In maart 2019 kwam KV Mechelen als winnaar uit de promotiewedstrijden tegen Beerschot Wilrijk. Joachim Van Damme was toen en is nog altijd een van de sterkhouders. Weinig profvoetballers vertellen zo openlijk over hun tekortkomingen als de middenvelder van Malinwa.
‘Ik ben wie ik ben’, zegt Joachim Van Damme (28) aan het eind van ons anderhalf uur durend gesprek, ‘mocht iedere voetballer hetzelfde zijn, zou het maar een saaie boel worden.’ Hij heeft gelijk.
De middenvelder van KV Mechelen, revelatie van de heenronde in de JPL, is een man met een verhaal. Ooit belofte-international, een steile opmars die gefnuikt werd door een zware kruisbandblessure, vervolgens kreeg hij de stempel van bad boy. Door zijn stapgedrag naast en stampgedrag op het veld. Een steeds op het randje balancerende levenswandel die tot een val leidde begin 2016, toen hij betrapt werd op het gebruik van cocaïne en een schorsing van twéé jaar diende uit te zitten.
Waasland-Beveren, de club waar hij opgeleid werd en als jongeling doorbrak, bood hem een tweede kans. Een half jaar later wilde KV Mechelen hem terug en daar ontpopte Joachim Van Damme zich het voorbije anderhalf jaar als een van de voornaamste inspirators achter de succesreeks van Malinwa.
Amper enkele maanden na je overgang van Waasland- Beveren naar KV Mechelen, net op het moment dat je je weer profvoetballer kon voelen, barstte de affaire Propere Handen los. Dacht je toen: why me?
Joachim Van Damme: ‘De angst sloeg helemaal toe toen ik even verder dacht: ik kwam van Waasland- Beveren, de ploeg waar het matchfixingdossier om draaide. Voor je het weet blijkt dat je deel was van een groter plan. Ik wist natuurlijk van mezelf dat ik niets misdaan had, maar je bent nooit helemaal zeker wat er zich boven je hoofd afspeelt. Nog een geluk dat ik niet op het veld stond in die bewuste wedstrijd – ik viel vijf minuten voor tijd in. Stel je voor dat je daar over een bal trapt, waardoor Mechelen erin blijft. Dan nagelen ze je aan de schandpaal. Kijk naar Davy Roef, die daar elke bal pakte en nóg beschuldigd werd.
Privé door het stof gaan, was het moeilijkste. Mijn vader heeft een tijdje niet tegen mij gesproken.’ Joachim Van Damme
‘Niemand in onze kleedkamer werd verdacht of is veroordeeld. Wij lezen ook alleen maar in de kranten wat er gebeurde. En de mensen die iets mispeuterd hebben, zijn gestraft. Laat ons die bladzijde omdraaien.’
Sinds je weer bij KV Mechelen voetbalt, krijgen we de beste Van Damme te zien. Wat is er veranderd?
Van Damme: ‘Mijn eerste jaren bij Waasland-Beveren waren ook goed, maar toen was ik nog een jonkie. Daarna heb ik wat wisselvallig gepresteerd, maar sinds begin vorig seizoen was het één rechte lijn naar boven. Zowel voor mij persoonlijk als voor de club. Vroeger legde ik mezelf te veel druk op, waardoor ik te zenuwachtig voetbalde. Dat had mede te maken met hoe ik mij buiten het veld gedroeg. Nu leef ik voor mijn vak en weet ik: ik kan niet meer doen dan dit. Dat geeft mentale rust.’
Je hebt veel geminivoetbald tijdens je twee jaar schorsing. Speelt dat ook een rol?
Van Damme: ‘Zeker. Ik speelde minivoetbal met mijn kameraden, in liefhebbersverbond. Het klinkt raar – hier in de ploeg hebben ze er al mee gelachen – maar door in zaal te gaan voetballen, moest ik leren zonder contact te spelen. Dat zie je nu ook in mijn spel: het is beheerster en mijn eerste toets is zuiverder. Vroeger maakte ik soms zware overtredingen omdat mijn balaanname minder goed was; ik compenseerde dat door vol in duel te gaan.’
Je hebt een reputatie wat betreft zware overtredingen. Wat ons bij onze research verbaasde: je pakte slechts twee keer rood in je carrière.
Van Damme: ‘Dan nog twee keer voor hands. Ik ben ook wel twee keer na een wedstrijd geschorst op basis van camerabeelden.’
Wat bewijzen die cijfers volgens jou?
Van Damme: ‘Dat de scheidsrechter het niet altijd goed zag. ( lacht) Ik vloog er vroeger veel te driest in, dat weet ik zelf. Al heb ik nooit de intentie gehad om iemand van het veld te trappen. Het was wel zo dat ik toen soms dacht: op deze speler moet ik wat steviger opzitten of ik ben gezien. Een Victor Vázquez bijvoorbeeld, die zou ik tot in elke hoek gevolgd hebben om hem het voetballen te beletten. Nu zou ik dat anders aanpakken: de passlijnen naar hem afschermen en hem achter mij laten lopen. Ik kom nu op het veld met de gedachte om vooral mijn kwaliteiten in de verf te zetten. Daar speelt Wouter Vrancken een rol in. Wij zijn samen toegekomen bij KV Mechelen, hij heeft me van meet af aan veel vertrouwen geschonken.’
Wie vind je de moeilijkste tegenstander?
Van Damme: ‘ Hans Vanaken. Zijn baltoets is altijd perfect en hij weet heel goed wanneer hij in je rug moet kruipen. Hij verlegt het spel of houdt het kort, naargelang de situatie dat vraagt. Het lijkt alsof hij ogen op zijn rug heeft. Ik ken hem al van zijn periode bij Lommel, met zijn Copa Mundiallekes. ( lacht) Ik herinner mij dat er destijds al gezegd werd dat hij te traag zou zijn om de top te halen, maar kijk, vorig jaar won hij terecht de Gouden Schoen. En dit jaar wellicht opnieuw.’
Door in zaal te gaan voetballen, moest ik leren zonder contact te spelen. Dat zie je nu ook in mijn spel terug: het is beheerster en zuiverder.’ Joachim Van Damme
Door het stof gaan
Je wordt binnenkort 29 en eigenlijk lijkt het alsof je carrière nu pas echt begint.
Van Damme: ( knikt) ‘Het is de eerste keer dat ik onbetwist titularis ben in de hoogste afdeling. Ik voel me ook topfit. Ik sta scherper, loop meer dan ooit. En het niveau in deze ploeg ligt hoog, dus je moet elke week top zijn of je vliegt naar de bank. Vroeger kon ik daar niet zo goed mee om, dan wilde ik het te goed doen. Op het veld. Ernaast minder. Heel raar, hè. ‘
Hoe verklaar je die contradictie?
Van Damme: ‘In de eerste plaats omdat ik nog jong was natuurlijk. En ik heb veel vrienden die niet uit de topsportwereld komen. Wanneer ik op whatsapp las hoe iedereen afsprak om op café te gaan, wist ik soms met mezelf geen blijf. Die drang voel ik nu minder, ik zit braaf in de tekenboekjes te kleuren met mijn dochtertje. ( lacht) Ik vecht veel minder met mezelf. Het gezinsleven vult de leegtes op die er vroeger wel waren.’
Het idee om alles op te geven voor de carrière als profvoetballer kwam destijds niet in je op?
Van Damme: ‘Ik wilde dat niet. Maar door twee jaar niet te voetballen, besef ik hoe graag ik dit doe. En dat die avondjes op café of restaurant daar niet tegen opwegen. Ik at graag, dronk graag een pintje met de maten. Zoals zoveel jongeren. Er was daarin weinig begeleiding.
‘Sommige mensen moeten eerst alles verliezen voor ze beseffen wat ze hebben. Ik ben zo iemand. Stom voorbeeld: vroeger keek ik op tegen looptrainingen, nu geniet ik daar bijna van. Ik ga nog wel eens op café, maar zonder dat het mijn trainingsdagen hypothekeert.’
