Redenen genoeg om het wél te zijn, maar, zegt Bob Peeters : “Ik ben niet uit op revanche”. De stand-in van de bondscoach Waseige zoekt respect in het voetbal.
Hier zie, de Kalle. Nieuwsgierig bekijkt Bob Peeters (27) in de Franstalige editie van Sport/Voetbal Magazine een interview met Pascal Bovri, tegenwoordig aan de slag bij SK Halle. Bovri is één van de ploegmaats uit zijn Lierseperiode met wie hij nog contact heeft. Eric Van Meir en Jurgen Cavens ziet hij sinds het EK geregeld bij de nationale ploeg, met anderen – Brocken, Moons, De Roover en Bovri – belt hij. De meesten voetballen nog, De Roover doet nadat hij werd afgekeurd voor het topvoetbal bureauwerk bij NAC Breda.
Probeert Peeters de band met België intact te houden, sinds de verhuis naar Arnhem is dat wat moeilijker geworden. Ten tijde van Roda JC kocht hij een appartement in Lanaken, waar hij nu zijn anderhalve vrije dag per week doorbrengt. De rest brengt hij door met zijn vriendin in de buurt van de Hoge Veluwe, waar de zoon van een houthakker genoeg bossen vindt om er te mijmeren over het dal waarin zijn nieuwe ploeg Vitesse verkeert.
Vier op vierentwintig in de terugronde, da’s niet geweldig.
Bob Peeters : Het loopt gewoon niet, er zit iets minder vertrouwen in de groep. In het begin van het seizoen wonnen we quasi alles; nu verliezen we niet zo vaak, maar met een gelijkspel geraak je nauwelijks vooruit. We hebben een heel goeie ploeg, die lang mee kon gaan voor de titel. Maar ik heb altijd gewaarschuwd voor de leeftijd : de groep is jong en mijn vraag was hoe we dat zouden verwerken.
“Met Peeters erbij doet Vitesse mee voor een plaats in de Champions League”, klonk het voor de start van het seizoen uit de mond van Ronald Koeman.
Dat heb ìk nooit gezegd. Dit is een goed elftal, met veel progressiemogelijkheden, maar ook een jong elftal en dat leidt tot een grillige vormcurve. Voor mezelf was het ook een aderlating dat Martel, onze man op links, vijf maanden geblesseerd was. Hij speelde mij perfect aan. Toen hij wegviel, ging het met mij ook stees minder : ik maakte slechts twee of drie goals meer, terwijl ik er daarvoor vier of vijf maakte in acht of negen wedstrijden.
Tegen San Marino was dat ook te zien : ik bén afhankelijk van de flanken. Mijn kwaliteiten zijn een bal afleggen en positie kiezen voor de goal, in de hoop dat ik daar de bal krijg. Valt dat weg, dan speel ik maar op zestig, zeventig procent van mijn mogelijkheden. Op dit moment is het niet genoeg, dat besef ik. Daarom was ik ook niet verrast dat ik er vier dagen na San Marino tegen Feyenoord naast viel.
Hebben de financiële perikelen rond ex-voorzitter Karel Aalbers iets met de terugval te maken ?
Als speler moet je dat van je afzetten. Er wordt gesuggereerd dat het een invloed zou hebben, maar ik vind van niet. Ik word tot op de gulden uitbetaald, op de afgesproken dag. De rest is mijn pakkie an niet : ik kom hier om te voetballen en dat is werk genoeg. Ik hoor nu dat het budget wordt teruggeschroefd, daarmee bedoelen ze dat er eventjes geen ruimte is om nieuwe spelers aan te trekken. Binnen twee jaar zou het budget weer opgekrikt kunnen worden. Dit blijft gewoon een topclub.
Met een kritisch publiek.
Ja, zeker aan mijn adres, omdat ik hier werd ingehaald als de Messias. De opvolger van Pierre Van Hooijdonk, die er vijfentwintig instampte, waarvan tien via vrije trappen en penalty’s, dat vergeten ze soms. Ik neem geen strafschoppen en geen vrije trappen. Bij Roda maakte ik vorig jaar vijftien goals, nu zit ik aan zeven; misschien kom ik dit jaar wat lager uit.
