Morgen/donderdag ontvangt Club Brugge het Sloveense Maribor op speeldag 1 van de Europa League.Onder de lat bij de Bruggelingen staat Colin Coosemans, 19 jaar en nog steeds blakend van zelfvertrouwen. Zijn vrienden getuigen: ‘Druk? Dat voelt Colin enkel aan zijn blaas wanneer hij ’s ochtends wakker wordt.’
Eigenlijk zit hij nog in volle examenstress, maar een uurtje kan er nog van af. En zo komt het dat Colin Coosemans (19) ons opwacht in het Sint-Pietersstation van Gent. In zijn kielzog: Dries Lambert (19), Ruben Blommaert (19) en Pieter Aerts (21).
De eerste is een achterneef van Raoul Lambert en zag zijn grootvader vorig seizoen schitteren als winnaar van de Espinosa in Extra Time. Colin en Dries kennen elkaar van in de middelbare school, het KTA in Brugge. Daar zat ook Ruben, die net als Colin en Dries een topsportstatuut genoot. Zij het dan als kunstschaatser. Vorig jaar bivakkeerde hij als solist nog in de top 25 van Europa. Colin: “Ruben was voorbestemd om de opvolger van Kevin Van Der Perren te worden, maar budgettaire beperkingen bij Bloso hebben zijn carrière afgeremd.” De derde musketier is Pieter, die Colin vorig jaar leerde kennen op de Hogeschool in Gent. Samen studeren ze er voor vertaler/tolk Frans en Italiaans.
Colin Coosemans: “Normaal gezien had Thibaut Van Acker hier ook bij gezeten, maar hij heeft op het laatste nippertje afgehaakt wegens andere verplichtingen. Thibaut zat ook op het atheneum in Brugge en is een goede vriend gebleven.”
Ruben Blommaert: “Ik was de uitzondering in de klas: de enige schaatser tussen de voetballers en basketballers.”
Opletten voor de jumpers
Wat was destijds jullie eerste indruk van Colin?
Ruben: “Hij was vrij impressionant. Nen echte beir, tussen allemaal kleine mannekes. Ik heb veel aan hem gehad, vooral in mijn eerste jaar in het KTA.”
Colin: “Ruben werd vaak geplaagd met zijn sport. Er heerste wel wat jaloezie op school. Zeker tegenover de voetballers, maar ook tegenover hem.”
Ruben: “Colin was de persoon die zei dat ze mij met rust moesten laten als de plagerijen te ver gingen.”
Colin: “Ik maak graag een grap, maar als het te ver gaat, grijp ik in.”
Dries Lambert: “Ik onthoud vooral onze interviewmomenten in de refter. Tijdens de middagpauze hielden wij daar onze eigen versie van Extra Time. Ik was dan Frank Raes en interviewde hem. Wij namen dat echt serieus. Colin vond dat de max om zulke interviewkes te geven. Toen al mediageil!” (lacht)
Pieter Aerts: “Maar hij loopt totaal niet te koop met zijn bekendheid. Bij ons op de hogeschool wist tot vorig jaar niemand wie hij was. Pas toen een docent ons na zijn competitiedebuut tegen Gent vertelde wie Colin was, drong dat door. En dan nog was Colin beschaamd over die openbaring.”
Waarom zo voorzichtig?
Colin: “Omdat ik in het middelbaar ondervonden had dat er redelijk wat vooroordelen bestaan over profvoetballers – zowel bij leerlingen als bij leerkrachten – en diezelfde hetze wilde ik vermijden in de hogeschool. Ik wilde een leerling zijn als een ander.”
Ruben: “Wij zaten in een beroepsrichting, als profvoetballer word je dan snel als dikke nek of showman aangezien. Soms kon je zelfs niet met je zak tot aan het treinstation raken omdat ze je lastigvielen. En ‘ze’ dat waren de jumpers: de mannen met Air Maxen en een klakske. Als topsporter kreeg je wel wat privileges en dat wekte afgunst.”
