Door Zwitserland en Oostenrijk de duo-organisatie van het EK in 2008 toe te wijzen, koos de Uefa voor zekerheid.
Zeven organisaties en in totaal veertien landen hadden bij Uefa hun kandidatuur ingediend. Zeven organisaties, want sinds de Europese voetbalbond in 1995 voor een primeur zorgde door voor het eerst een toernooi door twee landen samen te laten organiseren (Euro 2000 door België en Nederland), is het verschijnsel in. De Fifa wees het WK 2002 toe aan Zuid-Korea en Japan, en de combinatie Hongarije-Oostenrijk verloor vier jaar geleden maar net het pleit van Portugal voor de toewijzing van het EK 2004.
Met het oog op de editie van 2008 veranderden de Oostenrijkers het geweer van schouder. Ze gingen een verbond aan met Zwitserland, als thuisland van zowel de Fifa als de Uefa niet alleen kapitaalkrachtiger, maar ook invloedrijker. De Hongaren, teleurgesteld in hun partner, dienden hun kandidatuur opnieuw in, maar dit keer alleen. Het land met de snelst groeiende economie van Oost-Europa besefte dat het een verloren strijd streed. Naast Hongarije was alleen Rusland bereid om een individueel dossier in te dienen. De recente gijzeling met dodelijke afloop in het theater van Moskou door Tsjetsjeense rebellen deed het dossier echter geen goed.
In alle andere dossiers sloegen diverse Uefa-leden de handen in elkaar. Bosnië-Herzegovina zocht en vond steun in Zagreb, maar met Kroatië diende het vooral een dossier in dat aan elkaar hing van beloftes en projecten-op-papier. Schaatsen op dun ijs, vonden ze dat in het hoofdkwartier van de Uefa.
Schotland op zijn beurt vormde met Ierland een Keltisch – of Gaelic – bondgenootschap. Men maakte zich er sterk dat hun dossier na de succesvolle organisatie van de Champions Leaguefinale in Hampden Park, tot de favorieten behoorde. Helaas toonde Ierland zich gaandeweg een niet zo betrouwbare partner. Daar waar het Schotse clubvoetbal in Europa nog aardig meekan en er (één in Edingburgh en drie in Glasgow) piekfijne stadions klaar zijn, was dat in Ierland veel minder het geval. Het mag dan Europees wel een goeie subtopper zijn en op toernooien geregeld verrassen, het doet dat vooral dankzij voetballers die in Engeland spelen. De Ierse competitie stelt weinig voor en moderne stadions, buiten Landsdowne Road, thuishaven van de nationale voetbal- en rugbyploeg, heb je er niet. Plannen om nog een stadion te bouwen in Dublin, wilde de regering financieel niet steunen. En de Ierse eerste minister mocht dan in laatste instantie nog brieven naar de Uefa sturen om zich ervoor garant te stellen dat zijn land twee stadions tijdig klaar zou hebben, desgevraagd kon hij de namen ervan niet kwijt aan zijn eigen parlement.
Ook Griekenland zocht een partner en vond die met Turkije. Een beetje vreemd met in het achterhoofd de gespannen toestand op het verdeelde eiland Cyprus en de rellen tijdens het recente duel Fenerbahce-Panathinaikos (tweede ronde Uefabeker). Een troef was dan weer dat Griekenland de installaties van de Olympische Spelen die in 2004 plaatsvinden in Athene, opnieuw zou kunnen gebruiken. Tegelijk vormde dat een nadeel : twee topevenementen zo kort na elkaar in hetzelfde land, dat lag moeilijk in sportmiddens.
De laatste en ook ernstigste tegenkandidaat in de ogen van velen, was het voorstel van het Scandinavische vierluik Zweden-Denemarken-Noorwegen-Finland. Een grote, ingewikkelde organisatie, gesteund door Uefa-voorzitter Johansson, die uiteraard, net als zijn Noorse collega Omdal, geen stem mocht uitbrengen op zijn eigen land. Ook de Ijslander Magnusson werd van de stemming uitgesloten, omdat zijn land officieel de kandidatuur van de vier Noordelijke landen steunde. Dit dossier plaatste de Uefa voor enkele praktische problemen. Zweden organiseerde op zijn eentje nog het EK in 1992, het financiële dossier zou met de diverse munt- en fiscale regimes een kluwen van jewelste worden, en wat met de regel dat een organiserend land rechtstreeks geplaatst is voor het toernooi ? Dat konden er nu toch niet in één klap vier zijn ? Reglementair is twee het maximum, maar welke moesten dat dan worden ?
Met die vragen trok het Uitvoerend Comité van de Uefa zich vorige donderdag terug in de buurt van Nyon, waar elk dossier een laatste kwartiertje kreeg om zijn kandidatuur te verdedigen. De Uefa-leden kozen uiteindelijk voor Zwitserland-Oostenrijk. De laatste tegenstander in de afvallingsrace was verrassend genoeg Hongarije geworden, en niet één van de andere duo-organisaties. Rusland lag er zoals verwacht snel uit, net als de Grieken, de Turken, de Bosniërs en de Kroaten. In het Schots-Ierse dossier lag de klemtoon nogal sterk op Glasgow, wat, zo weet Michel D’Hooghe uit ervaring, geen te best vertrekpunt is voor de moeilijke denkoefening die een dergelijke organisatie is in twee verschillende landen.
Een verrassing voor D’Hooghe was dat ook het Scandinavische dossier vrij snel werd gewipt. De Uefa was wat bang dat in de twee landen die hun ploeg niet rechtstreeks geplaatst zouden weten voor de eindronde, de ambiance rond de organisatie minder zou zijn. Anderzijds vormde in zo’n verkiezing, waar ook altijd politieke factoren een rol spelen, ook de figuur van Lennart Johansson misschien een hinderpaal. Johansson was – en dat zijn ze in Zwitserland niet vergeten – vorige zomer nog de voortrekker in een poging om Sepp Blatter, een Zwitser, uit de Fifa-voorzittersstoel te wippen. Niet vergeten dat Blatter in Europa ook vóórstanders heeft.
Met de winnaar koos de Uefa voor zekerheid, veiligheid, degelijkheid, commerciële bekendheid en een centrale ligging in Europa. Er komen vier nieuwe stadions in Zwitserland, dat het voortouw nam en Oostenrijk met zich meesleurde – Oostenrijk, dat verrassend genoeg geen wedstrijden zal laten plaatsvinden in Graz, stad met twee van de tien Oostenrijkse eersteklassers. Drie stadions zijn al klaar, drie andere worden op dit moment verbouwd en nog twee andere zullen straks aanpassingen ondergaan. In het Ernst Happel-stadion in Wenen (53.295 plaatsen) zal de finale plaatsvinden, in Wankdorf in Bern (42.421 plaatsen) de openingswedstrijd.
Qua transport en ook financieel lijkt het dossier stevig in mekaar te zitten. De overheid biedt in beide landen garanties dat het toernooi op hun steun mag rekenen, terwijl met Credit Suisse, Winterthür, Shell, T-Online Oostenrijk en Zwitserland, de Oostenrijkse loterij, het Zwitserse Sport-Toto-Ticketcorner, Keystone en de diverse openbare tv-zenders zich ook al betrouwbare partners engageerden.
Nog dit leuk detail. In het videofilmpje dat het winnende organisatiecomité maakte voor de leden van de Uefa, werd een voetbal getoond die uiteen viel in een homp kaas en een stuk chocola. Als nationale symbolen kan dat tellen. De Ieren zagen het op dat punt iets moderner, met U2 als gastmuzikanten. Alleen jammer van die stadions.
door Peter T’Kint