“Het gaat niet om geld, het gaat om een manier van leven.” Shaquille O’Neal van de Los Angeles Lakers over basket en over muziek. En vooral : over zichzelf.
Letterlijk betekent Shaquille : kleine soldaat. Dat zal wel. Shaquille O’Neal steekt twee meter en zestien centimeter boven de grond uit, weegt honderddrieënveertig kilogram en zijn schoenmaat is éénenzestig. Klein ? En soldaat ? Generaal zul je bedoelen.
Als center van de Los Angeles Lakers, twee keer NBA-kampioen op rij, heeft Shaquille O’Neal (29) de leegte opgevuld die het afscheid van Michael Jordan veroorzaakte. En ook zijn muziekcarrière zit in de lift : alleen in de Verenigde Staten al schoven meer dan twee miljoen exemplaren van zijn cd’s over de toonbank. In de herfst brengt hij een volgend album, Shaquille O’Neal Presents his Superfriends.
Maar tot nader order kan O’Neal nog altijd beter dunken dan rappen.
Welk gevoel krijgt u van een dunk ?
Shaquille O’Neal : Terwijl ik daar boven de ring hang, heb ik wel een paar seconden de tijd. Ik zie mijn benen, ik zie de verbazing en bewondering bij het publiek, ik zie de machteloosheid bij de tegenstanders. Ik merk hun geslagenheid. Telkens probeer ik de ring en het bord kapot te smashen. Ik voel mij als de man met de bijl in het bos. De tegenstanders vallen als bomen.
U wil uw tegenstanders verwoesten ?
Ik wil hun ego verwoesten. Ik wil dat ze niet meer kunnen meespelen.
Bent u er al een keer in geslaagd het bord aan diggelen te dunken ?
Ja. Het gebeurde in New Jersey, ik speelde daar met Orlando. Het bord brak, de scherven lagen overal en de klok viel op mijn hoofd. Ze hebben de wedstrijd twee uur lang onderbroken. Sindsdien worden hydraulische systemen gebruikt, men krijgt die borden niet meer kapot.
En uw eerste dunk ?
Ik was al redelijk oud, zeventien jaar. Ik was 2 meter 16 groot en iedereen maakte grappen met mij omdat ik niet kon dunken. Dat kwam omdat ik niet kon springen : ik had een zwakke knie. Ik heb er op geoefend, urenlang. En op een dag heb ik eerst een kous, dan een volleybal en tenslotte een basketbal door de ring geduwd. Het gaf een gevoel van vrijheid, van bevrijding.
U won er respect mee.
Oh zeker, en de meiden waren er gek op. Dunken maakt een mens sterk, onkwetsbaar. En wat doe je als de meisjes iets graag hebben ? Je traint er nog meer op, probeert het nog meer te ontwikkelen, de stijl nog te verfijnen. En zo ben ik geworden wat ik nu ben.
Respect en dominantie zijn belangrijk in basketbal : is het daarom de sport bij uitstek van de gore praat ?
Natuurlijk, maar tegen mij zal niemand meer zeggen dat hij mijn zuster gevogeld heeft. Mottige opmerkingen over mijn moeder hoor ik ook niet meer. En dat komt niet omdat ik iets gezegd heb, maar omdat ik vijftig punten gemaakt heb. Op een keer zei Kareem Abdul-Jabbar, toen hij als trainer op de bank zat bij de LA Clippers, dat ik nooit zo goed zou worden als hijzelf. Weet u wat mijn antwoord was ? 61 punten.
Toch zeggen uw kritikasters dat u ééndimensionaal speelt. U moffelt de bal in de korf en u blokkeert worpen van de tegenstander. Maar vanop afstand lukt u niets, zelfs niet bij vrijworpen.
In mijn hele carrière heb ik twee driepunters gemaakt en één poging tot driepunter gemist. Elke tweede vrijworp van mij is raak. Ik weet het : vijftig procent is geen goede quotering, maar als het belangrijk is, scoor ik altijd.
In uw jeugd hebt u uw handen gebroken.
