Vrijdag spelen de Rode Duivels hun eerste interland onder leiding van René Vandereycken en Frankie Vercauteren. Bondsvoorzitter François De Keersmaecker hoopt op de zoveelste nieuwe start.
Twee jaar geleden volgde François De KeersmaeckerJan Peeters op als voorzitter van de voetbalbond. Veel plezier beleefde hij nog niet aan zijn mandaat. De Mechelse advocaat werd geconfronteerd met de zaak- Ye en de affaire Geel-Namen, en tot overmaat van ramp greep de nationale ploeg voor de derde keer op rij naast de eindronde van een groot toernooi.
Op het sportieve vlak blijft het wachten op beterschap?
François De Keersmaecker: “We konden ons inderdaad niet plaatsen voor Euro 2008. De nieuwe campagne is echter begonnen en de kenners zijn het eens dat we over een beloftevolle ploeg beschikken. De jongeren spelen bovendien al een tijdje samen, zodat we op korte termijn resultaten mogen verwachten. Ik heb een goed oog in de toekomst van de nationale ploeg.”
René Vandereycken
U was zelf een van de grootste voorstanders om door te gaan met René Vandereycken als bondscoach.
“Die mislukte campagne mogen we niet aan de bondscoach toeschrijven. Hij moest in moeilijke omstandigheden werken. Van de vorige generatie blijven nauwelijks nog sterkhouders over, zodat hij nagenoeg van nul af aan moest beginnen. Dan kan je niet verwachten dat hij al na één interland een typeploeg neerzet die meteen resultaten behaalt.
“De groep moest door een leerproces. Ik vind dat de groep een bepaalde evolutie heeft doorgemaakt en de trainer de kans verdiende om zijn werk af te maken. Hij heeft veel spelers uitgeprobeerd, maar is langzaam maar zeker tot een vaste ploeg gekomen.”
Tegen Marokko was daar niet veel van te merken …
“Ik had gehoopt dat die interland een nieuwe start zou betekenen. De publieke opinie stond weer achter ons en was bereid het EK te vergeten. Iedereen zat op het puntje van zijn stoel. Als je dan in eigen huis met zware cijfers verliest, is de teleurstelling enorm. We lieten een geweldige kans liggen. Het heeft echter geen zin hier lang bij stil te blijven staan. Het was slechts een vriendschappelijke wedstrijd. Ik hoop dat er lessen uit getrokken worden.”
Na één wedstrijd doken er al meteen twijfels op?
“Nee, nee. De keuze is gemaakt. Er is zowel in de Technische Commissie als in het Uitvoerend Comité een diepgaande discussie geweest over de bondscoach vooraleer er gestemd werd. De meerderheid heeft beslist. Achteraf moet iedereen zich achter die mening scharen. Ook als het een kleine meerderheid is.”
Na Marokko waren er nochtans al bondsleiders die duidelijk maakten dat het niet hun beslissing was om met Vandereycken door te gaan.
“Ik heb het hen niet horen zeggen, maar wel een en ander in de kranten gelezen. Dat is heel spijtig.”
U schoof zelf alle schuld voor de draak tegen Marokko in de schoenen van de spelers.
“Marokko had een zwakke periode achter de rug. Net als wij. Toch had ik het gevoel dat er maar één ploeg op het veld stond die wilde winnen. De Marokkanen zetten alles op alles, terwijl wij er een vriendenwedstrijdje van maakten.”
De spelers zijn niet vrij te pleiten, maar moet de technische staf niet zorgen dat ze beseffen dat dit na de afgang in Euro 2008 niet zomaar een oefeninterland was?
“Motivatie is inderdaad een van de taken van de trainersstaf. Maar jullie willen me iets laten zeggen dat ik niet wil zeggen.
“Ik houd het bij de vaststelling dat we niet met de juiste instelling gestart zijn. De Marokkanen waren veel heviger en gretiger. Zij wilden iets rechtzetten. Ik had van mijn spelers graag hetzelfde gezien.”