Veertien miljoen gulden betaalde Vitesse voor jou, ongeveer 270 miljoen frank. Woog dat op jou ?
Ja. Ze vragen zich toch snel af of je dat waard bent. Maar ik weet dat Vitesse en Koeman veel vertrouwen in me hebben en dat is veel belangrijker dan wat anderen – het publiek, de media – ervan vinden. Dat ik na Emile Mpenza de duurste Belg ben, houdt me dus niet zo bezig. Een transfersom is een afspraak tussen twee clubs en ik kan zelf niet bepalen wat ze moeten vragen. Ipswich kwam vorig jaar na de winterstop even polsen en bood tien miljoen gulden. Roda vond dat te weinig en achteraf bekeken hadden ze gelijk, want zes maanden later verdienden ze honderd miljoen frank méér. En laat ons niet hypocriet zijn : als je x-keer meer kan verdienen, moet je daarop ingaan.
Tweeëndertig miljoen per jaar verdien je, meent de pers te weten.
Jij mag dat schrijven, ik vind dat niet erg. Zolang je mij maar niet citeert, want ik breng zelf nooit cijfers naar buiten. Kun je geloven dat het mij eigenlijk niet bezighoudt ? Er zijn hier mannen die vragen : en, is het geld er al ? Ik nooit. Het is ook allemaal zo ingewikkeld : het geld wordt gestort in Maastricht, overgebracht naar België, voor ik weet dat het er is, zijn we soms twee weken verder. Het is me al overkomen dat ik wil betalen, maar als bericht krijg : saldo ontoereikend. Sta ik daar met een rooie kop. Op dat vlak ben ik niet zo bij de pinken. Ik heb ooit één keer aandelen gehad… Pftt, laat de bank maar al mijn beleggingen doen, dat is veel makkelijker. En dan loop ik wel één keer om de twee weken langs voor een stand van zaken.
Ik weet dat ze me in Roda een geldwolf noemen, maar dat bestrijd ik. Dan had ik anders gereageerd op het aanbod van Ipswich. Roda kreeg me gratis en verkocht me drie jaar later voor 270 miljoen. Dat noem ik geen slechte zaak doen. Bovendien hebben ze Anastasiou kunnen kopen voor 45 miljoen en die maakte er al twaalf. Wie is er dan slechter van geworden ? Ik word er nog steeds met open armen ontvangen, alleen het spelen was iets minder. Van de eerste tot de laatste minuut werd ik uitgefloten.
Denk je dan niet bij jezelf : zeg jongens, ik heb hier wel jullie nieuwe stadion voor een kwart gefinancierd ?
Neen, want ik kan de supporter begrijpen. Die gaat voor het voetbal en op dat moment, bij de start van het seizoen, was ik de enige die overbleef. Joos ( Valgaeren, nvdr) was verkocht, Peerke ( Van Houdt, nvdr) ook. Ik wilde blijven, had al een aanbod van Straatsburg naast mij neergelegd. Ik kon daar pakken meer verdienen, maar ik zei weer neen. Alleen : Roda beloofde me dat er gepraat zou worden over het openbreken van mijn contract, vanaf het moment dat Joos vertrok. Maar de zomer ging voorbij en op 18 augustus had niemand er tegen mij nog met een woord over gerept. Toen heb ik wél eventjes aan mezelf gedacht.
Is het voor jou geen kwestie van weer aanpassen : aan een nieuwe club, een ander systeem ook ?