Jawel. Toen ik dertien was, las ik die strips van Spiderman en dan wilde ik natuurlijk Spiderman zijn. Dus klauterde ik als een spin in de bomen. Op een keer ben ik uit een boom gedonderd : beide handen gebroken. Daardoor scheelt er iets aan mijn polsen, en kan ik mijn handen niet volledig naar achter bewegen en vanuit de pols een shot nemen. Anders zou ik aan tachtig procent scoren.
U bent wel verplicht om te dunken ?
Het gaat niet anders. Als ik dunk ben ik Superman. Ik ben erop verbeterd : Spiderman is menselijk, Superman is onkwetsbaar en onsterfelijk.
Waarom wil u zo graag onkwetsbaar zijn ? Waarom kan u uw zwakheden niet tonen ?
Omdat je anders de top niet bereikt. Je moet genadeloos zijn. Mijn bedrijf heet “de wereld is van mij”, en mijn religie is “de wereld is mijn speelplaats en ik verdien het meest van allemaal”.
Dat is wel een zeer plompe variant van de American Dream.
Maar het is wel waar. Ik kom uit een arme familie in Newark, New Jersey. Mijn moeder was secretaresse, mijn vader soldaat. Er was bij ons thuis veel liefde – meer dan bij andere gezinnen. Maar er was geen kleding, geen auto, niets. Ik heb er altijd van gedroomd om te worden zoals Julius Erving, mijn grote basketbalgod. Hij was handig, onstuitbaar op het terrein. En ik was een jongen van de straat.
Bent u wel eens in gevangenis beland ?
Nee, dat niet. Ik heb snoep gepikt maar ze konden me niet snappen : ik was te snel. Mijn ouders straften me als ik op een school iemand een pak slaag gegeven had. Dan kreeg ik televisieverbod.
Toen u twaalf was, bent u naar Duitsland gekomen.
Mijn vader werd naar Wiesbaden verplaatst, en later naar Fulda. Maar ik heb niet veel van het land gezien, alleen de kazerne waarin we woonden.
Maar in Wiesbaden leerde u basketbal spelen.
Ze maakten grappen over mij en dan heb ik even meegespeeld. Ik was een verlegen jongetje, maar ik wilde wel de grootste basketbalspeler aller tijden worden.
En bent u dat geworden ?
De critici zetten altijd het woordje maar achter mijn naam. “Hij is een goed speler, maar Magic Johnson heeft vijf kampioenschappen gewonnen.” Ik heb nog een paar kampioenstitels nodig, zodat dit gezeur ophoudt. Ik wil de beste speler van de Lakers aller tijden worden en daarvoor moet ik blijven winnen. Ik hoop dat u – als ik me terugtrek in een kantoor en als alles op papier staat – kan zeggen : “Waw, Shaq heeft dertigduizend punten en zes kampioenstitels op zijn erelijst.”
Voelt u zich een soort moderne gladiator ?
Neen, wat ik gehoorzaam niets of niemand. Ik ben veeleer de Zeus van het basketbal, de God nummer één. Zeus is niet te stoppen. Wat u ook naar hem gooit, het raakt hem niet. Op mij hebben ze ook fouten gemaakt, ze hebben drie verdedigers aan mijn lijf geplakt – dat heb ikzelf Hack-a-Shaq genoemd – maar ik heb veertig, vijftig punten gemaakt en twee kampioenstitels gewonnen.
Daarnaast bouwt u een tweede carrière als rapper op. Is dat niet te belastend ?
Ik sta om acht uur op, rij om negen uur naar de training. Om twaalf uur ben ik in de studio, om drie ben ik thuis en dan slaap ik twee, drie uur, en van zeven tot half elf zit ik opnieuw in de studio. Alleen op de avonden voor een wedstrijd speel ik geen muziek.
Hebben de mensen van de LA Lakers, die u 210,5 miljoen dollar in tien jaar betalen, niet gezegd dat ze toch liever hadden dat u zich uitsluitend op basket zou concentreren ?
Neen. Als ik uit de platenstudio kom en vijftig punten maak, wat kunnen ze me dan verwijten ?
Wel, u zou wat meer kunnen trainen op vrijworpen, dribbels, voorzetten – al die dingen die u nog niet echt beheerst.