Met Vandereycken hebt u niet voor de makkelijkste weg gekozen. Hij is koppig, eigenwijs en niet meteen een grote communicator.
“Dat zegt u. Ik heb geen probleem met hem. Op persconferenties antwoordt hij op iedere vraag en is hij altijd correct en vriendelijk. De pers heeft een boeman van hem gemaakt. Indien je goede afspraken maakt, zal er zelden een negatieve noot met hem zijn. Hij kan alleen niet waarderen dat hij te pas en te onpas wordt lastiggevallen of dat hij met onverwachte zaken wordt geconfronteerd.
“Misschien moeten we ons eens bezinnen over de procedure bij persconferenties. Het huidige concept lijkt me voorbijgestreefd. Slechts een enkeling stelt een vraag en zodra de spreker rechtstaat, vliegt iedereen erop af. Ik begrijp dat elke journalist zijn eigen invalshoek wil gebruiken, maar een bondscoach kan geen twintig individuele interviews geven.”
Eigenlijk wil u zeggen dat de bondscoach aardig meevalt in vergelijking met de journalisten?
“Nee hoor, maar jullie zijn wel veeleisend.”
Frankie Vercauteren
Met Frankie Vercauteren heeft u een assistent aangeworven met een gelijkaardig profiel.
“Als je de kans krijgt iemand als Vercauteren als tweede man binnen te halen, moet je niet twijfelen. Hij was als speler op het allerhoogste niveau actief en werkte als trainer bij de belangrijkste club van het land. Bovendien was hij de keuze van de bondscoach. Ik ben zeer tevreden dat hij voor ons heeft getekend.
“Dat hij over veel dingen hetzelfde denkt als Vandereycken zie ik niet als een probleem. Als we iemand hadden aangezocht met het tegenovergestelde profiel kon ik mij de commentaren al indenken. Wat haalt de bond nu weer uit? Die twee gaan van de eerste tot de laatste dag ruzie maken. Trouwens, dat is gezegd over de eerste kandidaat (Marc Wilmots, nvdr). De toekomst zal uitwijzen of Vandereycken en Vercauteren complementair zijn, maar ik geloof erin.”
Het WK 2010 halen is een must?
“We ontbraken drie keer op rij op een groot toernooi en het is de hoogste tijd dat we ons nog eens kwalificeren. Zowel naar de sponsors als naar de supporters toe. Ook financieel is het belangrijk voor de werking van de bond. Er is geld nodig om aan onze jeugdprojecten te werken en om het amateurvoetbal te ondersteunen.”
Waarom wordt Vandereycken dan met zo’n ongelukkige voorbereiding opgezadeld? Enkele weken voor de eerste WK-interland tegen Estland zit ruim de helft van de selectie in China en moet de rest een interland in Duitsland afwerken.
“Als Duitsland ons uitnodigt, kunnen we het niet maken hen af te wijzen. Dan denk ik niet eens aan de financiële consequenties. Sportief is dit een geweldige uitdaging. Soms begrijp ik de pers niet. Ik lees dat onze matchen tegen wereldkampioen Italië en Duitsland onze coëfficiënt niet ten goede komen. Willen jullie dan dat we tegen San Marino en Andorra spelen? Toen we Italië en Duitsland vastlegden, kenden we ook het resultaat van Marokko nog niet.”
Die nederlaag heeft de druk alleen verhoogd?
“Zo werkt dat in het voetbal zeker. Het is een hele eer tegen toplanden te mogen voetballen. Iedereen moet gemotiveerd zijn voor dergelijke opdrachten.”
De timing is wel zeer ongelukkig. En dan hebben we het nog niet over de Olympische Spelen.
“Daar is iedereen het over eens. Wij kunnen het ook niet verhelpen. Alles draait om de verschillende belangen die de FIFA en het IOC hebben.”
Olympische Spelen
Ons probleem is dat we slechts één in plaats van twee ploegen hebben.
