Precies honderd dagen is José Riga aan de slag bij de Rouches. Stilaan krijgt het nieuwe Standard vorm.

Zin voor humor heeft José Riga wel. Op de vraag waarom hij tegen Lierse voor nagenoeg hetzelfde elftal koos – alleen Mémé Tchitéstartte in plaats van Maor Buzaglo – als drie dagen eerder tegen Kopenhagen, antwoordde hij: “Omdat ik wist dat zo geen enkele krant de goeie basisopstelling zou hebben.” Het was een opmerking met een knipoog naar zichzelf, want tot nu veranderde Riga bijna elke wedstrijd zijn team. Veranderen om te veranderen doet hij nooit, benadrukt hij. Wie uit de ploeg gaat, heeft dus niet helemaal aan de verwachtingen voldaan.

Met de dubbele zege van afgelopen week (vijf keer gescoord, geen tegengoal) is het fluitconcert dat Standard donderdagavond aan de rust nog van de eigen fans kreeg, vergeten. Europees overwinteren is haalbaar, in de competitie moet de uitbalans (twee nederlagen en twee gelijke spelen) beter. Het middenveld van Standard is niet langer een bouwwerf. Nieuwkomers als William Vainqueur en Luis Seijas toonden afgelopen week hun potentieel voor de Belgische competitie.

Tegen Lierse speelde Riga verrassend met één in plaats van met twee verdedigende middenvelders. “Ik wil een ploeg die baas is over de tegenstander. Denkt u dat het José Mourinho wat kan schelen dat Real de meeste goals maakt uit de tegenaanval? We hebben goeie prestaties neergezet met twee verdedigende middenvelders, maar in een goed geolied team kies ik voor een 4-3-3 met twee aanvallende middenvelders.”

Aan een ploeg kon hij pas vanaf september bouwen. “Uit de voorbereidingswedstrijden kon ik geen conclusies trekken, omdat ik niet wist wie zou blijven en wie ging vertrekken.” Naast wie weg is, waren er de spelers die dreigden te vertrekken: Sinan Bolat, Aloys Nong en Mémé Tchité. “Telkens als er een brandje geblust was, ging een ander vuurtje branden. Tchité zat er niet met zijn gedachten bij, hij had ook concrete aanbiedingen. Ik heb met die spelers moeten praten. Ik moest ze ertoe brengen hun gedrag te veranderen, door hen uit te leggen wat ik van hen verlangde.” Ook na de mercato bleef het moeilijk om met twee matchen per week aan automatismen te werken.

Om niet te veel druk te leggen op de schouders van de nieuwe trainer, spraken de bestuurders in het begin over een overgangsperiode. Toen ze na de transferperiode de lat hoger legden, sprak Riga zich daar bewust niet over uit. Wat zijn zijn conclusies nu? “Dat we qua mentaliteit en trainingsarbeid op de goeie weg zijn, maar dat moet zich nog vertalen in de competitie.”

Want Riga wil niet alleen winnen, hij wil ook winnen met mooi voetbal. “Het is nog een beetje zoeken in de ploegonderdelen waar geen automatismen zijn. Maar ik ga niet schreeuwen als ze eens een lange bal gebruiken. Met Jelle Van Damme is dat soms aangewezen. Maar alle trainingsstof is gebaseerd op het spelen over de grond.”

Verdedigend zit hij krap – “daar reken ik op de polyvalentie van mijn spelers”. Voorin heeft hij vooral aanvallers met hetzelfde profiel, maar ziet hij Tchité nu bevrijd voetballen.

Europees was Zürich achteraf bekeken, gezien de prestaties van Standard in de volgende Europese wedstrijden, een ploeg die de Rouches hadden moeten aankunnen, stelt de trainer vast. In die Belgische competitie vond Riga alleen de wedstrijd in Gent een tegenvaller. “In Genk kregen we de rekening voor het missen van onze kansen in de beginfase van de match. Wat me overtuigt dat we niet slecht bezig zijn, is dat de meeste tegenstanders die bij ons komen op hun eigen helft blijven en afwachten.”

DOOR STEPHANE VANDE VELDE & GEERT FOUTRÉ

Riga wil niet alleen winnen, hij wil winnen met mooi voetbal.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content