Basketbal is een spel van reacties. Dat kun je of dat kun je niet. Dat is zoals wielrennen. Ik ben bij het rappen ook niet met de beats bezig, ik spreek gewoon door een microfoon. Basketbal is arbeid, spreken niet.
Wat u als basketbalspeler bereikt hebt, zeggen de statistieken. Hoe ernstig dient men u als musicus te nemen ?
Ik werk met de beste producers. Ik ben een universele ster. Ik span een boog en breng Oost en West samen : de funk van de Westkust, de samples van de Oostkust en de snelle beats van het smerige Zuiden.
Hebt u ook een boodschap ?
Goede, zuivere muziek. Verder niets. Ik wil plezier maken en een beetje van dat plezier aan anderen doorgeven. Of misschien toch, ik heb dezelfde boodschap die ik uitdraag op het basketbalterrein : wees een leider en geen meeloper, volg je dromen.
Wie wilt u met die muziek wat bewijzen ?
Iedereen en niemand, en in de eerste plaats mezelf. Alle basketbalspelers willen albums maken en alle rappers willen profbasket spelen. Ik ben de enige die beide combineert.
Waarom gaan basketbal en rap hand in hand ?
Omdat op de plaatsen waar wij vandaan komen, de jeugd met een gettoblaster door het park slentert en basketbal speelt. Dat was zo al in mijn tijd en zo gaat het nog altijd. Nu willen de jongeren Shaq zijn. In de getto’s heb je rap en basketbal en niets anders. Beide verschijnselen zijn zowel een teken van protest als een mogelijke vluchtroute.
Er vielen enkele doden op de rapscène. En arrestaties, zoals die van Puff Daddy in New York. Hebt u geen angst ?
Dat is nu eenmaal het leven in de getto’s, in iedere stad, in ieder land. In mijn tijd vochten we met onze vuisten. Tegenwoordig vechten ze niet meer met hun vuisten, maar met wapens. Hoewel. De meeste rappers spreken wel van geweld, maar ze doen het niet. Het is eigenlijk bijna zoals in een film. En ik heb geen bescherming nodig, want ik ben cool met iedereen. Wees aardig voor de anderen, dan zullen de anderen aardig zijn voor jou. Dat heeft mijn mama me altijd verteld. Bovendien is Los Angeles als een onmetelijke oceaan. Er zwemmen veel grote vissen.
Weinig zo groot als u.
Akkoord, maar ik kom bijna niet buiten. Ik rij van mijn huis naar de training, van de training naar de studio en van de studio naar mijn huis. Ik doe zelfs geen inkopen. Ik heb mijn kledingsfirma en mijn eigen schoenenfirma, ik moet me niet onder de mensen begeven. En los daarvan : ik kom van helemaal beneden. Ik kan me dus weren.
Ja, maar u bent niet van helemaal beneden in de getto in de muziekbusiness gestapt. U bent als multimiljonair in de muziekbusiness gestapt. Wat u maakt is Hollywoodrap.
Denkt u dat ? Dan moeten Snoop Doggy Dog en al die anderen maar met mij albums opnemen. Die hebben zulke grote ego’s, die doen niets uit medelijden. Die mensen weten wel dat ik geen Superbowl-Shuffle-rap maak, maar dat ik die muziek serieus neem.
Speelt u uw muziek in de kleedkamer van de LA Lakers ?
Zeker. En als die jonge gasten bij het horen van die muziek in slaap zouden vallen, dan zou ik opnieuw de studio intrekken en iets anders proberen. Maar ze zeggen : It’s hot man.
Houdt de trainer van uw muziek ?
Nee, maar dat maakt niets uit. Phil Jackson heeft het kantoor onder controle en ik de kleedkamer. En zo hoort dat.
Zijn de Lakers met Jackson als trainer, Kobe Bryant als playmaker en jij als center het perfecte team ?
Het perfecte team bestaat niet in het ware leven. Dat bestaat alleen in een droom. Met een point guard die alles perfect inspeelt : Scottie Skiles. Daarbij een shooting guard die altijd raak gooit : Reggie Miller. Een kleine forward die goed is voor vijftien punten per wedstrijd : Cedric Ceballos. Een power forward die elke rebound plukt : Chris Webber. En in het midden daarvan een generaal die alles ziet : ik.
