Tijdens een EK of een WK volg ik Frankrijk altijd met meer dan gewone belangstelling, waarschijnlijk omdat ik er heb geleefd en gevoetbald. Ik had gehoopt dat ze na de afgang op het WK in Zuid-Afrika hun lesje wel geleerd zouden hebben, maar daarin ben ik te optimistisch geweest.

Ze haalden nog wel zonder veel glans de kwartfinales, maar dan was het liedje uitgezongen. Tegen Spanje lummelden ze er maar een beetje op los en gingen als grijze muizen ten onder. Hun boegbeelden Karim Benzema en in mindere mate Franck Ribéry deelden in de malaise. Een leider in het veld was er niet te bespeuren en qua individualiteiten is mij niemand speciaal opgevallen. Ik had nooit de indruk dat ze Spanje pijn konden doen. Michel Platini, de grote baas van de UEFA, zal wel nagelbijtend toegekeken hebben en ik betwijfel het of hij akkoord was met de veel te defensieve speelwijze die door Laurent Blanc was uitgetekend. Ik wil niets afdoen aan de verdiensten van Eden Hazard, integendeel, maar het is toch merkwaardig dat un petit belge twee jaar na elkaar uitgeroepen wordt tot beste speler van Frankrijk. Dat kan er misschien op wijzen dat er voor het ogenblik een gebrek is aan echt toptalent in de Ligue 1. Het onderlinge gekibbel en het traditionele geruzie met de Franse pers deden de gemeenschappelijke zaak natuurlijk geen goed. De ploeg en hun trainer zijn dan ook dik gebuisd in mijn ogen.

Vroeger speelde ik graag tegen Frankrijk. Met onze speelstijl – goed georganiseerd, afwachtend, sterk in de duels, toeslaand op de tegenaanval – hadden ze problemen. Voor het EK’76 zaten de Fransen in onze kwalificatiegroep. Het was de glorietijd van Saint-Etienne, Les Verts, met Platini, Dominique Rocheteau, Patrick Battiston, Christian Lopez en anderen. Na een hectische match wonnen we met 2-1 in Brussel. De wedstrijd in het Parc des Princes eindigde op een typische Goethals-uitslag (0-0) en we waren geplaatst voor de kwartfinale van het EK’76.

Na de match gingen we samen met enkele spelers iets drinken in een bar. Daar probeerde iemand de portefeuille van Christian Piot, die in zijn achterzak stak, te stelen. De Standarddoelman had het gevoeld en kon de dief bij de pols grijpen. Hij gaf de man zo’n mep dat die tien meter verder onder een tafel eindigde!

Met Anderlecht hebben we ook vriendschappelijk tegen de Fransen gespeeld in Parijs. Na de match ging ik met mijn vrouw en de vriendin van Jacky Munaron op stap. Toevallig kwamen we in een discotheek, Chez Castel, twee spelers van Les Bleus tegen, Didier Six en Omar Sahnoun. Ze vroegen mij wie die twee meisjes waren. Ik maakte Six wijs dat ik hen toevallig was tegengekomen in de lobby van ons hotel, waarschijnlijk Belgische toeristen, en ik had hun uitgenodigd om iets te gaan drinken. De twee Fransen roken hun kans en gingen in de aanval! Ze wilden schijnbaar indruk maken, want ze bestelden champagne. Mijn twee gezellinnen speelden hun rol voortreffelijk en de twee Fransen tuinden erin. Na de derde fles betaalden ze de rekening en suggereerden vriendelijk dat ik moest oprotten. “Ze zullen zich bij Anderlecht waarschijnlijk afvragen waar je blijft”, zei Six breed lachend. “Daar heb je gelijk in!”, antwoordde mijn vrouw, we stonden op en maakten ons uit de voeten. Ik hoorde Sahnoun nog vloeken: ” Merde!”

Bij Toulouse FC speelde ik samen met Robert Pintenat. Die jongen had eenmaal voor de Franse nationale ploeg gespeeld tijdens zijn periode bij Sochaux en hij voerde het hoge woord in de kleedkamer. Ik deed net of ik geen Frans verstond, zo kon ik rustig luisteren naar wat mijn ploegmaat zoal te vertellen had. Pintenat, kapitein en midvoor van le TFC, had zo zijn twijfels over mij. Hij vreesde dat ik alleen maar naar Toulouse was gekomen om poen te scheppen. Tijdens een wandeling vroeg ik hem plots in perfect Frans hoeveel keer hij voor Les Bleus had gespeeld. Hij was duidelijk verrast dat ik hem in zijn moedertaal aansprak. “Eén keer”, zei hij aarzelend. “Ik heb gehoord twee keer,” grapte ik, “de eerste en de laatste keer…”

Ik ben altijd al een flauwe plezante geweest.

gille van binst

“Ze wilden indruk maken op de meisjes.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise