De Senegalese spits, die zondag met Lokeren op bezoek gaat bij zijn ex-club Zulte Waregem, spreekt over zijn jeugd, zijn avonturen in Frankrijk en zijn passages bij Zulte Waregem, AA Gent en Standard. ‘Zulte is de enige club waar ik op mijn beste positie werd uitgespeeld.’

Kortrijk, een hotel tegenover het station. Daar hebben we afgesproken met Mbaye Leye (32) voor een lang gesprek. De spits van Lokeren is een man uit één stuk, die vaak een pertinente mening heeft over de voetbalwereld. Mbaye is niet alleen, hij heeft zijn dochter Jeanne en zijn zoontje Tidiane meegebracht. Die laatste heeft straks nog training.

Heeft hij de voetbalgenen van zijn vader?

Mbaye Leye: “Hij voetbalt in ieder geval graag. Hij speelt bij de U7 van Zulte Waregem. Mijn familie wilde niet verhuizen. Ook al speel ik nu bij Lokeren, we wonen nog altijd in Kuurne. Zo kunnen de kinderen naar school blijven gaan in Waregem. Dat is belangrijk voor hun stabiliteit.”

Jouw jeugd zag er wel enigszins anders uit. Tot welke leeftijd heb je in Senegal gewoond?

“Tot ik 17,5 jaar was. Mijn zus woonde in Rennes en zij overtuigde me om naar Frankrijk te komen voor mijn studies.”

Welke studies?

“Letteren, advocaat of sportleraar. Uiteindelijk koos ik voor literatuur.”

Wat deden je ouders in Senegal?

“Mijn moeder werkte in de Centrale Bank van West-Afrika en mijn vader in het equivalent van de VDAB.”

Waren het intellectuelen?

“Ja, het waren… ik zal niet zeggen ‘welgestelde’, maar mensen van een bepaald niveau. Ik was de jongste van de familie, ik werd vertroeteld en had een mooie jeugd.”

Senegalees en Bretoens international

Je speelde al voetbal in Senegal?

“Ja, met mijn vrienden op straat. Zoals iedereen in mijn land. Maar ik ben nooit lid geweest van een club. Voor mijn ouders was een diploma veel belangrijker. Mijn vader vond dat voetbal niet meer dan een hobby kon zijn.”

Hoe ben je voetballer geworden bij Rennes?

“Vreemd genoeg had ik daar geen vrienden. De gemakkelijkste manier om me te integreren, dacht ik, was om me in een voetbalclub in te schrijven. En zo ben ik beland bij een ploegje uit de Franse zesde klasse. Ik combineerde dat met mijn studies. En zoals elke Afrikaan in Europa stond ik op om zes uur om een beetje te werken. Ik heb schoongemaakt in bedrijven voor ze opengingen.”

Je was schoonmaker?

“Ja. Het is de eerste keer dat ik dat zeg in een interview. Ik hielp mijn zus op die manier, want voor mij was het belangrijk om onafhankelijk te zijn. Op het einde van het jaar vond ik werk in een restaurant, meer bepaald in een pizzeria. Ik heb ook gewerkt in een fabriek waar Citroëns gelakt werden. Dat was de zwaarste job die ik ooit gedaan heb.”

Besefte je dat je aanleg had voor voetbal?

“Ik kon voetballen maar ik had er geen idee van welk niveau ik aankon. Uiteindelijk heb ik drie seizoenen in zesde klasse gespeeld en ben ik er topschutter geworden. Ik heb zelfs in een Bretoense selectie gespeeld.”

Leg dat eens uit!

“In Frankrijk bestaat er een Coupe des Régions: Bretagne tegen Aquitanië of Normandië. En de Franse winnaar neemt het op tegen andere Europese regio’s. Met Bretagne heb ik zo de Europese Regions’ Cup gespeeld.”

Je bent dus niet alleen Senegalees international geweest, maar ook Bretoens…

“Voilà!”

Hoe ben je dan bij Lorient terechtgekomen?

“Omdat ik ooit een hattrick maakte tegen de reserven van Lorient. Daarop hebben ze me een stagiairecontract voorgesteld, maar dat was moeilijk voor mij omdat mijn ouders niet wilden dat ik voetballer werd. Tijdens het eerste jaar heb ik hen dus niet verteld dat ik mijn studies onderbroken had voor het voetbal. Pas toen ik merkte dat het wel iets kon worden, heb ik hen ingelicht.”

