‘Ik ben rijk omdat ik geld verdien met biljarten’

© koen bauters

Hij werd onlangs voor de tiende keer Belgisch kampioen en staat vierde op de wereldranglijst, maar Eddy Merckx (51) is nog niet verzadigd. Op bezoek in Aartselaar, bij de beste Belgische biljarter van het moment.

Hij werd geboren in de herfst van 1968 en gedoopt als Eddy Merckx, naar de wielrenner uit Meensel-Kiezegem die in het voorjaar de sterkste was in Parijs-Roubaix en als eerste Belg ooit de Ronde van Italië had gewonnen. Want: vader was een Merckxist, maar den Eddy uit Hemiksem zou geen wielrenner worden. Hij koos voor vaders andere passie, biljarten, en hij zou ook een hele goeie worden, maar de naam zou zijn (jonge) leven doorkruisen. Tijdens zijn legerdienst werd er gelachen toen de onderofficier hem afriep, later gebruikte hij in winkels geregeld de naam van zijn echtgenote en toen Axel Merckx in de zomer van 2004 in Athene olympisch brons won, belandde de felicitatiebrief van het Vlaams Parlement in een brievenbus in Schelle, bij Eddy Merckx-de-biljarter. Proficiat met de prachtige prestatie van uw zoon

Ik mocht kiezen van mijn ouders: een groot communiefeest of een biljarttafel in de living én lessen bij de grote Ludo Dielis. Dat feest kon mij gestolen worden.’ – Eddy Merckx

De biljarter uit Hemiksem schreef zijn eigen verhaal. Twee keer wereldkampioen, vier keer de beste van de wereld in een team met Frédéric Caudron, de sterkste van Europa en ondertussen ook al tien keer Belgisch kampioen, voor het laatst nog in januari. Hij kon er even van genieten, maar is ondertussen opnieuw bezig aan een reis rond de wereld. Europees kampioenschap voor landenteams en de wereldbeker in Turkije, het WK voor teams in Duitsland, toernooien in Zuid-Korea en Vietnam, even verpozen in Aartselaar, tripjes naar Portugal en de Verenigde Staten… Leven als een nomade, maar zelfs op zijn 51e heeft hij nog niets aan enthousiasme ingeboet.

Wanneer zijn echtgenote een pakketje van Longoni, zijn Italiaanse keusponsor, binnenbrengt, springt hij enthousiast van zijn stoel. ‘Toch even opendoen.’ Een nieuw exemplaar in fiber, die hij op vraag van de sponsor moet testen. ‘Zwart. Zie je mij daar nu mee spelen?’ vraagt hij aan Brenda, zijn echtgenote. ‘Ze vragen mijn mening. Ik móét er geen competitie mee spelen.’ Hij legt de stok op zijn tafel en kijkt, bijna liefdevol, naar zijn houten exemplaar. Artisanaal vakmanschap uit Lombardije.

We zitten in de veranda, waar hij soms uren gebogen over tafel staat. Nummer vier van de wereld worden, gaat niet zomaar, maar waar ziet hij zichzelf in de geschiedenis van het Belgische biljarten. ‘Moeilijk, moeilijk.’ Hij gooit de handen in de lucht. ‘Als ik vijf namen mag noemen, zet ik mezelf er bij, maar op welke positie? Ik vind het moeilijk om mezelf hoger in te schatten dan iemand anders.’ Toch een poging, in willekeurige volgorde. ‘ Raymond Ceulemans, Caudron, Ludo Dielis, ik en dan nog één iemand van het duo Eddy Leppens/ Roland Forthomme. ‘ Even aandringen, op zoek naar een top drie. ‘Dan zitten Ceulemans en Caudron er altijd bij, voor de derde plaats wordt het heel vervelend. Ik zou mezelf in de top drie durven te zetten, maar dan heb ik te weinig respect voor Ludo, mijn eerste leraar.’ Een naadloos bruggetje.