Colin: “Leerkrachten vonden ons ook verwend. Dat zorgde regelmatig voor discussies.”
Veel mensen zien jou – vooral gebaseerd op je voorkomen – als een arrogant mannetje. Deert dat?
Colin: “Ik ga dat niet proberen te ontkrachten, dat komt meestal van mensen die mij niet kennen.”
Dries: “Ik denk dat het vooral aan Colins on-Vlaamse mentaliteit ligt. In Nederland zou hij niet opvallen. Colin is gewoon iemand met enorm veel zelfvertrouwen en maakt zich niet snel nerveus. Dat mag hij niet kwijtraken. In een topclub heb je die attitude zelfs nodig.”
Pieter: “Colin is volwassen voor zijn leeftijd, niet arrogant. Hij stáát er.”
Dries: “Dat is al zo van in het tweede middelbaar.”
Ruben: “Als er tegen de leerkrachten iets gezegd moest worden, nam Colin meestal het woord. Hij verdedigde de topsporters.”
Moet je veel opletten als publiek figuur? Bijvoorbeeld toen je onlangs naar Tomorrowland ging?
Colin: “Ik word daar wel herkend, maar ik doe niets verkeerd.”
Dries: “Het is wel zo dat we bijvoorbeeld in Brugge vermijden om aan ’t Zand iets te gaan drinken. Aangezien dat als de uitgaansbuurt beschouwd wordt, is het beter dat ze je daar niet zien.”
Colin: “Als je daar om acht uur ’s avonds een colaatje zit te drinken, wordt daar al snel van gemaakt dat je daar om één uur ’s nachts ladderzat buiten wandelde.”
Je hebt de voorbije weken voor het eerst kritiek gekregen. Hoe gaat Colin daarmee om?
Pieter: “Na Zulte Waregem belde ik hem. Hij was tamelijk stil toen ik hem vroeg naar dat foutje.”
Colin: “Ik verlies gewoon niet graag. Na Zulte Waregem was ik in de eerste plaats ontgoocheld omdat we die drie punten lieten liggen.”
Dries: “En om nog een reden. Ik had de dag ervoor mijn ligamenten gescheurd en Colin beloofde dat hij voor mij de beste partij uit zijn leven zou keepen. Maar toen ik in de zetel zat te kijken, dacht ik: wat steekt hij nu allemaal uit? Is dat je best doen?!” (lacht)
Colin: “Ach ja, mijn sterkte is juist dat ik stevig in mijn schoenen sta. Ook in mindere periodes. Ik ben daar nuchter in: vorig jaar zat alles mee, nu vallen bepaalde dingen tegen. Zoals te verwachten viel. Ikzelf ben niet veranderd. Ik voel althans niet meer druk dan vorig seizoen.”
Dries: “Druk? Dat voelt Colin enkel aan zijn blaas wanneer hij ’s ochtends wakker wordt.” (algemene hilariteit)
Ruben: “Er is bij de schaatsers wel meer druk en spanning dan bij de voetballers, denk ik. Je traint een heel jaar voor twee minuten op een WK en daar móét het gebeuren. Bovendien sta je er alleen, hè. Het is ook muisstil in zo’n zaal. Daar moet je mentaal sterk voor staan. De truc is om op training zodanig veel foutloos te rijden dat het een automatisme wordt.”
Colin: “Ik weet dat Ruben veel voor zijn sport doet. Hij heeft jaren van zijn jeugd opgeofferd om aan topsport te kunnen doen. Dat is wel een gelijkenis met mijn parcours. Van mijn acht tot mijn achttien was ik constant bezig met voetbal. Van acht uur ’s ochtends tot negen uur ’s avonds was ik weg. Dan houd je weinig vrije tijd over. Ook voor de vrienden.”
Pieter: “Vorig jaar na de examens gingen we met de hele klas uit en dan merk je dat Colin zich netjes aan zijn topsportregime houdt. Dat is enerzijds jammer op dat moment, maar anderzijds dwingt het respect af.”