Hoe reageerden ze?

“Aangezien dat juist na het WK 2002 gebeurde, waar Senegal goed had gepresteerd (het werd pas in de kwartfinale geklopt door Turkije, nvdr), gingen ze akkoord.”

Na Lorient ging je naar Amiens. En hoewel Ludovic Batelli, de ex-trainer van Amiens, nog altijd de mond vol heeft over jou, kon je je daar niet doorzetten…

“Ik werd daar geconfronteerd met spelers die al tien jaar in de Ligue 2 speelden en ik geraakte snel geblesseerd. Op het einde van het seizoen zei ik aan Ludovic Batelli dat ik weg wilde. Hij zei dat hij me niets kon verwijten en dat hij begrip had voor mijn situatie. Als ik iets vond, mocht ik weg.”

Je blesseerde je daar bij je eerste doelpunt in de Ligue 2…

“Ja, tegen Ajaccio brak ik mijn sleutelbeen. Toen ik terugkwam uit blessure, draaide de ploeg heel goed. Er was geen plaats meer voor mij.”

Hypocrisie

En zo kwam je acht jaar geleden in België terecht?

“Juist.”

We doen dit interview in het Frans, maar spreek je ook Nederlands?

“Ik begrijp het en spreek het een beetje. Vorig jaar vroeg ik me af wat ik kon doen tijdens mijn revalidatie en heb ik een leraar Nederlands thuis laten komen.”

Je hebt in beide landsdelen gevoetbald. Zie je een verschil in mentaliteit?

“Ja, in de benadering. Bij Standard komen de mensen naar je toe, ze omhelzen je, gaan direct met je in discussie en willen je met alles helpen. Soms dacht ik dat er iets niet klopte, maar neen, het is gewoon zo: de mensen willen je alles geven. In Vlaanderen willen ze je eerst goed leren kennen en duurt het langer voor ze naar je toe komen. Wanneer ze je goed kennen, zijn ze ook in staat om veel voor je te doen.”

Gent was niet echt een succes…

“Ik onthoud dat we tweede werden in de competitie en dat we de beker wonnen. Met Standard en Zulte Waregem werd ik ook tweede.”

Je bent de Poulidor van het Belgische voetbal…

“Op dit moment wel. Maar ik hoop toch nog een prijs te pakken.”

Heb je goede herinneringen aan Standard?

“Ja. Ik heb de gelegenheid gehad om een grote club te leren kennen, om te zien hoe men er leeft, om er de concurrentie mee te maken en… de hypocrisie van het nieuwe bestuur. Toch blijf ik met een gefrustreerd gevoel achter omdat ik er niet heb kunnen doen wat ik bij andere clubs wel kon.”

Waarom kon je dat niet?

“Omdat de aanval goed draaide. Ik was de enige polyvalente spits. Dat was een nadeel: ik was de gatenvuller. Ik ben er zelfs defensieve middenvelder en linksachter geweest! Maar als ik daarna bij Zulte Waregem kon schitteren, dan was dat toch omdat ik het bij Standard moeilijk gehad heb en omdat Zulte de enige club is die me op mijn beste positie heeft uitgespeeld. Dat verklaart voor een groot stuk mijn goede statistieken daar.”

Wat stelde Standard je voor toen je weg wou?

“Uiteraard kwamen ze af met STVV, maar ze begrepen al snel dat ik zelf over mijn lot wou beslissen. En zo ben ik kunnen terugkeren naar Zulte Waregem.”

Hoe was je relatie met Dury?

“Goed. Zoals het tussen speler en coach betaamt. Onze relatie is goed geëvolueerd. Na mijn eerste seizoen, voor ik naar AA Gent vertrok, had Francky Dury het er moeilijk mee dat een basisspeler in het midden van het seizoen weg wou. Hij kon dat maar niet aanvaarden en heeft het me erg kwalijk genomen.”

Gekke Maes

Je zit nu bij Lokeren, terwijl je naam afgelopen zomer vooral genoemd werd bij Mouscron-Péruwelz.

