Jürgen Klinsmann (43), die op het WK 2006 in eigen land als Duits bondscoach iedereen achter zich kreeg met sprankelend voetbal, is bij Bayern voor het eerst als clubtrainer aan de slag.

J ürgen Klinsmann kon, na de halve finale die hij in 2006 voor eigen volk bereikte, kiezen uit heel wat aanbiedingen. Op geen enkele ging hij in. Tot hij besloot om dit jaar toch de uitdaging aan te gaan en bij de Duitse landskampioen de opvolger te worden van Ottmar Hitzfeld.

Wat zijn de belangrijkste verschillen die je ondertussen al hebt ervaren tussen de job van bondscoach en die van clubtrainer?

Jürgen Klinsmann: “Het gaat om een heel andere manier van denken. Bij een nationale ploeg leef je op een tweejaarlijks ritme altijd naar een groot toernooi toe. Eerst zijn er de kwalificatiewedstrijden en vervolgens het toernooi zelf, dat als een soort eindexamen geldt, want je moet er bewijzen dat je alles juist hebt aangepakt. Bij een club plan je seizoen per seizoen en moet je op dagelijkse basis de vinger aan de pols houden.”

Je woonde in Californië en liet vaak weten het daar erg naar je zin te hebben. Waarom heb je die vrijheid dan toch opgegeven?

“Mijn twee jaar als bondscoach hebben me geleerd dat het beroep van trainer me heel wat arbeidsvreugde kon bezorgen. Na het WK was het voor mij dan ook duidelijk dat ik ooit nog opnieuw als coach aan de slag wilde. Dat ik uiteindelijk voor Bayern koos, was een puur emotionele beslissing.”

Hoe bedoel je?

“Ik ken de club en alles wat eromheen hangt, en ik zie het als een eer een team als Bayern te mogen leiden. Anderzijds is het natuurlijk ook een enorme uitdaging om een van de grootste tien clubs in Europa te mogen coachen.”

Wat zul je van je aanpak als ex-bondscoach ook bij Bayern gebruiken?

“We zullen ook bij de club werken met een sportpsycholoog en een fitnessteam. Het verschil is dat we de spelers elke dag zien zodat we sneller nieuwe accenten kunnen leggen in hun ontwikkeling.”

Wat zijn volgens jou de belangrijkste ontwikkelingen in het internationale voetbal?

“Sinds een drietal jaar al zijn de meeste grote clubs overgeschakeld naar een 4-5-1 om nog compacter vanuit het middenveld voor doelgevaar te kunnen zorgen. Een klassieke 4-4-2 of 4-3-3 komt steeds minder voor.”

Heb je ook op het jongste EK in Zwitserland en Oostenrijk gezien dat die 4-5-1 de beste oplossing is?

“Ja en neen. Het probleem met zo’n systeem is vaak om een constante in de prestaties te leggen. Kijk naar Rusland, dat gigantisch sterk speelde tegen Nederland maar vervolgens in Spanje zijn meerdere moest erkennen. Als Torres in elke wedstrijd hetzelfde niveau zou moeten halen als in de finale, is dat een onmogelijke opdracht. Het gevaar bestaat dat de beste spitsten ter wereld, zoals Torres, Drogba of Klose op die manier verbrand raken.”

Betekent dit dat je met Bayern niet voor een 4-5-1 zal kiezen?

“Om dat systeem te hanteren moet de technische basis heel goed zijn. Er is een nauwkeurige passing vereist en heel veel beweging op het middenveld. Bij Spanje lukte dat omdat Xavi en Iniesta voortdurend van positie wisselden. Persoonlijk zie ik liever dat de diepe spits steun krijgt van iemand die rond hem zwerft. Bij Italië en Duitsland lukte het op het EK te weinig om Toni en Klose aan te spelen. Natuurlijk is het voor een tegenstander niet evident om kansen af te dwingen tegen een vijfmansmiddenveld met daarachter vier sterke verdedigers, maar toch denk ik dat het relatief eenvoudig is om dat systeem te ontgrendelen. Als je tegen de Spanjaarden met twee spitsen aantreedt, zal hun nu zo geroemde systeem beginnen te wankelen.”

Wat moet de Bundesliga van het EK onthouden?

“Dat het spel zonder bal almaar belangrijker wordt en dat er steeds minder ruimte is. Om tegen een hoog tempo precies te spelen zijn technische vaardigheden uitermate belangrijk geworden.”

Zul je ook je trainingen in die zin aanpassen?

“Ik zal alvast rekening houden met de internationale ontwikkelingen en proberen om ze een stapje voor te blijven. Het mooie aan voetbal zijn de emoties en de manier waarop iedereen daar anders mee omgaat. We moeten echter vooral proberen om een constante lijn in onze prestaties te leggen.”

Wat zou voor jou een succesrijk seizoen 2008/09 zijn?

“Natuurlijk wordt bij Bayern de titel verwacht, maar als we een gemeenschappelijke filosofie kunnen ontwikkelen en hard werken, zal ik het seizoen ook geslaagd vinden. In mijn ogen bestaat de opdracht van een trainer er in de eerste plaats in spelers beter te maken.”

Is dat ook nog mogelijk bij de grote vedetten of bij spelers die de 30 al voorbij zijn?

“Absoluut, daar ben ik heilig van overtuigd.”

Dus ook Franck Ribéry kan nog een betere voetballer worden?

“Vast en zeker. Op diverse vlakken: tactisch, qua spelinzicht en communicatievermogen.”

Zijn de profs van vandaag, die in alle opzichten echte vedetten zijn, nog bereid om daarvoor inspanningen te doen?

“Natuurlijk. Elke prof hoopt met coaches te kunnen werken die hem kunnen zeggen wat ze nog beter kunnen. Het is mijn opdracht om dat goed over te brengen.”

Je opdracht als bondscoach zag je als een project. Hoe bekijk je dat bij Bayern?

“Dat is iets helemaal anders. Deze vereniging leeft dag na dag en ik heb de opdracht om de toekomst van de club mee gestalte te geven. Ik heb het geluk aan de slag te kunnen gaan bij een club met een rijke traditie en een fantastisch palmares. Hoe lang ik hier zal blijven, hangt af van de clubleiding en van de fans, maar ik hoop dat het vele jaren zullen zijn. Toen ik in 2004 bij de Duitse voetbalbond aan de slag ging, moest ik eigenlijk elke steen omdraaien. Hier liggen de meeste al op de juiste plaats.” S

door karlheinz wild

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content