De laatste Rode Duivel die op een EK wist te scoren? Emile Mpenza, op het EK 2000 tegen Zweden! Na een avontuur in Azerbeidzjan vertoeft de ex-international tegenwoordig weer in België. In afwachting van een nieuwe club geniet hij hier van de tijd met zijn achtjarig zoontje Lenny en zijn vriendin Shana. ‘Het is tijd om aan mijn naasten te denken.’
Een interview regelen met Emile Mpenza (die op 4 juli 34 wordt) blijft een uitdaging. Zo onnavolgbaar hij soms op het veld is, is hij ook ernaast. Tot drie keer toe wordt een afspraak verzet, en uiteindelijk worden we doorverwezen naar zijn advocaat Laurent Denis. De reden? Een geschil met Neftchi Bakoe, de club waar Emile tot januari van dit jaar speelde. Omdat het delicate materie betreft, wil de speler daar geen verklaringen over afleggen. De advocaat doet dat wel. Laurent Denis: “In januari verkondigde Neftchi Bakoe dat Emile een andere werkgever moest zoeken. Dat stond zelfs als officieel bericht op hun website. Emile verliet de stage van zijn ploeg in Turkije om met andere clubs te praten. Nadien beweerde de club dat hij contractbreuk pleegde ( ze eist nu een compensatie van 700.000 euro, nvdr). Dat betwisten wij. Gezien het salaris van Emile bij Bakoe moet ik u wellicht niet vertellen dat dit niet om een euro gaat. Een ander gevolg van die contractverbreking is dat hij volgens de FIFA-reglementen pas in de volgende transferperiode een nieuw contract mag tekenen. Dat wil zeggen, tussen 1 juli en 31 augustus. Hij mag ondertussen wel meetrainen met andere clubs.”
Zo, dat weten we ook weer. Uiteindelijk belanden we toch in dezelfde ruimte met de ex-spits van onder meer Schalke 04, Hamburger SV en Manchester City. Meer bepaald in het kantoor van Laurent Denis te Brussel. Maître Denis, zoals Emile hem steevast noemt, luistert het hele interview aandachtig mee en neemt geregeld het woord over van een op fluistertoon sprekende Mpenza, gekend om zijn timide en gesloten karakter.
Al blijkt dat op onze openingsvraag nog mee te vallen…
Sinds drie maanden ben je weer in België. Kun je de dagen een beetje vullen?
Emile Mpenza: “Ik ga elke dag lopen om mijn conditie te onderhouden en ik train met kinesist Lieven Maesschalck. Voetballen doe ik af en toe met vrienden in Brussel. Maar dat is louter plezier.
“De eerste weken in België probeerde ik eigenlijk het voetbal even te vergeten. Met wat in Bakoe gebeurde was dat nodig, anders word je gek. Ik profiteerde van mijn vrije tijd om vrienden en familie op te zoeken. Of met mijn zoontje te spelen. Soms ga ik ook mijn vriendin ( Shana De Ben, nvdr) aanmoedigen tijdens haar wedstrijden, ze doet aan paardrijden. Ze staat dicht bij een selectie voor de nationale ploeg. Later, na mijn carrière, wil ik haar ook helpen in haar sport.”
Je zoontje Lenny is nu acht jaar. Beseft hij dat zijn vader profvoetballer is?
“Ja, maar hij houdt niet van voetbal, hij heeft het meer voor basketbal. Soms vraagt hij wel wanneer hij me weer op de televisie kan zien. Dan zeg ik hem dat het nu vakantie is, dat hij nog even geduld moet oefenen.”
Toon je hem soms filmpjes van jezelf op YouTube?
“Ja. Meestal beelden van bij Schalke 04. Ofwel het doelpunt dat ik tegen Zweden scoorde op het EK 2000 in België.” ( zie kader)
Wat voor papa ben je?
“Niet zo streng, vrees ik. Ik zie hem niet vaak, dan is het moeilijk om streng te zijn. Het is een rustige en timide jongen. Zoals zijn vader.”
Waardering voor Advocaat
Heb je al concrete aanbiedingen op zak voor komend seizoen?
“Neen. Ik heb wel al met enkele clubs gepraat, maar ik wil geen overhaaste beslissing nemen, want de kans zit er dik in dat dit mijn laatste club zal zijn. Bovendien wil ik ook rekening houden met de mening van mijn vriendin en familie. Ik heb al veel gereisd, het is tijd dat ik aandacht besteed aan de mensen in mijn naaste omgeving.”
Het is wel vreemd dat je aangeeft mensen rond jou nodig te hebben, want de keuze van je clubs was zelden in functie daarvan: Bakoe, Plymouth, Al-Rayyan… Daar zat je vaak alleen.