ONTLUIKENDE PASSIE

‘Ik herinner me nog altijd mijn eerste stoot. Amper elf jaar, op een avond in café ’t Hemeltje in de Lindelei in Hemiksem, de straat waar we woonden. Mijn vader was voorzitter van de club en ik ging altijd mee om te kijken, maar je moest 16 jaar zijn om te mogen spelen. Tot mijn vader naar het toilet ging en de cafébaas zei dat ze de dag erna een nieuw laken kwamen leggen en ik dus gerust een paar stoten kon doen… Een onvergetelijk moment. Maar eens het nieuwe laken op de tafel lag, was het weer voorbij. ( lacht)

‘Toen vader een ontmoeting tegen een andere club uit Hemiksem moest spelen, ging ik opnieuw mee en zei de voorzitter daar dat ik bij hem meer dan welkom was. ‘Ik pak hem direct aan.’ Ik heb er een jaar in caféverband gespeeld, op mijn twaalfde werd ik lid van de Belgische Biljartbond. Ik mocht toen ook kiezen van mijn ouders: een groot communiefeest of een biljarttafel in de living – 1m60 op 80 centimeter, meer plaats was er niet – én lessen bij de grote Ludo Dielis. Niet moeilijk, dat feest kon mij gestolen worden.

‘Wij gingen in die periode altijd kijken naar de Belgische ploegencompetitie, met vaak heroïsche finales tussen de club van Deurne – met Ludo – en de Royal in Mechelen, waar Raymond Ceulemans speelde. Ik zie nog altijd een bepaalde stoot van Raymond voor mij. Een toverstoot! Toen we ’s avonds heel laat thuis kwamen, was mijn vader verbaasd dat ik niet meteen mijn pyjama aandeed, maar mijn keu pakte. ‘Die stoot wil ik toch eerst oefenen.’ ( lacht) Dat punt is me altijd bijgebleven, in die mate dat het een van mijn favoriete stoten is geworden. Dat waren bijzondere avonden in de Royal, waar honderden mensen op elkaar gepakt zaten. Ik moest soms op een treetje staan en zag niet meer dan drie halve ballen, maar ik wist meteen: dit is wat ik ook wil.’

DE BILJARTDROOM

‘Ik studeerde voor schrijnwerker, maar ik wilde vooral meer trainen en ging op leercontract bij een meubelmaker in Wilrijk. Minder studeren en meer kunnen biljarten, meer moest dat niet zijn. ( lacht) Later behaalde ik, opnieuw op leercontract, nog een diploma vloerder-tegelzetter en ging ik na mijn legerdienst aan de slag in een steenkapperij in Hoboken. In die periode, 21 jaar, won ik op een toernooi in Lokeren voor het eerst van Raymond. Ik zou met Brenda gaan samenwonen en we hadden geen geld om een televisie te kopen, tot ik dat toernooi won en een cheque van 40.000 frank ( 1000 euro, nvdr) kreeg. We kochten meteen het topmodel van Sony! Maar het was moeilijk om veel toernooien te spelen. Heel weinig vakantie, vroeger stoppen was niet vanzelfsprekend.

Eddy Merckx: 'De sport domineren zoals Raymond Ceulemans dat ooit heeft gedaan, is niet meer mogelijk. Dat zegt Raymond zelf ook.'
Eddy Merckx: ‘De sport domineren zoals Raymond Ceulemans dat ooit heeft gedaan, is niet meer mogelijk. Dat zegt Raymond zelf ook.’© koen bauters

‘Tot ik op een avond thuiskwam en Brenda zei dat ze bij de plaatselijke bierhandelaar had geïnformeerd hoeveel het zou kosten om een leegstaand café in Schelle – In die Mane – open te houden. ‘We zetten een biljart in de zaak, zodat jij meer kan trainen, en ik houd het café open.’ Doen. Ons grote geluk was dat mijn eerste club plots zonder lokaal zat, waardoor ze naar Schelle verhuisden en onze zaak direct veel volk trok. We zijn daar begonnen in 1993 en zijn er 17 jaar gebleven, maar ik moet eerlijk toegeven dat Brenda veel meer uren in ’t café gesleten heeft.

