. Ik blijf er die mensen eeuwig dankbaar voor.
Kippenvel voor bobsleester Elfje Willemsen: ‘Plots stonden we tussen de wereldtop’