Colin: “Als mensen niet aanvaarden dat je vroeger naar huis gaat of zo, dan heb ik er moeite mee om dat vrienden te noemen.”
Witte Volvo met zwarte ruiten
Wordt er soms over geld gepraat?
Pieter: “Wij weten wel dat hij goed verdient, maar we praten daar nooit over. En hijzelf ook niet.”
Ruben: “Ik ga eerlijk zijn: mij zit het weleens dwars dat er binnen de topsportwereld zo veel verschillen zijn. Ik doe minstens evenveel voor mijn sport, maar de bedragen vallen niet te vergelijken met die van voetballers. Mijn ouders moeten constant geld in mij investeren. Dat steekt weleens. Maar goed, ik moet daar niet te veel over zeuren, het is een keuze die ik zelf gemaakt heb. Ik heb zelf ook ooit nog twee jaar gevoetbald.”
Dries: “In de winter was hij op zijn best.” (grijnst)
Colin: “Kijk, als voetballer heb je niet veel tijd voor andere hobby’s, dus geef je je geld makkelijker uit aan materiële zaken. Zoals computerspellen of kledij. Ik heb nu ook een iPad 1, maar ik hoef niet per se een iPad 2 te kopen.”
Pieter: “Colin heeft ook als een van de enigen op school een eigen wagen, die redelijk opvalt.”
Colin: “Een Volvo XC60.”
Dries: ” Ne witte, met zwarte ruiten.”
Pieter: “En die parkeert hij dan vlak voor de ingang van de school. Dus dan kan ik wel begrijpen dat sommige mensen hem als een dikke nek gaan bestempelen.”
Colin: “Het is voor mij soms wel aanpassen. Want als ik op de club kom dan kijkt niemand om naar mijn wagen. Maar kom ik in de studentenwereld dan val je gigantisch op. Er gaapt een kloof tussen die twee werelden. Ik vind niet dat ik moet wegsteken dat ik een wagen heb.”
Wat vinden jullie van het huidige Club Brugge?
Pieter: “Er zit veel potentieel in, maar of het er dit jaar al helemaal zal uitkomen? Tegen Westerlo was het in de eerste helft verschrikkelijk slecht, na rust hebben ze dan wel goed gespeeld. Toen was het precies of ze al kampioen waren. Dat is toch wat voorbarig.”
Dries: “Mijn eerste gedachte was: een ploeg koop je niet bij elkaar. Tot ik ze zag op Sint-Truiden, dan dacht ik: dit is de toekomstige kampioen! Maar vervolgens laten ze die match toch nog uit handen glippen … niet te geloven. Volgens mij zullen ze te veel punten laten liggen in ‘kleinere’ wedstrijden.”
Vorig seizoen verliep zeer turbulent met de affaire-Stijnen en de bestuurswissel. Van een debuutjaar gesproken …
Dries: “Dat heb ik hem ook al gezegd. Die crisissen heb je al achter de rug, je weet nu hoe dat werkt. Het kan alleen maar beter gaan nu de rust is weergekeerd.”
Colin: “Voor mij was het vorig seizoen allemaal nieuw, ik had geen referentiekader dus ik aanvaardde de situatie als normaal. Het is pas door te vergelijken met hoe het nu is, dat ik weet dat vorig seizoen níét normaal was. We hebben veel kwaliteiten, maar het klopt dat we nog constanter moeten worden.”
Meer kwaliteit dan vorig seizoen?
Colin ( twijfelt): “Ongeveer hetzelfde. Je mag het vertrek van Ivan Perisic niet onderschatten. Ook Ronald Vargas scoorde vijftien keer. Het komt eropaan nu te groeien als ploeg.”
Dries: “Ook Colin moet nog groeien. Hij zal in zijn carrière keuzes moeten maken, maar ik denk dat hij alles heeft om een boegbeeld te worden bij Club Brugge. Een man van het volk.”
DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: REPORTERS
“Colin is iemand met veel zelfvertrouwen die niet snel nerveus wordt. Dat mag hij niet kwijtraken.” Dries