“Dat maakt het extra moeilijk. Onze A-ploeg is zo jong dat het voor een groot deel ook de olympische ploeg is. Na de kwalificatie voor Beijing was iedereen echter dolgelukkig. Het gebeurde op een ideaal moment. De Rode Duivels waren aan het kwakkelen en ons voetbal kon een opsteker gebruiken.”
Standard is nu iets minder gelukkig?
“Ik kan tegen hun argumenten niets inbrengen. Standard speelt in dezelfde periode misschien zijn belangrijkste matchen in jaren. Al of niet aantreden in de Champions League is een wereld van verschil. Hun kwalificatie is ook goed voor de coëfficiënt en de uitstraling van ons voetbal.”
De olympische ploeg schaadt niet alleen de belangen van Standard, maar ook van de Rode Duivels in de aanloop naar de eerste kwalificatiematch tegen Estland.
“Daar bestaan tegengestelde visies over. Sommige kenners beweren dat het een ongelooflijke ervaring is voor die jonge spelers. Ze krijgen bovendien de gelegenheid om geruime tijd samen te voetballen en automatismen te kweken. De bondscoach beschikt slechts een beperkt aantal dagen over zijn spelers. In die optiek is het een opportuniteit om de groep langere tijd samen te hebben. Achteraf moet blijken of dit een positief punt is.”
U had resoluut voor de A-ploeg kunnen kiezen?
“We moeten proberen er het beste van te maken. Ook omdat we de steun van het BOIC appreciëren. Men zal zeggen dat het weer een Belgisch compromis wordt, maar ik zie geen andere oplossing. Ik vind niet dat we het ene onvoorwaardelijk boven het andere kunnen stellen. We hebben 80 jaar moeten wachten voor we ons nog eens plaatsten voor de Olympische Spelen.”
Mogen we u tussendoor een quizvraag stellen? Wie is regerend olympisch kampioen voetbal?
“Argentinië.”
En wie won in Sydney 2000?
“Dat weet ik niet. Ik wist ook niet dat Argentinië olympisch kampioen is, maar Filip Joos heeft mij die vraag al eens voorgelegd.”
Geen voetballiefhebber ligt wakker van voetbal op de Spelen.
“Omdat we ons nooit konden plaatsen. Ik hoor van het BOIC dat het aantal geaccrediteerde journalisten een stuk hoger ligt dankzij het voetbal. Er is ook enorme persbelangstelling voor het oefenkamp van onze ploeg.”
Ruziënde bond
Hoe ziet uw extrasportieve balans van de voorbije twee jaar eruit?
“Er is een aantal positieve evoluties. Dan denk ik vooral aan de aanzet tot wijziging van onze structuur en de manier van werken. We hebben een echte marketingcel, die al een aantal resultaten kan voorleggen. We hebben de voorbije maanden enkele belangrijke sponsors binnengehaald. Zoals voor de beker van België, die een nieuwe impuls heeft gekregen.
“Vroeger was marketing een van de vele taken van de secretaris-generaal. Dat geldt ook voor het personeelsbeleid. Nu hebben we een dienst human resources. We zitten pas in het beginstadium, maar zijn op de goede weg.
“Op het hoogste niveau hebben we een raad van bestuur geïnstalleerd. Op deze manier kunnen we met een beperkter aantal mensen beslissingen nemen en bestaat er een beter evenwicht tussen het betaald voetbal en het amateurvoetbal. Ik heb het gevoel dat we op deze manier vlugger kunnen inspelen op bepaalde evoluties.”
U wilde ook snel werk maken van een nieuw bondsreglement?
“Dat is een van de zaken waar ik minder gelukkig mee ben. Ik wilde meer bevoegdheden voor het Uitvoerend Comité, maar de Nationale Studiecommissie was het daar niet mee eens. De bevoegde werkgroep heeft echter titanenwerk verricht. Er is een nieuwe versie van het reglement, maar er is niet veel gewijzigd. Alles is wel leesbaarder geworden. Vormelijk is het in orde, maar we moeten dringend de volgende stap zetten.”
De moeilijkste?
“Volgend seizoen proberen we de inhoudelijke wijzigingen door te voeren. Dat is nooit gemakkelijk, omdat de bond enorm democratisch is. We moeten met te veel standpunten rekening houden. Zeven clubs van de tweede klasse pogen een hervorming tegen te houden waar voor het overige iedereen voorstander van is.”
Een van de liga’s wil in dit dossier naar de rechter stappen. Dat is ongezien?
“Ik vind dit bijzonder erg, maar iedereen heeft in dit land het recht het te doen. De liga van de tweede klasse baseert zich op een artikel in het reglement dat wijst op een blokkeringsminderheid. Ik ben het daar niet mee eens, maar het maakt nog eens duidelijk waarom het reglement opgepoetst moet worden. We moeten ervoor zorgen dat de regels niet meer vatbaar zijn voor betwisting, zodat clubs en liga’s geen reden zien om naar de rechtbank te stappen.”
De Nationale Liga heeft het gevoel dat u in dit dossier de kant van de profs hebt gekozen. Terwijl u de vertegenwoordiger van de amateurs bent.
“Ik betwist dit. Ik had de voorbije maanden intensere contacten met de profliga. De profs zien in dat ze de bond nodig hebben. Net zoals wij de profclubs nodig hebben. Een sterke bond is slechts mogelijk als er een sterke profliga is. We moeten niet met getrokken messen tegenover elkaar staan, maar er alles aan doen om een goed tv-contract af te dwingen en zo veel mogelijk volk naar het voetbal te lokken. Hoe meer geld voor de profs, hoe gemakkelijker het voor hen is om solidair te zijn. Hoe meer inkomsten voor de amateurclubs, hoe minder afhankelijk zij worden.
“De laatste tijd is de samenwerking tussen de profs en de amateurs duidelijk verbeterd. Er is meer wederzijds respect. Ik zie dat in de werkgroepen. Bijvoorbeeld bij de hervorming van het jeugdvoetbal. We zijn bezig met een project waarbij elke club een label ontvangt voor zijn jeugdafdeling. Dat label moet bepalen op welk niveau de jeugdploegen mogen aantreden. De jeugd wordt op die manier losgekoppeld van de prestaties van het eerste elftal. Clubs met een goede jeugdopleiding komen nu in een minder interessante afdeling terecht als het eerste elftal degradeert.
“Dit is de grootste hervorming ooit in het jeugdvoetbal. Ik ben overtuigd dat we dit volgend seizoen kunnen afronden. Het zou veel frustraties tussen prof- en amateurclubs wegnemen.”
In afwachting blijft u met het beeld van een ruziënde bond zitten?
“Ons imagoprobleem dateert niet van vandaag. We proberen er iets aan te doen, maar we blijven regelmatig negatief in de actualiteit komen.”
Jean-Marie Philips, uw nieuwe CEO, laat zich daar niet onbetuigd bij?
“Hij is voor het Uitvoerend Comité verschenen en dat heeft hem een sanctie gegeven. Voor de rest beschouw ik dit als een interne zaak. Ik kan nog perfect met hem samenwerken.”
Geldt dit ook voor de penningmeester, de technisch directeur en de bondscoach. Philips lijkt met iedereen ruzie te hebben?
“Niet met mij en er zijn met iedereen afspraken gemaakt. Ook met de penningmeester en de bondscoach. Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Sommigen komen misschien agressief over, anderen kiezen voor een meer diplomatische aanpak en verschijnen altijd met een glimlach. Maar laat ons hier vooral geen oorlog van maken. Het zal niet meer gebeuren.”
Bert Anciaux
Laat ons een ander heikel punt aansnijden: u hebt minister van Sport Bert Anciaux toegezegd dat de bond zal splitsen.
“O neen. Ik heb beloofd uit te zoeken of we de structuren zouden kunnen aanpassen, zodat we in aanmerking komen voor subsidies. Mijn standpunt is klaar en duidelijk: van een splitsing kan geen sprake zijn. Onder een splitsing versta ik een boedelscheiding. De activa en passiva van de bond verdelen is onmogelijk.