Misschien hebben die twee jaar zonder voetbal je carrière met twee jaar verlengd?
Van Damme: ‘Het heeft mij alleszins een serieuze boost gegeven om terug te kunnen voetballen. Het was een harde periode. Ik mocht bij geen enkele club die aangesloten was bij de KBVB nog voetballen, ook niet in zaal eigenlijk. Ik kreeg een uitnodiging van Kom op tegen Kanker om voor het goede doel mee te lopen, zelfs dat mocht niet, omdat het een groepsgebeuren betrof.’
Het was een zware strafmaatregel, voor eigenlijk iets dat eerder tot de privésfeer behoorde. Knap hoe sereen je daarmee omging.
Van Damme: ‘Ik vond ook dat die strafmaat veel te streng was gezien het feit, dat inderdaad niets met het voetbal te maken had. Ik ben in de fout gegaan bij een avondje uit. Ik denk dat ze mij als voorbeeld wilden stellen en mijn reputatie speelde in mijn nadeel. Maar ik heb mijn fout meteen toegegeven en heb er nooit excuses voor gezocht.
‘Die twee jaar heb ik uiteindelijk mezelf afgepakt. Als ik niets gedaan had, konden ze mij ook geen straf geven. Ik moet dus niemand anders met de vinger wijzen. Na zo’n verdict kan je het laten hangen, of ervoor vechten om sterker terug te komen. Ik opteerde voor het tweede. Promotie met KV Mechelen, de beker gewonnen, nu in 1A… ik voel dat zo’n parcours gerespecteerd wordt.’
Omdat je er ook niet flauw over deed.
Van Damme: ‘Het is ook niet zo dat ik anderen schade heb berokkend, hè. Ik heb enkel mezelf en mijn familie teleurgesteld. Geloof me, privé door het stof gaan, was nog het moeilijkste. Mijn vader heeft een tijdje niet meer tegen mij gesproken. Mijn vrouw is kleuterleidster, in een schooltje vlak aan ons huis in Vrasene. Zij kreeg ook opmerkingen te horen. Dat deed me nog het meeste pijn. Dat ik kritiek kreeg, kon ik aan, maar dat de mensen rondom mij afzagen, vond ik moeilijk om mee om te gaan.
‘Mijn vrouw en ik zijn altijd samengebleven, maar ik heb me wel serieus moeten bewijzen en weer vertrouwen moeten winnen. Nog steeds. Door één onnozele nacht was ik bijna alles kwijt.’
Ben je nu extra waakzaam op café?
Van Damme: ‘Neen. Hoewel… De eerste maanden waste ik mijn handen constant, of had ik schrik dat in mijn vlees een verboden middel zou zitten. Als ik uitging, plaatste ik mijn duim op een flesje of vroeg ik een nieuw glas wanneer ik van het toilet terugkwam. Maar we zijn nu drie jaar verder, de paranoia is verdwenen.’
Principes van de kleedkamer
Begin 2018 maakte je je comeback bij Waasland-Beveren. Hoe liep dat?
Van Damme: ‘Fysiek heeft conditietrainer Jonas Ivens mij naar een ander niveau gebracht. Ook aan Philippe Clement had ik veel. Hoewel ik nog niet mocht spelen, liet hij me toch met de A-kern meetrainen en betrok hij me bij alle oefeningen. Daar ben ik hem zeer dankbaar voor.’
Kon je in die twee maanden met hem al zien dat hij zo een succesvolle trainer zou worden?
Van Damme: ‘Toch wel. Omdat hij met het bredere plaatje bezig was. Hij zorgde ervoor dat iedereen zich bij de groep betrokken voelde. Psychologisch is hij bijzonder sterk, weet hij perfect hoe hij elke individu moet prikkelen. Aan mij gaf hij het advies om rustiger te zijn aan de bal en beter mijn positie te kiezen. Als je niet van de snelste bent, zoals hij ook destijds, moet je daarover meer nadenken en anticiperen.’
Je huidige trainer Wouter Vrancken was eveneens een middenvelder. Geeft hij je tips?