“Ik ga je vertellen wat er gebeurd is met Mouscron-Péruwelz. Afgelopen zomer speelde ik niet meer bij Zulte Waregem en zocht ik een club dicht bij mij thuis om er te gaan trainen, in een professionele omgeving. Kortrijk was uitgesloten want de rivaliteit met Essevee is te groot. Dankzij een vriend kreeg ik het telefoonnummer van François Vitali, sportief verantwoordelijke bij RMP. Ik probeerde hem een paar keer te bellen, maar hij antwoordde nooit. Uiteindelijk stuurde ik hem een sms waarin ik zei dat ik met de ploeg mee wilde trainen. Dat is het enige ‘contact’ dat ik met hem gehad heb. Hij reageerde er niet op, maar de volgende dag zie ik in de pers dat ik aan het onderhandelen ben met Mouscron-Péruwelz maar dat ik een te groot salaris vraag…”

Vandaar dus de verhalen in de media.

“Het is onjuist om te zeggen dat ik contact had met RMP. Het ergste is wel dat er verkondigd werd dat mijn looneisen overdreven waren.”

En waarom Lokeren?

“Omdat ze een vervanger zochten voor Hamdi Harbaoui. En omdat Peter Maes klare taal sprak en dat beviel me wel.”

Met Maes heb je wel niet de gemakkelijkste trainer. Integendeel.

“Oké, hij is hard, maar ik vind hem ook verbazend gek. Hij maakt geen onderscheid tussen spelers. Hij spreekt ons allemaal op dezelfde manier toe. Iedereen scheldt hij verrot, zelfs zijn assistenten! In het voetbalmilieu kom je maar zelden iemand tegen die zo authentiek is, die zich niet in bochten wringt om je te zeggen wat hij denkt. Bij Lokeren train je zoals je wedstrijden speelt, dat bevalt me wel.”

Heb je bij Lokeren het spelplezier teruggevonden?

“Ja, want toen ik voor de eerste keer het veld ging opkomen bij Lokeren, scandeerde het publiek mijn naam. Op dat moment dacht ik: ik heb nog niks gedaan voor deze club en toch staan ze al achter mij. Dat heeft me gemotiveerd. Voor mij is Lokeren de perfecte club om mijn carrière opnieuw te lanceren.”

Studeren

Heb je vrienden overgehouden aan het voetbal?

“Ja. Jongens als Steven Defour, Mehdi Carcela, Christophe Lepoint, Benjamin Nicaise en Elimane Coulibaly. Ze hebben allemaal naar me geïnformeerd toen ik geblesseerd was.”

Heb je al gedacht aan je carrière na het voetbal?

“Ik heb al trainerscursussen gevolgd. Volwassenen coachen interesseert me, omdat je een bepaalde persoonlijkheid moet hebben om beslissingen te nemen en ik denk dat ik aan dat profiel beantwoord. Het is niet omdat je gevoetbald hebt dat je een goede trainer bent. Het is meer een kwestie van persoonlijkheid.”

Zie je jezelf als een atypische speler?

“Ik heb dingen meegemaakt waardoor ik besef dat ik het geluk heb om te kunnen doen wat ik wil en wat ik graag doe. Ik ben me ervan bewust dat er mensen zijn die meer werken, die zich dubbel plooien in hun job en toch minder verdienen dan ik. Ik vind ook dat kinderen moeten studeren zo veel ze kunnen. Mijn studies hebben me geholpen in het voetbal, vooral om me aan te passen.”

Over aanpassing gesproken, zie je het racisme in de stadions verminderen?

“Als het niet draait op het veld, worden de zwarte spelers toch nog geviseerd. In dat soort racisme gaat het niet om het ene ras dat superieur is ten opzichte van het andere, maar wil men het verschil hekelen. Bepaalde mensen nemen hun frustratie mee naar het stadion en reageren zich af op de zwarten. Dat ergert me, omdat diezelfde mensen wél applaudisseren voor de Afrikanen uit hun eigen team. Probeer dat eens te begrijpen! Er zit geen logica in.”

DOOR STÉPHANE PAUWELS EN STÉPHANE VANDE VELDE – BEELDEN: BELGAIMAGE

“In het voetbalmilieu kom je maar zelden iemand tegen die zo authentiek is als Peter Maes.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content