“Ik wil wel bekijken of we een bepaalde structuur kunnen opzetten waarmee we aan het decreet beantwoorden en van subsidies kunnen genieten. Ik heb voorstellen gedaan die verschillen van de situatie bij andere bonden. Ik pleit voor een dubbele aansluiting. Sporting Tisselt, mijn club, zou dan zowel bij de KBVB als bij de vzw Vlaamse amateursclubs, die op basis van het decreet bevoegdheden zou krijgen, kunnen aansluiten.
“Ik kan jullie in primeur meedelen dat we samen met de vzw Jeugdvoetbal Vlaanderen, waar Frans Van den Wijngaert voorzitter van is, een studie besteld hebben om uit te zoeken wat we precies moeten doen om ons aan de regelgeving te onderwerpen.”
Een vzw die op initiatief van Anciaux is opgericht maar waarvan nog weinig vernomen is.
“De minister heeft drie jaar geleden op een persconferentie in Gent beloofd het voetbal te ondersteunen zonder voorwaarden te stellen. Er is toen een schitterend plan uitgewerkt. De jeugdafdelingen van alle Vlaamse clubs zouden ondergebracht worden in clusters van 35, 40 clubs. Er zouden professionele trainers worden aangeworven om modeltrainingen te geven aan de clubcoaches. Op die manier zou een concept ontworpen worden om overal op een bepaalde manier te trainen.
“Het plan is helaas niet uitgevoerd. Het kabinet is van idee veranderd. Vorig seizoen konden clubs maximaal 17.000 euro krijgen voor projecten om hun infrastructuur voor de jeugd te verbeteren. Dit seizoen mochten voorstellen ingediend worden voor de verbetering van de jeugdwerking, wat maximaal 10.000 euro per seizoen kon opleveren. Per jaar werd een bedrag van 1,7 miljoen euro ter beschikking gesteld van de Vlaamse clubs. Het derde jaar van het plan gaat helaas niet door als we ons niet naar het decreet schikken.
“Desondanks verloopt de samenwerking met het kabinet Anciaux heel gunstig. De Vlaamse clubs hebben op die manier al twee seizoenen van een vorm van subsidiëring genoten. Iedereen probeert ook om een oplossing voor het volgende seizoen te vinden.”
Vrijwilligers
Verwenst u uw voorgangers soms niet. Ze hebben u met gigantische problemen opgezadeld.
“Je moet alles in zijn tijdskader zien. Michel D’Hooghe en Jan Peeters werden tijdens hun voorzitterschap met enorme problemen geconfronteerd. Dossiers waar zij niet de oorzaak van waren en waar ze niets aan konden veranderen. In deze stoel onderga je de gebeurtenissen vaak.”
Hebt u de opdracht onderschat?
“Ik zat al negen jaar in het Uitvoerend Comité en wist dus ongeveer wat me te wachten stond. Ik breng wel meer uren op de federatie door dan ik aanvankelijk dacht. Aangezien ik ook nog een advocatenbureau moet runnen, is het soms zwaar. Ik voel me echter nog gelukkig.”
Stel dat u uw zin mocht doen, wat zou u dan veranderen?
“Behalve het reglement aanpassen zou ik de werking van de disciplinaire comités en het bondsparket aanpakken. De procedures duren veel te lang. We moeten op kortere termijn beslissingen kunnen nemen. Bijvoorbeeld na een rode kaart.
“Met meer financiële armslag zouden we met een kleinere groep mensen professioneler kunnen werken. De bond is in belangrijke mate nog afhankelijk van vrijwilligers. Mensen die het goed menen en waar ik geen kwaad woord over wil zeggen, maar de bond kan alleen performanter worden als we het professioneler aanpakken. Maar zoals het nu is, voelen enorm veel mensen zich betrokken en ook kleinere clubs hebben nog een stem in het kapittel. Dat maakt nog altijd de charme van de voetbalbond.” S
door françois colin & jacques sys – beelden reporters