“Maar ik kan goed alleen zijn, hoor. Zelfs hier in België zit ik graag op mijn eentje thuis. Ik ben een beetje een eenzaat, moet ik toegeven. In het voetbal word je al genoeg door anderen omringd, dus daarbuiten voel ik dikwijls de nood om me te isoleren of te omringen met mijn naasten.”
Als we de lijst van je clubs overlopen, zien we niet meteen een doorsnee parcours. Hoe beland je bijvoorbeeld in Bakoe of Sion?
“In voetbal heb je niet altijd te kiezen. Het zijn de clubs die jou kiezen, niet omgekeerd. Als het louter aan mij lag, had mijn carrière er wellicht anders uitgezien. Ik zal je een voorbeeld geven: bij Sion maakte ik 21 goals in één seizoen. Je zou denken dat ik dan opties te over had, maar dat bleek helemaal niet het geval.”
Het feit dat je al zo vaak van club veranderde, geeft je natuurlijk niet bepaald het imago van stabiele jongen. Denk je dat zoiets ook een rol speelt?
“Neen, want als een manager of trainer wil weten hoe iemand in elkaar zit, dan bellen ze toch gewoon naar de vroegere clubs? Nooit ben ik in het nieuws gekomen met negatieve uitspraken over ploegmaats of trainers. Niet bij Schalke, niet bij Hamburg, niet bij Standard of eender waar.”
Laurent Denis: “Mag ik er trouwens even op wijzen dat zijn eerste seizoen bij Bakoe een absolute voltreffer was? Hij scoorde geregeld en speelde kampioen. Maar bij het begin van dit seizoen vond er een trainerswissel plaats. Plots paste Emile niet meer in de plannen van de nieuwe trainer.”
Emile Mpenza: “Die man zei me niet eens goeiedag. Hij hield totaal geen rekening met mij. De voorzitter wilde nochtans wél dat ik speelde, maar de nieuwe trainer koos voor jongeren. Ik paste niet in dat profiel.”
Hoe kijk je terug op dat anderhalve jaar bij Neftchi Bakoe?
“Positief. Ik kwam goed overeen met de coach en de trainingen waren leerrijk. Maar omdat we de Champions League niet haalden – we verloren in de kwalificatieronde van Dinamo Zagreb – kwam er een nieuwe coach. Toen is ook de sfeer in de kleedkamer omgeslagen.”
Is het niveau in Azerbeidzjan te vergelijken met Qatar?
“Het niveau in Qatar ligt hoger. Dat heeft te maken met de betere infrastructuur daar.”
Wat was de fun dan om in Azerbeidzjan te voetballen op slechte velden en in verlaten stadions voor amper 4000 man?
” Je faisais mon métier. ’s Ochtends opstaan en naar de training vertrekken om daar mijn beroep uit te oefenen.”
Klinkt deprimerend. Is het daarom dat je in de korte interviews die je de voorbije maanden gaf, benadrukte dat je nu in de eerste plaats op zoek gaat naar plezier in het spelletje?
“Mijn eerste seizoen bij Bakoe was zeer aangenaam. Het waren enkel de laatste maanden daar die tegenvielen. Maar het klopt dat ik nu vooral naar plezier in het voetbal zoek. Een ploeg waarin iedereen zich honderd procent geeft. Op die manier word je zelf meegezogen in een positieve spiraal.”
Ben je ooit ongelukkig geweest in je carrière?
“Neen. Zelfs niet in Plymouth, toen ik in de Engelse tweede klasse niet aan spelen toekwam. Daar kon ik toch genieten van de
sfeer in de stadions en de hele beleving rond het voetbal.”
En wanneer was je het gelukkigst?
“Toen ik voor de nationale ploeg twee keer scoorde tegen Turkije ( op 10 oktober 2009, de debuutmatch van Dick Advocaat als bondscoach, nvdr). Ik speelde op dat moment bij Sion en toonde dat ik nog niet verloren was voor het topniveau. Advocaat zag dat en haalde me weer bij de Rode Duivels. Ik waardeerde dat enorm, want ik betwijfel of dat met een Belgische coach had gekund.”
Nog steeds bij de snelsten
Marc Wilmots is nu bondscoach, hij is een van de bepalende figuren in je loopbaan geweest. Je bent zelfs ooit gestopt bij de Rode Duivels omwille van Wilmots. Toen hij na het WK 2002 zijn afscheid aankondigde, zei jij dat je jezelf ook niet helemaal meer thuis voelde bij de nationale ploeg. Droom je nu stiekem om ooit nog een comeback te maken bij de Rode Duivels?
“We hebben een hechte band, ik weet dat ik op hem kan rekenen. Toen ik bij Schalke speelde, vingen Marc en zijn vrouw mij op. Ik bleef daar vaak eten en soms zelfs slapen. Enkel toen hij naar Bordeaux vertrok, verloren we elkaar even uit het oog.