Van Damme: ‘Die geeft hij, maar hij refereert zelden aan zijn eigen spelerscarrière. Hij zal eerder beelden gebruiken van jezelf om dan aan te duiden wat beter kon. Vrancken is ook zo’n trainer die perfect weet wanneer hij je met rust moet laten of moet aanvuren. Het feit dat hij deze groep nu al meer dan een jaar lang op de toppen van de tenen laat lopen, mag je niet onderschatten.
‘Zijn analyses van de tegenstander zijn ook altijd goed. Al laat hij ruimte voor debat. Als ik het niet eens ben met iets dan kan ik dat zeggen – ik kijk veel naar Belgisch voetbal. Maar eens op het veld voer ik uit wat mij opgedragen is.’
Je tekende onlangs een nieuw contract dat je tot 2023 aan Mechelen verbindt. Waar liggen je ambities nog?
Van Damme: ‘Ik heb meer ambitie dan vroeger. Dat betekent niet dat ik weg moet, KV Mechelen kan ook groeien. Met dit stadion, deze achterban – elke thuiswedstrijd zit hier 15000 man -, is alles aanwezig om naar een topzesploeg te evolueren. Maar laat ik eerst bevestigen: het is niet omdat ik vijftien goeie wedstrijden speel in eerste klasse dat ik plots van de daken moet staan schreeuwen dat ik naar het buitenland wil.’
Jullie hebben een mondige groep. Met Kaya, Swinkels, De Camargo, jij. Het kan er soms pittig aan toegaan op training.
Van Damme: ‘Absoluut, maar allemaal hebben we dezelfde mentaliteit: zodra we weer in de kleedkamer komen, is dat gedaan. Alleen Gérman Mera, die kon er met zijn vliegende tackles soms los overgaan op training.
‘Ons succes begint met de wil om voor elkaar te werken en het elkaar te gunnen. Iedereen die bij deze club toekomt, moet daarin mee. Dat is niet vanzelfsprekend hoor, ik heb het hier in mijn eerste periode nog meegemaakt dat gasten die naast de ploeg vallen de boel verziekten. Daar kan je soms weinig tegen doen. Ik denk dat er daarom nu meer op karakter gescout wordt door deze club.’
Je had geen rancune tegenover Mechelen dat ze je destijds laten vallen hebben na je schorsing?
Van Damme: ‘Dat is een verkeerde perceptie. Mechelen is me zes maanden blijven betalen tijdens mijn procedure. Aan een verlaagd loon uiteraard. Na die zes maanden kreeg ik het verdict dat ik nergens meer mocht aangesloten zijn, dus ook daar was de beslissing van Mechelen logisch om mij niet langer aan boord te houden. Ik heb toen zelf wat afstand genomen van die voetbalwereld. Het deed te pijn. Ik had nood aan mijn cocon, zonder contacten, zonder kranten of sociale media. Anders werd ik gek.’
Emotionele bekerwinst
Welk moment in het voorbije succesjaar 2019 steekt er voor jou bovenuit: de promotie, de beker of de eerste wedstrijd in 1A?
Van Damme: ‘De beker. Kampioen worden was natuurlijk ook prachtig, maar iets meer verwacht. We wisten dat er weinig ploegen in 1B sterker waren dan wij. Ik herinner mij nog dat ik bij het begin van het seizoen tegen mijn vrouw zei: ‘Ooit wil ik die beker winnen’. Echt waar. Toen ik maanden later in het Koning Boudewijnstadion op het veld stond na dat laatste fluitsignaal werd ik plots overvallen door emoties. Al dat volk, mijn dochtertje daartussen. Een heel emotioneel moment.
‘En dat feest na de bekerwinst… dat ga ik nog zelden meemaken, denk ik. Helemaal anders dan bij de promotie, dat eigenlijk niet zo goed voorbereid was: het bier al op na enkele uren, tegen 23 u iedereen naar huis. Dat was bij de beker anders.’ ( grijnst)
Wat het wellicht nog mooier maakte: daarna hadden jullie een extra lange vakantieperiode. Of werd die overschaduwd door de onzekerheid in het dossier Propere Handen?
