Het was een pakkend moment: een geëmotioneerde Jean- Pierre Papin werd afgelopen zondag gehuldigd als de beste buitenlander uit de geschiedenis van Club Brugge. Hij was door de lezers van Sport/Voetbalmagazine, Krant van West-Vlaanderen en door een vakjury uitgeroepen tot de beste van de 100 buitenlanders die ooit een officiële wedstrijd voor blauw-zwart speelden. Voor de wedstrijd tegen Roeselare kreeg Papin een ingekaderde en naar aanleiding van deze verkiezing gemaakte voorpagina van dit magazine en overhandigde Raoul Lambert, die de Fransman destijds ontdekte bij Valenciennes, een shirt van Club Brugge. De 25.000 toeschouwers scandeerden luid zijn naam en zorgden voor een echte feeststemming. Papin had zoveel eerbetoon duidelijk niet verwacht. Hij was ontroerd en kreeg heel even tranen in de ogen. Achteraf sprak hij van een van de meest intense momenten uit zijn carrière.

Jean-Pierre Papin, tegenwoordig trainer van Lens, maakte tijdens het seizoen 1985/86 furore bij Club Brugge, dat voor hem een wipplank was naar een topcarrière. Hij was sindsdien nooit meer in Brugge geweest. De terugkeer naar de plaats waar het allemaal begon, zorgde al voor het begin van de wedstrijd voor sentimentele gevoelens. Papin was ’s namiddags naar Zedelgem gereden om het huis te zoeken waar hij in zijn Brugse periode woonde. “Maar ik heb het niet gevonden en de naam van de straat kende ik niet meer”, zegt hij. Hij zou zich daar later op de avond over informeren.

Totaal ontspannen tafelde Jean-Pierre Papin voor de wedstrijd tegen Roeselare samen met zijn echtgenote en de bestuurstop van Club Brugge. Verschillende keren vertelde hij “heel blij te zijn dat hij hier was uitgenodigd.” Het kwam recht uit zijn hart. In een ongedwongen sfeer vertelde hij aan tafel over zijn trainerschap bij Lens, dat in juli met de bouw van een nieuw stadion gaat beginnen, een arena met 52.000 plaatsen, een hotel en een jeugdcomplex, een project dat 110 miljoen euro zal kosten. Michel D’Hooghe moest even slikken.

Oude herinneringen werden opgehaald. Papin luisterde lachend naar een verhaal van Michel D’Hooghe over zijn overgang naar Marseille toen Bernard Tapie in woede ontstak omdat hem door Club een bankgarantie was gevraagd. En hij herinnerde zich nog de eerste reportage in dit magazine, kort na zijn overgang naar Club Brugge, in mei 1985. Zijn zoon was toen drie maanden. “Nu”, zegt Papin, “heeft mijn zoon zelf een zoon van drie maanden.” Heel goed herinnerde Papin zich ook nog hoe Club zijn spelers motiveerde: door lage basissalarissen en hoge premies. Dat is nu juist zijn probleem bij Lens: “Ze worden zo goed betaald dat ze geen honger meer hebben om te presteren.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content