De trainer Glen De Boeck is dezelfde als de speler Glen De Boeck en dezelfde als de tiener Glen De Boeck: ambitieus en welbespraakt. Op zoek naar de jeugdjaren van een jongen uit Boom die altijd al wist waar hij naartoe wilde.
G len De Boeck arrogant? Maar neen gij! Hij was als jonge gast zeker geen grote mond, eerder een gereserveerde jongen met wie je nooit problemen had. Intelligent en welbespraakt, dat wel. Als speler van Anderlecht is hij hier destijds nog in een schooltje een lezing komen geven. Glen doet dat allemaal met plezier.” Aan het woord de uitbater van Bar Tabac, een dorpscafé in Boom. Een klant die aan de bar zit, pikt – voorzien van een sappige Antwerpse tongval – gretig in: “Ha, de Glen … da ’s ne gewoene kadee van hier, hé. Ik ben vroeger nog geregeld met hem op stap gegaan, in Den Baron en zo … De Glen was er dikwijls bij, maar ik heb hem nooit buitensporige dingen zien doen, dus straffe verhalen ga je van mij niet horen.”
Aan de overkant van de straat, in café ’t Sloeberke, net hetzelfde geluid: “Mensen die Glen als een dikke nek bestempelen, zijn gewoon afgunstig”, vertelt de uitbater hier. Hij kent Glen nog van bij de jeugd van FC Boom en werd er ooit getraind door vader De Boeck. “Ik ga niet beweren hij het grootste talent was van de club, maar hij was altijd al zeer verstandig. Wij zijn heel fier dat iemand uit onze buurt het zo ver schopte.”
Om de hoek wonen Louis en LouisetteDe Boeck, de ouders van Glen. De achternaam is een begrip in Boom, zoveel is duidelijk. Vader was jarenlang jeugdcoördinator en trainer bij FC Boom, tegenwoordig is hij bij fusieclub KFC Rupel Boom nog steeds actief als jeugdscout. Glen (volgende week 37) doorliep samen met zijn drie jaar oudere broer Gert alle jeugdreeksen van die club, maar enkel Glen brak door in de eerste ploeg. “Gert had niet die vastberadenheid van Glen”, legt vader Louis uit. “Wij keken bijvoorbeeld elke woensdagavond naar de voetbal op tv, terwijl Gert dan al eens zou vragen of ze geen schone film speelden. ( lacht) Puur voetbalistiek gezien had Gert misschien zelfs meer techniek dan Glen, maar die had dan weer de motivatie om er te komen. Overal waar ik naar voetbal ging kijken, wilde Glen mee.” Louis is een kordate, maar hartelijke man. Scherpe taal overgoten met een vleugje humor. Net als Glen. “Ja, die vastberadenheid heeft hij van mij, de rust van zijn moeder.”
Alles op de koers
Louis was zijn leven lang leraar aan de rijksbasisschool in Boom, waar zijn drie kinderen schoolliepen. Gert, de oudste, daarna Ann, die er tussenin viel, en Glen, de benjamin van het gezelschap. Louis: “Ze zijn streng maar rechtvaardig opgevoed. Glen was altijd al iemand die eerst goed nadacht vooraleer actie te ondernemen. Gehoorzamen was ook nooit een probleem. Ik zal u een anekdote vertellen: op zijn vijftiende vroeg Glen eens of hij mocht uitgaan. Ik zei dat hij om twaalf uur thuis moest zijn. Om zeven over twaalf kwam hij binnen. Als straf mocht hij de volgende week niet buiten. De week daarna mocht hij wel weer weg en hij kreeg tot één uur. Hij verschoot van zoveel vrijheid, maar hij was wel om tien voor één thuis! ( grijnst)
“Ik heb heel mijn leven met kinderen gewerkt, was het niet op school, dan op de voetbal. En tijdens de zomer was ik ook nog eens directeur van de Rode Rupel, een vakantiehuis van het ziekenfonds, gelegen aan de luchtmachtbasis in Koksijde. De kinderen gingen elk jaar mee, dat was hun vakantie. Vijftien jaar lang. Soms zaten daar 200 kinderen tegelijkertijd. Ik vermoed dat het voor Glen, Gert en Ann soms wel hard was, want dan maakten ze daar vrienden, maar om de veertien dagen vertrokken die weer en stroomde er een nieuwe groep toe. Ze moesten vaak afscheid nemen en dikwijls kwamen daar traantjes aan te pas.”
Moeder Louisette gaf haar job als bediende in een groot warenhuis op om fulltime met de drie kinderen bezig te kunnen zijn. Voetbal domineerde er de huiskamer. Louisette: “Wat wil je ook met een trainer en twee voetballende kinderen? Aan tafel begonnen ze vaak over voetbal. Dan was er altijd één van de twee, Gert of Glen, die vroeg wat pa van hun match vond. Ze zochten bevestiging.” Louis was echter hard voor zijn voetballende zonen. “Ik wees dan altijd op de dingen die beter konden, onze Glen kreeg bijna nooit zijn soep uit van de tranen die erin vielen”, vertelt hij wederom met een brede grijns.
Vader De Boeck speelde een cruciale factor in de carrière van zijn jongste zoon. Glen benadrukte zelf ook al in vele interviews dat hij die vastberadenheid om het te maken van zijn vader erfde. Louis: “Ik liet hem steeds een leeftijdscategorie hoger spelen, dat was beter voor zijn ontwikkeling. Tijdens de zomers moest hij van mij tennissen, daar kon hij zijn startsnelheid en wendbaarheid aanscherpen. Weet je, veel mensen twijfelden aan zijn mogelijkheden en schrokken dat hij het zo ver bracht. Wij niet. Wij hebben er altijd in geloofd, want als je dat als ouders niet doet, is dat nefast voor je kinderen.”