Van Damme: ‘Neen, bij mij althans niet. Dat hele dossier lag toch niet in onze handen. Onze voorzitter Dieter Penninckx – een man van zijn woord, zeldzaam in het voetbal – had ons beloofd dat onze kampioenenpremies uitbetaald zouden worden, ongeacht 1A of 1B. Voor veel spelers was dat toch een opluchting. Wij zijn profvoetballers: wie zegt dat geld onbelangrijk is, verkoopt zever.’
Geloofde jij in promotie naar 1A?
Van Damme: ‘Toch wel, ja. Omdat wij dat sportief afgedwongen hadden. Dat we geen Europees mochten spelen, daar heb ik wel echt spijt van. Gelukkig zaten we snel in een goede flow in de competitie, waardoor we die frustratie opzij konden zetten.
‘Soms vraag je je wel af: wat hadden wij in die Europa League kunnen betekenen? Maar het is gezonder te focussen op wat je wél hebt beleefd. Die beker van België nemen ze ons nooit meer af. We hebben daar als leeuwen gestreden. Ik zat echt dood na die wedstrijd, iedereen bij ons. Vergeet niet: we hadden al zes weken niet meer gevoetbald, hè. ‘
Ook na de lange zomerstop schoten jullie sterk uit de startblokken in 1A. Had je dat zien aankomen?
Van Damme: ‘Integendeel. Onze voorbereiding was niet zo goed. Veel spelers kampten met kleine pijntjes, ikzelf incluis. Maar we speelden gewoon weer ons voetbal. Beter zelfs. Zoals onze thuiswedstrijd tegen Genk… ( blaast) zo dynamisch. Vorig seizoen kenden we ook zeer sterke periodes, waarin we telkens met 3-0 wonnen, maar dat was iets statischer, omdat de tegenstander ons opwachtte. Als ik en de club dit niveau een heel seizoen kunnen aanhouden, ben ik een tevreden mens.’
Je was vroeger nog belofte-international, denk je nooit: had ik mezelf beter verzorgd vroeger, waar zou ik dan gestaan hebben?
Van Damme: ‘Neen. Had ik mezelf toen beter verzorgd, had ik die blessure misschien niet opgelopen of sneller hersteld,… ( zwijgt even) maar ik heb daar geen spijt van. Ik ben wie ik ben. Mocht elke voetballer hetzelfde zijn, zou het maar een saaie boel worden. Je moet wel de beste versie van jezelf proberen zijn, maar ik heb ook geen zin om tien jaar volgens ‘andere’ waarden te leven om dan na mijn carrière in een zwart gat te vallen.’
Sommige mensen moeten eerst alles verliezen voor ze beseffen wat ze hebben. Ik ben zo iemand.’ Joachim Van Damme
Afscheid van een vriend
Joachim Van Damme verloor afgelopen zomer zijn maatje in de kleedkamer: Seth De Witte. Die kreeg geen nieuw contract bij KV Mechelen en tekende uiteindelijk bij Sporting Lokeren. Een afscheid dat nog altijd een beetje pikt bij Van Damme: ‘Dat had te maken met bepaalde mensen in het vorige bestuur, mensen die hier nu niet meer lopen. Er waren hem zaken beloofd en ze hebben hem – de aanvoerder, die hier zoveel meegemaakt heeft – in zijn ego gekrenkt door een belachelijk contractvoorstel te doen. Dat gaf toch een krakske, ook bij mij. Al ben ik realistisch genoeg: in het voetbal ben je maar zo goed als je laatste match.’
Tussen de twee klikte het op en naast het veld. Vrienden voor het leven. ‘Omdat wij twee dezelfden zijn’, verklaart Van Damme. ‘Toen ik de eerste keer bij Mechelen toekwam, zei mijn makelaar al: jij en Seth moeten zo ver mogelijk uit elkaars buurt blijven. En tegen Seth zei hij hetzelfde. ( lacht) Dus die eerste weken keken wij elkaar wat afwachtend aan, maar we hadden snel door waarom onze makelaar dat gezegd had: die chemie tussen ons… we lachen en zeveren wat af.’