‘We hadden elkaar leren kennen in een dancing in Sint-Katelijne Waver. Ik was 17 en Brenda 15, eigenlijk mocht ze er alleen binnen omdat haar nicht daar werkte en haar had binnengesmokkeld. Na onze eerste ontmoeting zei ik dat ik de week erna moest biljarten, maar twee weken erna zouden we elkaar opnieuw zien. Veel later, pas rond elf uur ’s avonds, want ik speelde ergens op verplaatsing. Ik had niet verwacht dat ze er zou zijn, maar ik zag haar meteen: op een krukje om de voordeur in de gaten te kunnen houden. ( lacht) En na 35 jaar zijn we nog altijd samen, wat in de biljartwereld uniek is. Veel van huis zijn, andere mensen ontmoeten…’

DE WEG NAAR DE TOP

‘Eind jaren negentig woog ik bijna 100 kilogram, véél te veel voor iemand die maar 1m68 is. ’s Avonds laat en ongezond eten. Ik heb mijn hele jeugd gevochten tegen overgewicht en diëtisten bezocht, maar vanaf 1999 heb ik écht doorgebeten. En dat voelde ik aan de tafel. Wij moeten geen marathon kunnen lopen, maar we moeten fysiek wel in orde zijn. Op een bepaald moment woog ik nog amper 58 kilogram, dat was té mager. Ik zag bleek, niet echt gezond meer. Nu zit ik op 68 kilogram, ideaal. Ik durf wel eens een Duveltje te drinken na een partij, maar ik ben vooral gezonder aan het eten.

‘De eerste jaren als prof waren moeilijk. Investeren in een carrière lukt als de resultaten goed zijn, maar ik had het er enorm moeilijk mee dat ik bijvoorbeeld al op donderdag was uitgeschakeld en pas op maandag kon terugvliegen naar België. Een schuldgevoel, omdat ik wist dat mijn vrouw ondertussen helemaal alleen in het café stond. In 2005 wilde ik zelfs stoppen, een andere job zoeken en alleen nog teamcompetities in België, Nederland of Frankrijk spelen. Daar kon ik ook een centje verdienen, maar dat wilde mijn vrouw niet: ‘We zijn dit café begonnen zodat je zou kunnen biljarten. Het komt wel goed.’ Het jaar erna werd ik in Sankt-Wendel wereldkampioen, alsof ik bevrijd was. Ik zette mezelf niet meer onnodig onder druk.

‘Die wereldtitel is bij manier van spreken uit mijn broek gevallen. Ik deed wat ik graag wilde doen en mijn enige ambitie was zo goed mogelijk spelen. Ik kreeg 4800 euro prijzengeld, waar nog belastingen en de kosten voor een feestje van afgingen ( lacht), maar het grote voordeel was dat ik weinig onkosten had en het jaar erop een vliegticket en overnachtingen voor het volgende WK in Ecuador kreeg. Dat scheelde.’

DE WONDERJAREN

‘De sport domineren zoals Raymond dat ooit heeft gedaan, is niet meer mogelijk. Dat zegt Raymond zelf ook. Er is veel meer concurrentie, de moyennes liggen door het betere materiaal veel hoger en toen waren het WK’s met acht spelers, waar iedereen tegen iedereen speelde en je dus al eens een partijtje mocht verliezen. Hij was al met lengten voorsprong de beste en dan kon hij het zich ook nog eens permitteren om relaxed te spelen. In een systeem met rechtstreekse uitschakeling, zoals de laatste vijftien jaar, zit je dan meteen op het vliegtuig. Sinds vorig jaar spelen we nu in poules van drie, waarna de besten naar de achtste finales met rechtstreekse uitschakeling mogen.

‘Vroeger stond hier bij manier van spreken in elk café een biljarttafel, nu zie je dat vooral in Zuid-Korea en Vietnam. Daar is biljarten ongelofelijk populair. Ik heb er zalen gezien waar meer dan twintig tafels stonden, van ’s morgens tot ’s avonds bezet. Op sommige tv-kanalen kan je 24/7 biljartwedstrijden bekijken. En met de inspanningen van Kozoom.com, die overal ter wereld filmt, zijn de inkomsten uit de tv-rechten en dus ook het prijzengeld enorm gestegen.