“Wat de Rode Duivels betreft: we zien wel. Eerst moet ik een nieuwe club vinden en daar aan spelen toekomen. En als blijkt dat ik de Rode Duivels dan iets zou kunnen bij brengen, pourquoi pas?”
Wat zou je kunnen bijbrengen, denk je?
“Goals maken bijvoorbeeld.”
Je stond nochtans nooit te boek als een goalgetter. Op je seizoen bij Standard en Sion na.
“Akkoord, maar in mijn carrière heb ik wellicht meer assists dan goals achter mijn naam staan. Dat wordt toch iets te snel vergeten, vind ik. Tegenwoordig meten ze het aantal kilometers dat je hebt gelopen en verzamelen ze veel andere data tijdens een wedstrijd. Jammer dat ze dat tien jaar geleden nog niet deden, want dan zouden de mensen gezien hebben wat ik allemaal doe. Ik werk in functie van het team.”
Speel je nu anders dan vijf jaar geleden?
“Ja, ik haak veel meer af.”
En de snelheid, is die er nog?
“Ja hoor. Bij Bakoe behoorde ik nog steeds bij de snelsten.”
Geen Standard
Je wordt binnenkort 34. Wat doet dat met een mens?
“Niets. Weet je, in de VS vragen ze nog altijd mijn identiteitskaart wanneer ik een club binnen wil. Ze geloven nooit dat ik al in de dertig ben.”
Je bent vaak onderwerp geweest van controverse in de media. Wat is jouw verklaring daarvoor?
“Die controverse ontstond vooral in Duitsland. Ik was nochtans de chouchou van Schalke, maar je mag de invloed van Bild daar niet onderschatten. Zij kunnen een reputatie maken of kraken. Ik had de indruk dat Rudi Assauer ( de manager van Schalke 04, nvdr) geregeld dingen lekte naar de pers. Een speciale man, die Assauer. De ene dag kon hij poeslief zijn en de volgende dag schold hij mij de huid vol. Daardoor zocht de pers mij ook vaak: het ging over mijn auto’s of over mijn vriendin.”
Laurent Denis: “De media hebben vaak zijn fratsen uitvergroot. Maar mag ik er even op wijzen dat hij in een ploeg nooit voor problemen heeft gezorgd. Hij heeft nooit ploegmaats afgekraakt of kritiek gegeven op trainers.”
Toch kun je niet om de vaststelling heen dat Emile vaak weg moest bij een club. Dat was zo in Schalke, Hamburg, Sion, nu weer in Bakoe.
Laurent Denis: “Emile is vaak gebruikt geweest. Dat moet je durven te zeggen. Door makelaars die tegenwoordig zelfs geen geld meer hebben om hun Lamborghini vol te tanken. Ik ben geen makelaar, ik ben zijn advocaat en word betaald door Emile. Ik heb geen commissie en heb dus geen baat bij transfers. Dat is het verschil.
“Kijk, jij en ik, wij hebben gestudeerd. Emile was op zijn achttiende al profvoetballer. Hij heeft dus niet dezelfde basis meegekregen. Hij kon ook niet terugvallen op zijn familie, want zijn ouders wisten evenmin wat ze moesten aanvangen met een zoon die plots 500.000 euro per jaar verdiende. Kijk naar jezelf, wist jij op je achttiende hoe je contracten moest afhandelen?”
Emile Mpenza: “Weet je wat mij ook opvalt? Ik heb mijn salaris door drie moeten delen om bij Standard te tekenen, maar toen werd daar niets over gezegd. Van Qatar naar Manchester City was financieel ook een stap terug. Als ik het omgekeerde doe en voor het geld kies, wordt daar ineens wél over geschreven.”
In januari was er even sprake van dat je naar Westerlo zou gaan. Waarom is die deal niet doorgegaan? Dacht je dat er nog betere aanbiedingen zouden komen?
“Westerlo heeft me een degelijk aanbod gedaan, dat ik samen met maître Denis ernstig overwogen heb. Maar op dat moment leek het ons niet opportuun.”
In een interview met Sport/Voetbalmagazine in 2004 zei je al: “Er staat maar één zaak in mijn carrière vast: dat ik mijn loopbaan beëindig bij Standard.” Is dat nog steeds aan de orde?
“Neen, die deur is dicht. Standard is zijn ziel kwijt. Sinds het vertrek van Luciano D’Onofrio en Pierre François denk ik niet dat een terugkeer er nog in zit. Hoewel ik uitstekende herinneringen overhoud aan de supporters daar.”
DOOR MATTHIAS STOCKMANS
“Ik ben een eenzaat, moet ik toegeven.”
“De deur naar Standard is dicht.”