Ronald Vargas is heel tevreden bij Anderlecht, maar er ligt nog een blauw-zwarte steen op zijn maag. Nog één keer wil hij zijn verhaal vertellen. ‘De toekomst zal wel uitwijzen wie het bij het rechte eind had en wie niet.’
Toen hij op zondag 6 februari, bijna acht maanden geleden, op het veld van RC Genk plotseling door zijn knie zakte, werd het Ronald Vargas zwart voor de ogen. Geen play-off 1, geen topschutterstitel (Vargas voerde op dat moment de schuttersstand aan met vijftien doelpunten), geen Copa América met Venezuela en geen transfer naar een mooie Spaanse of Engelse club. Tot overmaat van ramp werd hij in de daaropvolgende maanden ook nog de hoofdrolspeler in een transfersoap om u tegen te zeggen. Gedurende zijn revalidatie werd namelijk steeds duidelijker dat het niet boterde tussen Vargas en de nieuwe bestuurslui, die in januari de plaats innamen van voorzitter Pol Jonckheere en sportmanager Luc Devroe. Resultaat: Vargas verhuisde uiteindelijk van Club Brugge naar aartsrivaal Anderlecht.
Redenen genoeg dus voor een interview. Dat vindt plaats in een wat kil perszaaltje van het paars-witte oefencomplex in Neerpede. Wat later dan gepland komt Ronald Vargas binnen. Flair op slippers. De hagelwitte glimlach, de donkere pretoogjes, het nonchalant jongleren met zijn onafscheidelijke BlackBerry … Aan alles merk je dat de Venezolaanse voetbalartiest nog geen haar veranderd is. Aan tafel zit dezelfde welwillende, openhartige jongen die drie jaar geleden zijn eerste interview aan Sport/Voetbalmagazine gaf. Het enige verschil, zo lijkt het: de kleuren van zijn outfit. En toch …
Iemand die je goed kent, zei me dat je hart echt in Brugge lag. Je voelde je in je element in de stad en bij Club Brugge. Klopt dat?
Ronald Vargas: “Weet je, Brugge is een mooie stad met een goeie club. Toen ik er voetbalde, voelde ik me goed, ondanks mijn blessures. Ook met de supporters had ik een goede relatie – tot gebeurde wat gebeurde, daarna niet meer. Ik had vooral een probleem met het nieuwe management, niet met de fans of met het oude bestuur.
“Op een gegeven moment neem je een beslissing, een persoonlijke beslissing, en dat moeten de supporters dan ook aanvaarden. Ze kunnen dat vervelend vinden en daar lastig over doen, maar dat vind ik onrechtvaardig, want ik heb me tegenover hen altijd correct, eerlijk en nederig gedragen.
“Kijk, ik ben nog dezelfde persoon. Bijna altijd ben ik goedgezind, nooit heb ik ruzie gehad met een supporter. En nu beledigen ze me, gelukkig meestal via internet, ze hebben me nog niet lijfelijk aangevallen … Ik weet niet hoe ik in zo’n geval zou reageren. Aan de andere kant zijn er ook Clubfans die me steunen. Als ik hen op straat tegenkom, zeggen ze dat ze het spijtig vinden, maar dat ze me het beste wensen.
“Kortom, ik heb me altijd respectvol opgesteld en het nieuwe management van Club Brugge heeft dat niet gedaan. Daarom zit ik nu hier.”
Was dat gebrek aan respect een financiële kwestie?
“Neen, als het mij alleen om geld te doen was, zou ik nu niet bij Anderlecht zitten. Als ze dat bij Club Brugge denken, vergissen ze zich. Maar als je bekijkt wat voor een contract ik bij Club had in vergelijking met andere spelers, dan was ik zeker niet hun ‘beste speler’, zoals ze mij zelf noemden. Als je daarbij stilstaat, zeg je: ik word niet naar waarde geschat. En als je niet naar waarde geschat wordt, beginnen veel andere dingen ook stroef te lopen.”
Als het niet zozeer met geld te maken had, wat was dan wel het probleem?
“Ik voelde geen vertrouwen van het nieuwe management. Anderlecht gelooft wel in mij, een geblesseerde speler. Dat is het enige wat telt. Meer wil ik daar niet over kwijt. Er is zo veel gezegd en geschreven dat ik geen olie op het vuur wil gooien.
“Als alles goed gaat, heb je veel vrienden, maar als het slecht gaat, heb je er plots veel minder. Dat ik nu bij Anderlecht zit, komt omdat zij me nooit lieten vallen, omdat zij in mij geloofden. Daarom zeg ik nog eens wat ik eerder al zei in een interview: Anderlecht heeft voor mij gevochten, dus wil ik nu ook vechten voor Anderlecht.”
Grote mensen
Na je operatie duurde het een paar weken voor het Clubbestuur je kwam bezoeken.
“Ja, maar oké, de voorzitter is uiteindelijk wel gekomen. Dat lijkt me ook niet meer dan normaal. Als je beste speler zich blesseert, ga je toch op bezoek?