Misschien wel, al moet ik zeggen dat ik hier de eerste dertien, veertien wedstrijden wél goed speelde. Anderzijds was het wel aanpassen in de zin dat we hier met drie aanvallers spelen. Dan zie je toch dat ik het systeem met twee aanvallers meer gewoon ben. Met twee man aan de buitenkant is het voor wie centraal speelt, echt heel moeilijk om aan de bal te komen. Je wordt vaak overgeslagen en als er geen ballen van de flanken komen, word je rol binnen het elftal heel beperkt. Ga je je als spits aanbieden voor de kaats, dan staat er niemand meer voor de goal. De trainer kreeg tijdens de heenronde gelijk, maar nu merk ik dat ik geforceerd voetbal. Door te veel dingen te willen doen, doe je uiteindelijk meer fout dan goed. Het wordt elke week minder en minder, de pers wordt kritisch, de supporters worden kritischer…
Vergelijkbaar met vroeger ?
Neen, het is niet zoals bij Lierse destijds. Dat was soms degoutan : ik hoefde maar op het veld te komen en ze begonnen al te roepen. Ongelooflijk eigenlijk, in vergelijking met het respect dat ik nu in België krijg. Onlangs, op de Pop Poll, stond ik nog backstage toen ze stukjes van het EK lieten zien. Ineens kwam ik in beeld en het publiek werd zot. Ik moest net opkomen en het kot werd bijna afgebroken.
Vind je het niet spijtig dat het respect voor de voetballer pas kwam na een gastrol als interviewer ?
Ja en neen. De mensen werden inderdaad gek door wat ik deed buiten het voetbal, maar als ik nu niet presteer met de nationale ploeg, zal dat krediet snel verdwijnen.
De opmerkingen van Hugo Camps zijn dus vergeten : een clown met lange benen, het negertje van Vitesse.
Die wordt nooit mijn vriend. Als je ziet hoe Camps ook op Gerets heeft afgegeven, terwijl hij amper een jaar geleden bij Erik nog op de barbecue te gast was… Aan zo’n mensen wil ik geen woorden vuilmaken. Dat noem ik zelfs niet je bedienen van een scherpe pen, maar gefrustreerd door het leven lopen. Van voetbal weet hij alles het beste, van tennis ook, schaatsen, noem maar op… Met een dikke pens en een sigaret zit hij aan tafel. Wat moeten zo’n mensen over sport klappen ? Negatieve kritiek geven, schrijven dat je klompen aan je voeten hebt, is heel makkelijk. Maar positief zijn, iemand steunen, vertrouwen geven, dat is veel moeilijker. Ik ben ook maar een mens, kritiek raakt altijd en ik ben iemand die heel veel vertrouwen nodig heeft. Als Cruijff of Gerets zoiets zouden zeggen, zou ik er wel meer mee bezig zijn. Je kan wel zeggen : Bob, je bent 27, je hebt alles meegemaakt, wat zou het, maar anderzijds hebben Frank De Boer en Jaap Stam ook alles meegemaakt en tóch stampen zij hun strafschop naast. Wij zijn geen robotten.
Is de Hollandse arrogantie dan schijn ?
Misschien een muurke, ja. Prik door die ballon en je komt meer kwetsbare mensen tegen dan je verwacht. Vaak is het bluf en als je zelf terugbluft, pakken ze in. Zeker van Belgen verwachten ze niet dat je verbaal terugslaat. Een Belg moet zwijgen. Bij Roda deed ik dat niet, zodat ik op een bepaald moment even de moeilijke jongen was. Misschien heb ik het daarom in Nederland iets makkelijker dan andere Belgen. Bij de nationale ploeg valt me ook op dat het allemaal rustiger is, dat er niet zo wordt gezegd waar het op staat. Eén slechte pas op training en je krijgt hier echt alles over je heen. Ook een gast van 19 schijt je uit als je iets zegt. Koeman heeft dat ook, scherp zijn. Bij sommigen werkt het averechts, moet ik zeggen.
Met Sef Vergoossen had ik in het begin ook discussies. Een rustige man, maar vergis je niet : als speler krijg je discussies als je niet doet wat hij wil. Die man was belangrijk voor mijn ontwikkeling, omdat hij me op mijn kwaliteiten uitspeelde en op een gegeven moment het hele elftal in mijn dienst liet voetballen. Tegelijk ben ik zelf in mijn ontwikkeling de dingen beter gaan verteren en hebben we veel aan mijn zwakke punten gewerkt. Constant met mijn slechte voet naar de goal stampen, letten op de balaanname. Vergoossen werkte heel veel in groepjes : spitsen moeten afwerken, verdedigers moesten ballen wegkoppen. Nu is dat minder, voor Koeman is positiespel heel belangrijk.