Eén keer liet de vastberaden Glen De Boeck het hoofd zakken. Dat was bij de nationale scholieren van FC Boom. Louis: “De trainer moest niet van hem weten. En omgekeerd. Glen zat geregeld op de bank. De druppel was een wedstrijd op Lierse: hij had goed gespeeld, maar bij het begin van de tweede helft merk ik ineens dat de doelman op het veld staat en Glen in de kleedkamer bleef. De keeper had tegen de trainer gezegd dat hij eens op het veld wilde staan, Glen was het slachtoffer. Toen was hij het echt beu en wilde hij met de fiets gaan koersen. Ik ben toen zelfs voor sponsoring gaan zoeken om een koersfiets te kunnen kopen. Het was menens.” Moeder Louisette tempert echter: “Meer dan een paar tochtjes met de wielertoeristen heeft hij niet gedaan, hoor. Hij heeft nooit echt een koers gereden.”
De koers. Het was een passie die Glen via zijn vader meekreeg. Samen trokken ze bijna elke week op pad, tot in Namen toe, om te gaan supporteren voor hun held: de plaatselijke succescoureur Raoul Bruyndonckx. “Glen keek geweldig naar hem op”, vertelt Louis, “Hij stond ook dikwijls op de foto met Bruyndonckx.” Louis port even zijn vrouw aan en zegt: “Zo was onze Glen wel: overal waar een camera was, moest hij toch eens zijn kop laten zien. Toen al! ( lacht)”
Scherp maar correct
Na de basisschool stapte Glen De Boeck over naar het Koninklijk Atheneum van Boom. Een middelbare school met een aparte richting sportwetenschappen die destijds een serieuze reputatie genoot inzake het voortbrengen van sporttalent ( zie kader). Onder meer Sabine Appelmans, Roger Ilegems, Dirk Rosez en Mike Pelgrims kwamen uit die opleiding voort.
Glen zat er in dezelfde klas met Eric Cleymans, later basketbalinternational. Uit enkele getuigenissen van vroegere schoolmakkers blijkt dat Glen geen opvallende jongen was, iemand die goed in de groep lag en meedeed als er gespiekt diende te worden tijdens testen of anderen hielp tijdens sportlessen. Steeds even gedreven. Iedereen vertelt hetzelfde verhaal. Sterk in zowat alle balsporten, enkel het turnen bleek een minder vak. “Maar dat zie je wel vaker bij voetballers”, weet Guido Gielis, die 34 jaar aan het atheneum lesgaf. Gielis werkte toen ook als jeugdcoördinator van KV Mechelen en bezat een Heizeldiploma als voetbaltrainer. Hij herinnert zich nog goed het professionalisme van de jonge Glen De Boeck: “Hij was toch een van de betere stilisten in mijn groep. Zijn positiespel en leiderschap achterin waren zijn voornaamste troeven, maar je mocht hem technisch niet onderschatten. Het was iemand die rust uitstraalde. Net zoals nu eigenlijk.”
De latere verdediger van KV Mechelen, Anderlecht en de Rode Duivels was een ‘normale’ student. ” Genenuil, maar hij studeerde niet meer dan nodig was”, zoals zijn vader het verwoordt. Ook buiten de schooluren draaide veel, zoniet alles, om sport in het leven van de puber Glen De Boeck. Na school thuiskomen, boekentas opzij en gaan voetballen op straat of in het park. Over meisjes werd er aan tafel, in tegenstelling tot voetbal, zelden gesproken. “Ik heb aan Glen en Gert ook altijd duidelijk gemaakt: het is het één of het ander”, verkondigt Louis niet zonder enige trots. Moeder Louisette nuanceert en zit misschien iets dichter bij de waarheid: “Ze zullen heus niet alles aan ons komen vertellen zijn.”
A is a en geen b
Na wat grasduinen tussen oude foto’s uit de jeugdjaren van Glen De Boeck, willen we van moeder en vader weten of ze veel verschil zien tussen de jonge, ambitieuze voetballer bij FC Boom en de huidige, gewaardeerde succestrainer van Cercle Brugge.
Louis pakt, uiteraard, als eerste het woord: “Ik zie nog steeds dezelfde gedrevenheid. Bij Anderlecht droeg hij de stempel een nine-to-fivevoetballer te zijn, ik snap niet waar ze dat vandaan haalden. Glen leeft helemaal voor zijn sport en zijn aanpak is ook altijd dezelfde gebleven. Hij communiceert goed – ik heb hem dat ingepeperd: als je een leidinggevende functie hebt, moet je ervoor zorgen dat je de kameraad bent die het voor het zeggen heeft. Je moet niet proberen de baas te zijn.”
De blik van moeder Louisette wordt wat somberder, ze neemt met gedempte stem het woord over. “Hij heeft het altijd goed kunnen uitleggen, maar hij is met de jaren beduidend meer gesloten geworden. Voorzichtiger. Hij zal wel zijn zegske doen, maar …” Louis: “Je moet in de voetbalwereld voortdurend opletten wat je zegt, hé. Ik herinner me één moment bij KV Mechelen, toen hij een beenbreuk had opgelopen. Toen zei hij tegen mij: ‘Papa, had ik geweten hoe hypocriet die voetballerij is, dan was ik er nooit ingestapt. ‘ Bij Glen is a altijd a, en niet opeens b. Altijd geweest. Hij kan koppig zijn – in mijn ogen zijn enige negatieve karaktertrek – maar voor de rest is het een crème van een jongen. Hij heeft het toch maar mooi gemaakt, hé.” S
door matthias stockmans