Aan de vooravond van de UEFA Cupwedstrijd tegen Rosenborg praat

Joseph Akpala over zijn sportieve opgang, het belang van collectiviteit,

de kracht van God en zijn afkeur voor materialisme,

alcohol en promiscuïteit. ‘Geld maakt mensen lui.’

Gods wegen zijn soms ondoorgrondelijk. Ook in Vlaanderen. Op zoek naar de echte Joseph Akpala, scorende spits in Brugge, is de eerste halte er eentje op de Grote Markt van Oudenaarde, maar eerst rijden we verloren in de straatjes van godbetert Sint-Maria-Lierde. Omleiding wegens wegenwerken en vervolgens geen bordjes meer. De metafoor van het leven, de weg van geboorte naar dood is allerminst een rechte snelweg.

Marc Clarysse werkt in Oudenaarde. Hij is een van de vertrouwensmensen van Joseph Akpala. Clarysse werkte tijdens de jaren 90 vier jaar in de sportieve cel van KV Kortrijk, ontmoette er Egu Augustine en hield vriendschappelijk contact met de Nigeriaan. Toen die coach werd van het Nigeriaanse elftal, hielp hij hem met de logistieke ondersteuning tijdens stages in Europa. Van het ene kwam het andere, en zo werd hij een beetje de vertrouwenspersoon van de Nigeriaanse voetballers die in Europa terechtkwamen.

Op een van die trainingskampen, in Portugal, in december 2005, zag hij voor het eerst Joseph Akpala. Daniel Amokachi was destijds hulptrainer en die werkte tijdens de lange stage vaak apart met de spitsen. Wat Akpala die week liet zien, was veelbelovend, herinnert Clarysse zich. Een maand en wat contacten later stond de speler in Charleroi. Nog een testmaand later kreeg hij er een contract. Een ander talent niet, die werd teruggestuurd.

Waarom slaagt de ene speler waar de andere faalt? Clarysse: “Belangrijk is de kracht van het individu. Ik heb al met moeilijke en makkelijke jongens gewerkt. Wat telt is wat ze zelf als bagage hebben meegekregen in de opvoeding en op school. Ik heb jongens begeleid die analfabeet waren en dan wordt het heel moeilijk. Ze kunnen geen krant, contract of tactisch bord lezen. De jongen die samen met Akpala kwam, had zeker evenveel voetbaltalent, maar hij was niet ernstig genoeg, had constant geld te kort, en was meer geïnteresseerd in meisjes dan in een bal. Met Joseph had je dat niet. Die heeft moeten kiezen tussen sport en studie, en koos voor sport. Maar de mogelijkheid tot studie was zeker aanwezig. Joseph voetbalde na de schooluren, niet tijdens. Was hij niet vertrokken als voetballer, dan had hij zeker verder gestudeerd.”

Een voorbeeld van gedrevenheid. Nigerianen spreken geen Frans, Akpala dus ook niet. Maar na zes maanden in Charleroi gaf hij al zijn eerste interview in het Frans. Aanvankelijk zou de club voor taallessen zorgen, maar dat bleek uiteindelijk weinig gestructureerd en te onregelmatig. Dus reikte Clarysse Akpala een andere mogelijkheid aan: avondschool in het volwassenenonderwijs. Akpala stapte zelf naar zo’n school, handelde de inschrijving af, en volgde ook consequent de lessen. En je zag een spectaculaire evolutie. Een plantrekker. Zo schrijft hij zelf de meeste Engelse teksten voor zijn website – een idee van beiden om de communicatie met de thuisbasis en de fans te vergemakkelijken – en haalde hij ook zelf zijn rijbewijs. In twee fases weliswaar, de eerste keer had hij de vragen niet allemaal begrepen.

Samen trokken ze deze zomer ook naar Parijs, naar onder meer het Louvre, want de Brugse spits wilde absoluut de Mona Lisa zien. Clarysse: “Dat heb ik nog met geen enkele voetballer gedaan, zo’n museumbezoek.” Op hun planning staat nu een bezoek aan Amsterdam. De eerste jaren stonden in het teken van hard werken, nu moet er ruimte komen om ook de mens te ontwikkelen.