“Mocht ik alleen in geld geïnteresseerd zijn, dan speelde ik nu in Rusland, waar je het maar voor het oprapen hebt. Neen, ik wil ook iets betekenen als voetballer, niet alleen voor mezelf maar ook voor mijn land.”
Met het oude Clubbestuur had je nooit problemen?
“Neen, nooit, hoewel ik toen ook verschillende blessures gehad heb. Het nieuwe bestuur heeft het probleem gecreëerd. Punt.”
Nochtans hebben die mensen stuk voor stuk een uitstekende reputatie in het Belgische voetbal. Kun je dan concrete voorbeelden geven van die onprofessionele houding?
“Goh, ik kan je heel veel voorbeelden geven, maar ik ga dat niet doen. Ik voetbal nu voor Anderlecht.”
Maar tijdens je revalidatie werd je toch goed begeleid? Zo stuurde Club in mei nog een kinesist met je mee naar Venezuela om je verder op te volgen.
“Ja, ze hebben dat gedaan omdat ik het hen expliciet gevraagd had ( bij zijn vorige blessure had het oude bestuur op het einde van het seizoen 2009/10 diezelfde kinesist de opdracht gegeven om Vargas te vergezellen naar Venezuela zodat hij zich optimaal kon voorbereiden op het nieuwe seizoen, met als gevolg dat Vargas in juni 2010 fitter dan ooit terugkeerde uit Venezuela, nvdr). Als ik het hen niet gevraagd had, zou het niet gebeurd zijn.”
Terwijl je van midden mei tot midden juni in Venezuela zat en eventjes op vakantie ging in New York verschenen er hier berichten in de kranten die je reputatie niet bepaald ten goede kwamen.
“Inderdaad, en dat zat me nog het meest dwars. Ik heb altijd zorg gedragen voor mijn imago, ik ben ook iemand die doet wat hij zegt en die juist probeert te handelen. Voor ik afreisde naar Venezuela hebben we samen gezeten met het management van Club Brugge, omdat er in jouw magazine een artikel was verschenen waarin mijn vader het gebrek aan respect van het nieuwe Clubbestuur had aangeklaagd. Zij vonden dat heel vervelend. En dus hebben we op dat moment afgesproken dat we in de toekomst alles als grote mensen onder elkaar zouden regelen. Maar ik was nog geen week in Venezuela of er verschenen hier artikels waarin er mij dingen in de mond werden gelegd die ik nooit gezegd had. Ik kon niet meteen reageren omdat ik zo ver weg was, dus hebben mijn vader en mijn makelaar ( Dirk De Vriese, nvdr) zich geroerd …
“Maar goed, dat is allemaal verleden tijd, ik denk daar niet meer aan. Ik wil er eigenlijk ook niet meer over praten. Het is in het verleden en ik wil me nu concentreren op het heden en de toekomst. Ik heb mooie momenten gekend in Brugge en ik heb er slechte gekend waardoor ik ben weggegaan. Nu ben ik gelukkig bij Anderlecht en heb ik enorm veel zin om hier prijzen te pakken.”
De soap kende een happy end?
( filosofisch) “Soms win je, soms verlies je en soms speel je gelijk. Maar als je altijd en overal wilt winnen, ook al gaat dat ten koste van iemand, dan is dat niet serieus en niet rechtvaardig. De fouten die je maakt in het leven betaal je op een dag cash. De toekomst zal wel uitwijzen wie het bij het rechte eind had en wie niet.”
Misschien deed Club Brugge niets anders dan zijn eigen imago beschermen bij zijn supporters?
“Uiteraard, het bestuur was nieuw en wilde geen gezichtsverlies lijden. En ze dachten waarschijnlijk dat ik naar geen enkele andere ploeg zou kunnen omdat ik geblesseerd was. En kijk, ik zit hier bij Anderlecht en ik voetbal opnieuw.”
Heb je je vertrouwen in de mensen verloren?
“Ja, toch wel. Veel mensen wisten niet wat er juist aan de hand was, maar ze praatten er toch op los. Als je niet weet hoe de vork in de steel zit, zwijg dan! Anders kwets je mensen. Ik heb veel negatieve energie over me heen gehad, maar uiteindelijk heeft dat me sterker gemaakt.
“Vanaf het eerste moment dat ik hier arriveerde, ben ik enorm goed ontvangen. En ik wil de vreugde die Anderlecht mij geschonken heeft nu teruggeven.”
Heb je nog een boodschap voor de supporters van Club Brugge?
“Neen, ik heb geen boodschap meer voor hen. Ik zou er een kunnen hebben voor degenen die me ondanks alles zijn blijven steunen, maar er zijn er ook anderen die veel slechte dingen gezegd hebben zonder dat ze wisten waar het echt om ging.”
Dat ze je voor judas en verrader uitscholden, heb je daarvan wakker gelegen?
“Neen, dat raakte me niet. Integendeel, het maakte me sterker, ik zweer het je. Hun reacties zeggen me alleen maar dat ik toch iets betekend heb voor hen.”
Dromen
Dit interview had ook in Portugal kunnen plaatsvinden, bij Benfica.