In Lierse hoor je nu dat de jonge spelers in het belang van hun ontwikkeling vanonder de kerktoren wegmoeten. Jij geldt dan als voorbeeld.
Voor mij pakte het goed uit, maar ik weet niet of Jurgen op 250 kilometer van zijn ouders kan gaan zitten. Op oefenkamp zag ik zijn moeder toch ook aan de lijn zitten. Ik woonde ook nog thuis, en mijn moeder was er eentje van ons Bobke dit en ons Bobke dat, maar ons Bobke ging weg en trok zijn plan. Soms kwam ik in veertien dagen niet naar huis, omdat ik geen zin had om op mijn vrije dag 150 kilometer in de auto te zitten. Ik weet niet of de jeugd van Lierse een probleem heeft, maar in elk geval is hun progressie niet verdergezet. Ik ben elke jaar wat beter geworden. Een speler moet evolueren, daarom ben ik zo blij dat ik eindelijk de stap naar de nationale ploeg kon zetten. Nu heb ik iets van zet me erin en ik trek mijn plan, terwijl ik vroeger vooral oplette dat ik niks verkeerds deed. Invallen en drie keer scoren, al was het mààr tegen San Marino, geeft vertrouwen.
Sinds het EK ben je erbij en heb je niet ontgoocheld.
Goed ingevallen tegen Kroatië en daar de basisplaats tegen Letland afgedwongen, denk ik. De drie goals tegen San Marino hebben het mijnheer Waseige misschien weer wat moeilijker gemaakt. Marc Wilmots zal geen vier jaar meer meegaan, ik wil de bondscoach een alternatief geven. Ik ben geen spits die loert op een kans of wacht op een bal om in de diepte te gaan. Daarvoor mis ik de explosiviteit. Nu snappen ze dat wel, indertijd minder : toen moest iedereen Zefilho‘ke hebben. Met alle respect, maar waar zit die nu ?
Ik vermoed dat jij tegen San Marino geen zin had om de voet van het gaspedaal te halen, zoals de bondscoach op een bepaald moment aan Wilmots vroeg.
Neen. Je mag een half uur meedoen, het publiek staat te roepen en die goals komen wel op je palmares. Gezien hoe Van Meir een halve meter hoog sprong bij die tiende goal ? De Belgische ploeg zit een goede periode. Veertien goals in twee interlands, weet je wat dat is ? Met welk gevoel je afreist naar Schotland ? Stoppen kwam absoluut niet in mijn hoofd op. Bij de zevende goal, die van Wilmots, ben ik naar Bart ( Goor, nvdr) gestapt en heb ik hem erop gewezen dat ik aan de tweede paal altijd vrij stond. Later, onder de douche, gaf Bart mij gelijk : drie keer tweede paal, drie keer prijs. Die verdediger deed echt wel zijn best, maar hij wist het gewoon niet meer. En vriendelijk ! Op een gegeven moment hield hij me bij een corner stevig vast, ik kon me niet veroeren. Daar excuseerde hij zich nadien voor, dat het zo moest ! Schitterende herinneringen, prachtige sfeer. De droge humor ook van iemand als Simons. De dag van de wedstrijd gaat het altijd langzaam : ’s morgens eten, ’s middags eten, wat siësta en weer aan tafel. Toen zat ik naast Timmy en ik zeg : hier zitten we alweer, zie. Antwoordt hij droog : ja, het gaat hard, hé. Plat lag ik.
Doorgaan zo ?
