Na drie seizoenen bij Augsburg keert Jonas De Roeck terug naar de Belgische competitie. Maar Duitsland laat de centrale verdediger daarom niet los. ‘Ik ben één keer naar een Oktoberfest geweest en ik was verkocht.’
Toen Jonas De Roeck drie seizoenen geleden AA Gent verliet voor de Duitse tweedeklasser Augsburg wekte dat verbazing. Augsburg?! Maar drie seizoenen later heeft De Roeck zijn droom om ooit in de Bundesliga te spelen wel gerealiseerd. Zijn doorzetten heeft geloond. Oud-Heverlee Leuven hoopt er zijn voordeel mee te doen.
Wie zou er het meest veranderd zijn: het Belgisch voetbal of Jonas De Roeck?
Jonas De Roeck: “Die play-offs zijn iets wat ik nog niet meegemaakt heb, maar waar ik niet echt een voorstander van ben. Het lijkt mij logischer dat de winnaar van de gewone competitie de kampioen is. Ik heb het via de satelliet wat kunnen volgen, maar ik moet toegeven dat ik zeker de helft van de spelersnamen niet ken. Wat mijzelf betreft heb ik heel veel geleerd in Duitsland, op het vlak van professionaliteit en fysiek: voor de training en na de training komen spelers individueel werken aan hun stabiliteit of de preventie van blessures. Ik had in het laatste seizoen zelfs de beste lactaattesten uit heel mijn carrière. Duitsland blijft het land van de fysieke paraatheid. Ik sta, denk ik, qua ervaring een stap verder dan drie jaar geleden. Ik hoop dat ik bij OHL misschien meer mijn stempel kan drukken, belangrijker kan zijn voor de groep. Ik heb in stadions gespeeld van 50.000 man, misschien ga ik daardoor hier bevrijder spelen. Ik heb Ronny Van Geneugden ontmoet in Duitsland – hij wou mij erbij als verlengstuk op het veld. Dat sprak mij aan, ik hoop dat ik dat kan realiseren dit jaar en dat OHL minder doelpunten gaat slikken.”
Je bent als centrale verdediger niet de snelste, maar ook niet de meest robuuste. Is je nadeel niet dat je eigenlijk tussen twee types van verdedigers in valt?
“Mijn voordeel is dat ik, denk ik, positioneel toch vrij goed ben en veel situaties kan inschatten. Op die manier heb ik veel van mijn tekortkomingen kunnen recupereren. Zeker in de tweede Bundesliga was ik een van de beteren en kreeg ik respect. Ik ben in de wedstrijden die ik gespeeld heb niet door de mand gevallen en daar ben ik heel tevreden over.”
Je werd in je eerste seizoen bij Augsburg een van de sterkhouders genoemd. Veel met de pers moeten praten?
“In vergelijking met andere ploegen viel dat nog mee: er kwam alleen van de Augsburger Allgemeine altijd iemand naar de training. Maar alles wel altijd in het Duits. Vóór ik tekende probeerden ze nog om Engels te spreken met mij, maar vanaf het moment dat ik getekend had: hup, alles in het Duits. Alles. Dat was echt wel aanpassen. Het voordeel is wel dat ik er nu weer een taal bij kan. De trainer was wel een Nederlander en het tweede en derde jaar zijn er nog Nederlandse spelers bij gekomen, maar dan nog moest je Duits spreken. Mijn kinderen spreken nu beter Duits dan Nederlands. Ze zijn er naar de Kindergarten geweest. We hebben ons heel goed geïntegreerd daar.”
Hoe groot zal de aanpassing aan België zijn na twee jaar tweede en een jaar eerste Bundesliga?
“Ik denk dat het zal meevallen. Het enige waar ik ga moeten op letten, is dat ik het niet mag onderschatten, want het niveau lag het laatste jaar in de Bundesliga ook op training wel vrij hoog. Ik mag niet denken: het zal gemakkelijk gaan. Maar ik denk niet dat ik in die val ga trappen. Ik ben iemand die zich elke dag honderd procent wil inzetten. Ik merk dat het fysiek wel wat soepeler verloopt: ik recupereer goed.