‘Een overwinning in de wereldbeker levert de winnaar nu 16.000 euro op, terwijl we lang voor 5000 euro hebben gespeeld. De top 14 van de wereldranglijst krijgt een vliegtuigticket en overnachtingen voor de wereldbekers. Ik kan mijn kost goed verdienen, ook omdat er survivaltoernooien ( 3CC Masters, nvdr) zijn bijgekomen en de top 20 alles krijgt terugbetaald. Een heel spectaculaire discipline, met vier spelers tegelijk aan tafel, waarbij je móét aanvallen, want in Azië houden ze niet van verdedigend spel.

‘Toen ik in 2018 de eerste editie won, kreeg ik 40.000 dollar ( 36.629 euro, nvdr). Ongezien! Dit jaar is het prijzengeld voor de winnaar opgetrokken naar 50.000 dollar ( 45.790 euro, nvdr), al moet je daarvoor wel vier keer naar Zuid-Korea en naar Turkije vliegen. Maar zelfs de verliezers in de eerste ronde krijgen nog altijd 5200 dollar ( 4762 euro, nvdr), wat spelers die niet in de top 14 staan opnieuw kunnen investeren in de wereldbeker.

‘Bijna een jaar geleden is er een nieuwe bond opgericht in Zuid-Korea ( Professional Billiards Association, nvdr), die spelers tegen een vaste vergoeding probeerde te contracteren. Ik heb met hen gesproken, maar de toekomst bij de officiële bond ( Union Mondiale de Billard, nvdr) ziet er goed uit. Ik heb geen vast loon, neen, maar ik ben wel mijn eigen baas en zolang ik goed sta op de wereldranglijst moet ik mij geen zorgen maken. Van alle geplaatste spelers is alleen Frédéric Caudron – toen nummer één – in het nieuwe verhaal gestapt, al had dat vooral te maken met zijn grote sponsor uit Zuid-Korea. Maar ik begrijp ook de keuze van Eddy Leppens en andere jongens: daar krijgen ze een vast bedrag, terwijl ze bij de UMB eerst moeten investeren. Het nadeel is dat ze niet meer mogen deelnemen aan EK’s of WK’s.

‘Mijn twee wereldtitels zullen altijd speciaal blijven, maar het toernooi in New York twee jaar geleden – McCreery 3 Cushion Champion of Champions – was pas écht onvergetelijk: 155.000 dollar ( 142.000 euro, nvdr) voor de winnaar, Caudron, ik kreeg als finalist nog 100.000 dollar ( 91.560 euro, nvdr). Het grootste prijzengeld in de geschiedenis van het driebanden… Zo’n bedragen veranderen je leven.

‘Ben ik rijk? Ja, maar ook omdat ik mijn geld verdien met iets dat ik gráág doe. We hebben vroeger met het café ook altijd ons plan getrokken, maar onze financiële toestand ziet er totaal anders uit dan drie jaar geleden. We maken nog altijd geen dure reizen, we gaan net zo graag naar een bungalowpark om een weekje te fietsen. Mensen die al lang financieel binnen zijn, lachen daar wellicht mee, maar we hebben veel sneller dan verwacht ons huisje in orde kunnen brengen. Vroeger hadden we daar langer moeten voor sparen. Dat we dingen kunnen doen waar we vroeger nooit van durfden te dromen, dát geeft een rijk gevoel.’

Bio Eddy Merckx

Geboren: 4 september 1968

Familie: gehuwd met Brenda Van Vaeck, twee dochters Kaylee (23) en Chloë (19)

Palmares

– Wereldkampioen (individueel): 2 (2006 en 2012)

– Wereldkampioen (team): 4 (2012, 2013, 2014 en 2015, telkens met Frédéric Caudron)

– Wereldbekerzeges: 10

– Europees kampioen (individueel): 1 (2007)

– Europees kampioen (team): 1 (2010, met Eddy Leppens)

– Belgisch kampioen: 10 (2000, 2004, 2006, 2008, 2010, 2011, 2012, 2014, 2018 en 2020)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content