“Ja, ik had de kans om daar naartoe te gaan, maar uiteindelijk is het er niet van gekomen.”
Waarom niet?
“Onderhandelingen, weet je. Rond een transfer gebeuren veel dingen. Het is niet zo dat je direct toehapt als een club je wil. Bovendien speelde ook mijn blessure een rol. Gemakkelijk ging het niet zijn. En mijn grootste wens was toch om naar Anderlecht te komen, ook al omdat ik de Belgische competitie ondertussen ken.”
Het is niet zo dat je makelaar Dirk De Vriese er een stokje voor stak omdat hij bij Anderlecht zeker was van een percentje en bij Benfica, dat met een andere makelaar werkte, niet?
“Nee nee, dat heeft er niets mee te maken. Uiteindelijk kies ik toch zelf waar ik naartoe ga? Nee, ik ben heel gelukkig met mijn keuze voor Anderlecht.”
Voel je je goed in België?
“Ja, maar uiteraard droom ik nog altijd van een grotere competitie, van een Spaanse of een Engelse club. Maar ook Anderlecht heeft een goede ploeg die kan meedoen in de Europa League.”
Helpt het dat er hier veel Zuid-Amerikanen rondlopen?
“Ja, natuurlijk. Biglia, Mati … ze hebben me allemaal goed opgevangen. Het is een hechte groep en dat is ook nodig als je prijzen wilt pakken.”
Er zijn veel kandidaten voor de posities op het middenveld. Hoe zie je jezelf daar functioneren?
“Er is een gezonde concurrentie, maar dat is juist positief. Ik zou graag zo veel mogelijk spelen en verder gaan op het elan van de eerste helft van vorig seizoen. Op welke positie? Waar ze me zetten. Op links, op rechts, in het centrum, het maakt me niet uit.”
In een interview zei je dat je dit seizoen zestien doelpunten wilt maken, eentje meer dan vorig seizoen. Meende je dat?
“Nu ja, ik wil altijd beter of minstens even goed doen als het vorige seizoen. En aangezien ik er vorig seizoen vijftien maakte … Ik blijf niet graag ter plaatse trappelen.”
Angst
Weet je tegen wie Anderlecht op zondag 2 oktober speelt?
“Ja. Genk.”
Zal het je wat doen om weer op het veld te lopen waar je door je knie ging?
“Tja, die wedstrijd in februari was mijn eerste ooit op het veld van Genk en ik liep er meteen de zwaarste blessure uit mijn carrière op. Nu, dat had evengoed in een ander stadion kunnen gebeuren. Als ik daar speel, ga ik wel proberen om niet aan die blessure te denken, maar aan iets positiefs.”
In een van je columns die je nu wekelijks voor de Venezolaanse sportkrant Líder schrijft, gaf je aan dat je tijdens de eerste groepstrainingen bij Anderlecht nog altijd bang was.
“Ja, die angst voel ik nog. Dat is ook normaal, denk ik. Mijn blessure kwam er niet na een tackle of een bruuske beweging, ik was gewoon aan het lopen. En ik ben uiteraard bang dat dat nog eens kan gebeuren.
“Toen ik in de bekerwedstrijd tegen Lommel United inviel, had ik in het begin ook angst, maar na twee à drie balcontacten ebde dat weg. Hoe meer ik zal spelen, hoe meer het vertrouwen zal terugkomen.”
Door je blessure zag je heel wat moois verdwijnen als sneeuw voor de zon. Hoe ging je daarmee om?
“Uiteindelijk moet je dat gewoon aanvaarden. Así es la vida – dat is het leven. Alles gebeurt met een reden. Dankzij die blessure zit ik toch maar mooi bij Anderlecht en daar ben ik blij om. Ik denk nu alleen nog aan het heden en de toekomst, het verleden laat ik rusten.”
Ben je de erg moeilijke momenten van de afgelopen maanden dan al vergeten?
“Neen, want ik heb heel diep gezeten. Het is zelfs een paar keer door mijn hoofd gegaan om te stoppen met voetballen, door de ernst van de blessure. Maar dat zijn momentopnames en mijn familie en vrienden hebben me erdoor gesleurd. En dat ik dan in mijn eerste wedstrijd voor Anderlecht al meteen scoor, is ook voor hen een bron van vreugde.”
Ben je door al die blessures nu voorzichtiger geworden?
“Neen, ik ben nog altijd dezelfde. Ik zou niet kunnen leven met de continue angst om me te blesseren. Me inhouden, dat kan ik niet. Ik blijf het voetbal spelen dat ik altijd gespeeld heb. Op die manier ben ik hier ook terechtgekomen. Ik doe gewoon verder zoals ik bezig was. En als er iets met me gebeurt, dan gebeurt het. En dan moet ik dat aanvaarden.”
DOOR STEVE VAN HERPE – BEELDEN: REPORTERS
“Als je niet weet hoe de vork in de steel zit, zwijg dan. Anders kwets je mensen.”
“Ik heb veel negatieve energie over me heen gehad, maar dat heeft me sterker gemaakt.””Het is een paar keer door mijn hoofd gegaan om te stoppen met voetballen.”