Belg worden

Samen zijn ze bezig met wat heet carrièreplanning. De overstap naar Club Brugge kwam er niet zomaar. Clarysse: “De filosofie is altijd: waar wil je heen met je carrière? Hij kon bij Beitar Jeruzalem meer verdienen, maar de goede Israëliërs verlaten het land. Wat doe je dan met je carrière, als je naar ginder trekt? Zijn droom is Engeland, dat weten we. Maar dat is voor later.”

Zijn oom woont er al, in Londen. Een gerenommeerde arts, maar een eenvoudige mens. Een keer of twee, drie per jaar komt Uncle William naar België. De betrachting is Akpala een Belgisch paspoort te bezorgen. In januari is hij hier drie jaar, vanaf dan kan de papiermolen in gang gezet worden. Clarysse: “In Engeland kan hij op basis van zijn interlands straks ook een werkvergunning krijgen, maar met zo’n paspoort is het makkelijker overstappen.”

Zijn huis in Brugge heeft hij zelf ingericht. Het blijft wat koel, maar gezien zijn sobere ingesteldheid niet onverwacht, zegt Clarysse. “Hij is geen luxebeest, een Rolex zal hij niet dragen.”

De overgang naar Brugge en de top verteert hij goed. Alleen de overdosis aandacht vermoeit hem soms. Clarysse: “Joseph is absoluut een sociaal dier en zeker geen eenzaat, maar hij is vaak en graag alleen. Om tot rust te komen.”

Fier, dat ook. Toen hij twee weken geleden vertrok naar Nigeria om er met de nationale ploeg te spelen, vroeg Clarysse hem of hij de hymne al had ingestudeerd. Akpala verraste: “Marc, zei hij, die ken ik al sinds ik drie ben.”

Dat zijn carrière zo vlot lijkt te verlopen, verrast hem dus niet. Want de Nigeriaan is heel ernstig met de zaak bezig. Clarysse: “Als hij twee wedstrijden per dag kan zien, zal hij het niet laten. Op een bepaald moment miste hij in Charleroi kans na kans en kreeg hij de thuissupporters over zich. Dan ging zijn kop hangen. Ik sprak hem er na de match over aan. Hij besefte niet wat hij allemaal gemist had, tot hij de beelden zag. Waarna hij absoluut de beelden nog diverse keren wilde bekijken, om eruit te leren.”

Power nap

Een dag later in Brugge. Dirar, Van Heerden en Ciman dollen nog wat na de training. Het gesprek met Akpala gebeurt nu eens in het Frans, dan weer in het Engels. Akpala: “Het vaakst gebruiken we Engels. De Spaanstaligen proberen het te spreken, de Vlaamse spelers ook en met de Franstaligen die het moeilijker hebben met Engels spreek ik Frans. Van de Vlamingen leer ik wat Nederlands. Niet georganiseerd, niet via avondschool, zoals in Charleroi, omdat het programma te druk is, maar ik probeer het alle dagen op te pikken.”

Na de douche en een kort partijtje biljart met Dirar, schuift hij aan. Hij is goed gemutst: “Ik ben blij, ja, want het gaat ook goed. Ik scoor geregeld en veel, maar – echt waar – dat is niet het belangrijkste. In mijn ogen tellen twee dingen: scoren en deelnemen aan het spel, het team helpen. Ik wacht niet in de box op een kans om te scoren. Als ik in het eerste kwartier geen goal maak, probeer ik de ploeg op een andere manier te helpen. Eens de eerste goal gevallen is, wordt het voor mij ook makkelijker. Het team komt eerst, daarna ik.”

Hij lacht, het leven aan de top is comfortabel. Akpala: “Voetbal wordt makkelijker, omdat er meer kwaliteit rond je is. Spelers gaan beter met de situatie om, technisch moet ik gewoon zien dat mijn niveau mee stijgt. Kijken naar mijn wedstrijden, achteraf, is dan ook heel belangrijk, om te zien wat en waar het beter kan.”

Het belangrijkste, zegt hij, op dit niveau, maar eigenlijk op elk niveau, is blij zijn met wat je doet. Akpala: “Ik hou van wat ik doe. Als je plezier hebt in wat je doet, zie je alleen de voordelen van je werk. Ik kijk niet op een inspanning, dat is juist, zelfs al houd ik dat misschien maar 50 of 60 minuten vol als de wedstrijden zo snel op mekaar volgen. Maar ik kan me niet wegsteken. De energie die ik in mijn spel stop, maakt het anderen makkelijker en dat komt uiteindelijk ook mezelf ten goede.”