In elk geval niet verliezen. Met Joos die nu terugkomt, Eric die het goed doet. Bij Roda en in de nationale ploeg is Joos mijn kamergenoot. Ook een gast met droge humor. Toen ik onlangs op teletekst las dat zijn voet misschien gebroken was, belde ik hem op. Op de vraag hoe het was, antwoordde hij : “Goed hé, we hebben gewonnen”. Stilte. Geen woord over de blessure. Als we op de kamer zitten en er komt zo’n nieuweling binnen, zal hij ook durven zeggen : “Wat komen jullie hier doen, besef je niet dat dit een kamer van een half miljard is ?” Dan zie je die gasten kijken van : meent hij dat nu ? Een jaar voor het EK heb ik gezegd dat de beste verdediger die België ooit had, in Kerkrade liep.
Waarom heb jij het van de Lierse kampioenenploeg het verste geschopt ?
Ze werden allemaal de kop zot gemaakt. Misschien is dat wel mijn geluk geweest, dat ze nooit hoog met mij opliepen. Er hebben managers gebeld, maar ik heb er nooit mee willen werken. Wat wil zo’n man ? Je elk jaar naar een andere ploeg brengen.
Ik ben een nuchter mens, altijd. Na San Marino zag ik vrienden en die feliciteerden me met de goals. Hosannah, hosannah. Ik antwoordde : het was mooi, maar zondag tegen Feyenoord wordt het toch de bank. Dat voorvoelde ik. Het is allemaal zo relatief. Zefilho’ke speelde tien matchen goed, liet foto’s nemen met Umbro, tekende contracten, terwijl ik bij wijze van spreken zelf mijn schoenen moest kopen. Maar dat speelde voor mij geen rol. Voor een verdediger is dat anders, maar ik wou als spits nooit op mijn 22ste naar Engeland, ook al is dat een droom die ik graag zou realiseren. Dat moet je doen vanaf 27, 28 jaar, wanneer je als voetballer op je sterkst bent. Anders schoppen ze je helemaal verrot.
Strupar krijgt langs alle kanten stampen, die was in België gewoon dat iedereen van hem afbleef. Wie naar Strupar stampte, zag geel. Ik weet nog dat ik in de wedstrijd tegen Kroatië iedere keer rechtkrabbelde toen die mannen me omver shotten. Kwam er na de match een journalist vragen waarom ik niet bleef liggen. Moest ik dan laten zien dat hij me pijn had gedaan ? Dan zou hij nog eens zo hard uithalen. In België rollen ze drie keer. Dikke bullshit. Bijt op uw tanden !
Was jij van alle Liersespelers degene met het meeste karakter ?
Ik heb het nooit cadeau gekregen. Een contractje tekende ik op de motorkap van de auto, terwijl er bij anderen vijf man rond de tafel zaten. Hier is een papierke, dat kun je verdienen. Zo was dat bij mij. De anderen mochten drie keer terugkeren. Ooit had ik een afspraak om zeven uur, maar ik moest met mijne pa anderhalf uur in de auto wachten, omdat een manager weer eens had gezegd dat Zefilho ging vertrekken. Toen het uiteindelijk aan ons was, zei Van Laer : “Snel, want we hebben niet veel tijd meer”. Of dan klonk het : “Denkt gij misschien dat ge een wereldvoetballer zijt ? Weet gij hoelang een baanchauffeur hiervoor moet werken ?”
Nee, dan maakten de mensen in Roda meer tijd voor me, toonden ze meer respect. Een mens is een mens, iemand die 50.000 frank per maand verdient moet evenveel respect krijgen als eentje die er 200.000 verdient. Roda heeft dat beter gezien, met het geld van mijn transfer hadden ze evengoed het Lisp kunnen uitbouwen. Zo is het. Mij ging het niet om geld of capaciteiten, maar om respect, de manier waarop ze je behandelen. Veel mensen vragen me of ik dit zie als revanche. Revanche interesseert me niet. Respect wel. Mensen recht in de ogen kunnen zien. Achteraf bekeken is Roda een ongelooflijk goeie keuze geweest, maar ik herinner me nog een wedstrijd met de beloften op een koud Kaalheide, tegen Lommel, voor zes man, terwijl Lierse de dag erna Champions League speelde. Toen was het dal diep. Héél diep.
door Peter T’Kint