“Op het einde van mijn eerste seizoen bij Augsburg heb ik een operatie ondergaan aan mijn linkerenkel. In de wedstrijd tegen Nürnberg had ik er een trap op gekregen en was er een vlies gescheurd, waardoor ik na mijn operatie een deel van de voorbereiding heb gemist. Vorig jaar kreeg ik opnieuw een trap op mijn enkel, waardoor ik een paar weken out was. Maar verder heb ik alles kunnen meedoen.”
In het eerste seizoen speelde je mee in 25 wedstrijden, in de twee daaropvolgende seizoenen telkens in 9.
“Zonder die operatie had ik aan het seizoen kunnen beginnen als titularis en had het er helemaal anders uit kunnen zien. Daar heb ik het met de trainer nog over gehad. Vorig seizoen hadden we een heel sterke ploeg en die ga je niet veranderen als de resultaten goed zijn. Maar ik zat meestal wel bij de achttien.”
Nett, höflich und knallhart
Hoe was je contact met trainer Jos Luhukay?
“Goed. Ik heb altijd een heel open relatie gehad met hem. In het begin was ik de enige Nederlandstalige speler en had je wel meer contact. Ik kan er niks op aanmerken.”
Bernd Thijs en Wesley Sonck waren er bij Mönchengladbach niet over te spreken.
” Bernd had mij daar iets van gezegd, dat hij niet zo aangenaam was, maar ik heb dat niet zo ondervonden. Mönchengladbach zal, denk ik, qua druk en beleving ook wel heel anders zijn geweest dan Augsburg. Op dat vlak is Augsburg zoals OHL: heel jonge ploeg in de Bundesliga, maar wel gegroeid de laatste jaren. Naar Duitse normen lag er bij ons heel weinig druk. Misschien heeft dat voor de trainer ook een rol gespeeld. Je bent uiteraard wel eens niet tevreden als de trainer je niet opstelt, maar op het einde van de rit kan ik zeggen dat ik geen probleem had met hem.”
Tegen Fortuna Düsseldorf haalde hij drie spelers uit de ploeg, onder wie jij. Waarom?
“Bij de rust had hij ons gewisseld omdat hij vond dat we nonchalant gespeeld hadden.”
Op de website van Kicker verscheen toen een artikel met als titel: ‘Luhukay: Nett, höflich und knallhart.’ Klinkt dat bekend?
“Ja, dat typeert hem wel een beetje. Soms neemt hij beslissingen die niet voor de hand liggen en de laatste jaren had hij het geluk dat dat goed uitdraaide. Dan sta je als trainer heel sterk. Maar hij neemt soms een beslissing die niet iedereen verwacht en waar hij vol voor gaat. We hadden veel kwaliteiten in de groep en daar begint het altijd mee. Maar bepaalde beslissingen zou ik vanuit mijn ervaring anders hebben gedaan. We pasten ons heel veel aan aan de tegenstander bijvoorbeeld en we speelden vaak met één spits. Wij, een deel van de spelers, waren van mening dat we van onze eigen kracht uit moesten gaan en met twee spitsen spelen. Maar het belangrijkste was om in twee jaar de promotie naar de eerste Bundesliga te halen en dat heeft hij bereikt, daar kan je weinig op afdingen. Zeker omdat we er in het eerste seizoen in gebleven zijn tegen alle verwachtingen in. Mijn doel was in de Bundesliga te kunnen spelen en dat heb ik bereikt. Daar ben ik wel trots op. Ik heb er sportief en familiaal een mooie tijd gekend.”
Je kreeg vóór de promotie al te horen dat je mocht vertrekken, toch ben je gebleven, waarna je zelfs nog speelkansen afdwong in de 1. Bundesliga. Dat was, vonden Duitse journalisten, een verdienste.