U hoort ook in het beste team aller tijden ?
Neen, daar horen Pete Mavarich, Michael Jordan, James Worthy, Karl Malone en Hakeem Olajuwaon in thuis. Daar heb ik mijn plaats nog niet in.
Heeft elk team een leider nodig ?
Een echt goed team heeft een nummer één en een nummer twee nodig. Zoals Michael Jordan en Scottie Pippen bij de Chicago Bulls, of Magic Johnson en Kareem Abdul-Jabbar bij de Lakers. Een team heeft twee officieren nodig : een generaal die voor alles verantwoordelijk is, en een kapitein die alleen voor de opbouw verantwoordelijk is.
Tussen u en Kobe Bryant heeft de laatste jaren een harde strijd om de macht gewoed.
Hij is de kapitein, ik ben de generaal, dat moet hij goed verstaan. Hij kwam direct van de High School en hij heeft dingen geprobeerd die niet goed voor het team waren. We hebben hem gezegd dat hij het spel moest verdelen, de bal rondsturen. Ik ben niet grandioos omdat ik vijftig punten en vijfentwintig dunks realiseer. Ik ben grandioos omdat ik het spel versta en op de momenten dat ik niet onder de ring geraak, de bal naar buiten naar een ploegmaat kan sturen.
Phil Jackson was eerder coach van Michael Jordan in Chicago. Voor hij naar Los Angeles kwam, waren de Lakers een troepje egocentristen, uzelf inbegrepen. Wat heeft hij met de Lakers gedaan ?
Hij heeft me gezegd dat ik Kobe Bryant in mijn greep moest krijgen. Jackson is de president die de wetten maakt. Ik voer ze uit. Jackson is een trainer die stond waar wij naartoe wilden. Hij weet wat hij doet en wat hij zegt. Voor Jackson kwam, kon men ons niet vergelijken met de Lakers van Magic en Kareem. Die speelden snel, dat was showtime van het begin tot het einde. Wij daarentegen spelen langzaam en spastisch – maar Phil heeft ons een systeem gegeven. Elke beweging, elk manoeuvre is zorgvuldig gepland. Alleen Kobe en ik hebben vrijheid van handelen.
Jackson is een zenboeddhist. Hij doet yoga met jullie en deelt moeilijke boeken uit.
Voor de training moeten we dertig minuten mediteren en dan raakt hij ons op onze zwakke plekken. Vorig seizoen liepen we in de eerste ronde van de play-offs met 2-0 uit tegen Sacramanto, maar ineens stond het 2-2. De avond voor de vijfde wedstrijd kwam hij in de spelerskamer en zei : “We hebben een goed jaar gerealiseerd, maar we zullen morgen verliezen. Dus speel nog één keer een goede wedstrijd en ga dan naar huis. Ik wens jullie nog een prettige zomer.” Dan verdween hij en ’s ochtends was er op de training geen trainer te zien. Die avond hebben we Sacramento met 27 punten verschil verslagen, en vier weken later waren we kampioen van de NBA.
Heeft hij u ook al een boek overhandigd ?
Ja, iets van Nietzsche. Het ging over Übermenschen. Ik heb het niet gelezen. Ik ben zelf een Übermensch en ik wil niet over mezelf lezen. De mensen hebben gezegd : Nietzsche is gek. En u zegt dat ik gek ben. Terwijl ik alleen maar op mijn tijd vooruit ben.
U hebt tot dusver 200 miljoen dollar verdiend. Uiteindelijk is het toch het geld waar het allemaal om gaat.
Nee. Ik heb ook 22 auto’s en een garage voor 55 auto’s. Waar het allemaal om gaat is de manier waarop je leeft. Het gaat erom dat je plezier maakt en vrij bent. Be young, have fun ! Weet u hoe ik onlangs naar Duitsland gereisd ben ?
Met een privévliegtuig, zeker.
Nee, met een Lufthansa 747. We hebben gewoon alle tickets opgekocht. Het toestel helde de hele tijd naar voren omdat wij in de eerste klasse zaten en het vliegtuig achter ons helemaal leeg was. Zo wil ik leven, en zo leef ik.
Copyright Der Spiegel
door Thomas Hütlin en Klaus Brinkbäumer