Zijn leven is inderdaad veel drukker geworden, maar daar kan hij mee om. Akpala: “Ik was bij Charleroi al gewend om in de namiddag wat te slapen. Een half uurtje tot een uurtje. Een power nap.”

Vrouwen

Geen gouden kettingen, geen bling bling, de gsm niet op tafel, zoals zo vaak bij voetballers. Hier zit een spits met een focus. Akpala: “Het materiële mag je niet beïnvloeden. Het is waar: ik verdien meer dan vroeger. Omdat ik een gave heb, omdat ik geprivilegieerd ben. En dan mag geld of welstand je karakter niet beïnvloeden, je moet blijven zoals je bent. Anders verlies je de focus op alles, op je carrière, je karakter, je eigenschappen. Er is niks fout met er goed uitzien, een probleem is er pas als het je gedrag en emoties bepaalt.”

Zagen Belgen te veel?

Akpala: “Ergens wel. ( lacht) Wat mensen soms vergeten, is dat leven alleen al een reden zou moeten zijn om gelukkig te zijn. Als ik vandaag triest ben, bijvoorbeeld omdat ik geen geld heb, maar ik leef, dan moet ik daar kracht uit putten. Morgen kan het beter gaan, lach dus. De Afrikaanse filosofie … Triest zijn is niet goed voor je gezondheid. Al lijken de zaken sad, ze zijn het niet. Want je leeft. Ik kan ook kwaad worden, maar die woede laat ik niet lang in mezelf woeden.”

Persoonlijkheid vorm je zelf, die hangt niet af van school of opleiding, of wat dan ook. Akpala: “Er zijn mensen die lang naar school geweest zijn, maar nog geen manieren hebben. Je kan je persoonlijkheid later ook veranderen, vind ik. Als je leeft op een manier die niet correct is, kan je van anderen leren hoe het wél moet.”

Zijn zakgeld spenderen aan vrouwen zou hij nooit doen. Akpala: “Dat heeft ook met discipline te maken. Ik zie me de ene week niet met het ene meisje gaan en de andere week met een andere. Dat is geen evenwicht. Misschien ga je om met vrouwen die graag met jou worden gezien, of die graag uitgaan, waardoor je weer niet toekomt aan de nodige rust. Vanaf mijn elf, twaalf jaar wist ik al dat ik geen hele groep vriendinnen rond me wilde.”

Hij heeft een vriendin in Nigeria, met wie hij via het internet contact houdt. Ze hoeft niet direct over te komen naar België, zo ver is hij nog niet. Akpala: “Een vriendin hebben is één stap, een vrouw nog een andere. De afstand stoort mij niet.”

Leer me vissen

Een man van principes, in alles. Zo drinkt hij ook bewust geen druppel alcohol. Ooit organiseerde Dante voor hem een verjaardagsfeestje in zijn huis. Hij ging, omdat hij het feestvarken was, maar liet op de leuke party alle alcohol aan zich voorbijgaan. Uit principe, een keuze die de rest respecteerde. Akpala: “Waarom? Ik wil dat niet. Ik wil dat niet proeven, want als ik het een keer doe, zal ik de eerste maand niks willen drinken, maar later misschien wel. En nog later wordt het misschien een gewoonte. Ik vind het niet goed voor me, dus begin ik er niet aan.”

Een man ook met een missie. Akpala: “Op dit moment ben ik nog te jong voor een eigen stichting, maar ik wil het later wel doen. Omdat het de beste manier is om jongeren te bereiken en je gemeenschap te helpen. Ik denk daarbij aan hulp met kits, uitrustingen, of iets in het onderwijs. Veel jongeren willen naar school, maar kunnen het niet betalen. Geld geven is geen oplossing, dat ben ik niet van plan. Je moet werken aan structuren, eventueel aan gebouwen, aan iets concreets. Geld is hulp op korte termijn, maakt mensen lui, afhankelijk van de volgende envelop. Dat is geen uitdaging om aan de slag te gaan. Er is een gezegde in Nigeria dat alles duidelijk maakt: geef me geen vis, maar leer me vissen.” S

door peter t’kint – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content