“De mensen van Augsburg zeiden: ‘Als je betere opties hebt waar je speelkansen groter zullen zijn, laten we je gaan.’ Maar ik wou mijn droom om in de Bundesliga te spelen niet opgeven nu we gepromoveerd waren. Ik dacht: als ik de kans krijg om mij te tonen in de voorbereiding kom ik misschien in de ploeg. Dat had de trainer mij ook verzekerd: ik was een van de tweeëntwintig. Ik heb uiteindelijk de speler die het jaar voordien op mijn plaats stond uit de ploeg gespeeld en de eerste vijf wedstrijden stond ik in de basis. Dat was toch een prestatie op zich. Het is mooi om die beleving en intensiteit op dat niveau te zien. De eerste wedstrijd thuis tegen Freiburg was voor iedereen afwachten of we het niveau zouden halen. We hebben twee keer een achterstand opgehaald: dat was een mooi moment en voor mijzelf een mijlpaal. En we hebben de halve finale van de beker gespeeld op Werder Bremen.”
Renaissance in Lederhosen
Hoe ben je eigenlijk bij Augsburg terechtgekomen?
” René( Vijt, van ISM, nvdr), mijn zaakwaarnemer, belde mij met de mededeling dat Augsburg geïnteresseerd was in mij. Luhukay was namelijk wedstrijden komen bekijken in België en had mij gezien met AA Gent op Club Brugge en op KV Mechelen. Ze wilden een ploeg bouwen om naar de top van de tweede Liga en uiteindelijk de Bundesliga te gaan. Ze hadden niet veel geld om spelers te kopen, dus ik paste als eindecontractspeler in het plaatje. Bijtekenen in Gent was veiliger geweest, maar financieel was Augsburg veel beter. Alleen kende ik Augsburg niet – ook in Duitsland is het geen naam. Ik heb het op moeten zoeken op Google.
“Augsburg is een stad met een heel rijk verleden, de stad van de Renaissance. Je had de familie Fugger van de Fuggerei bank, die ook de eerste sociale woningen ter wereld hebben gebouwd. Ze zijn heel trots op hun stad en terecht. Halfuurtje van München, een uurtje van de Alpen, waar de kinderen in de winter leerden skiën, een uurtje naar de andere kant en je zat aan de Bodensee. Je had er heel veel mogelijkheden en Bayern is een groene omgeving.
“Bij mijn afscheid zei iemand dat ik hen van alle spelers van de voorbije jaren het meeste was opgevallen omdat onze eerste vragen niet waren hoeveel ik kon verdienen en waar het trainingscomplex lag, maar wel waar de kinderen naar school konden en waar we rustig konden wonen. We hebben ons super geïntegreerd. We willen er elk jaar teruggaan omdat het een deel van ons leven is geworden. We overwegen nu om thuis Duits te spreken om het voor de kinderen te blijven onderhouden.”
Koopt OHL een heel nieuwe Belgische verdediging, blijkt er een Duitser tussen te zitten!
( lacht) “Onlangs merkte ik dat ik op training ineens Duits begon te roepen. Ze keken toen wel raar.”
Droeg je ginder ook Lederhosen?
“Heb ik! En mijn vrouw droeg een Dirndl. Van de Oktoberfesten was ik eerst niet zo wild, maar ik ben één keer geweest en ik was verkocht. Telkens ik kon, ging ik. Je ziet de mensen in Bayern ook nog lopen in Lederhosen om naar een chique feest te gaan. Elk jaar gingen we er met de ploeg naartoe: om half elf ’s avonds is het gedaan, maar er hangt een heel open sfeer. Je kan er iedereen aanspreken en je ziet wel zatte mensen, maar nooit problemen. Ongelooflijk, dat vind je nergens anders.”
Van Buyten zag je dan wel eens in de krant staan met een pul bier en een blond gelokte deerne. Feesten met worsten en bier, past dat wel bij profvoetbal?
“Bayern en Van Buyten, die zitten in een chiquere tent, waar ze alcoholvrij bier schenken. Voor hen is dat meer een acte de présence. Wij zijn een kleinere club waar de media niet zo op zaten. Dat maakte het voor ons als groep plezant: wij hebben vast en zeker onze pintjes gedronken.” ( lachje)
DOOR RAOUL DE GROOTE