Sven Vermant, Gaëtan Englebert en Timmy Simons zijn geen mannen die dribbelen. “De kwaliteit van ons spel zit in de eenvoud om de dingen op te lossen”, aldus het middenveld van Club Brugge. Tegen Harelbeke volstond het niet.

Geert Sustronck de licentie en Enver Alisic het behoud : geschenken deelt Harelbeke niet meer uit en dat hebben ze zondag in Brugge geweten. “Wij waren niet creatief genoeg om door de Chinese muur te breken,” aldus Trond Sollied na het scoreloze gelijkspel.

“Het was nog erger dan verwacht”, aldus Sven Vermant. “Ik heb bij Harelbeke niemand voorin gezien. Alle ballen werden weggekeild, over de zijlijn of niet, het deed er niet toe.”

“Tegen zo’n ploeg die alleen speelt om te verdedigen, is het haast onmogelijk om goed voetbal te brengen”, aldus Gaëtan Englebert. “Ruimte om oplossingen te vinden, was er nauwelijks. Zelfs de counter interesseerde hen niet, het was gewoon wegtrappen. Als je de twee, drie open kansen, waaronder een strafschop, niet benut, kan je van zo’n tegenstander niet winnen.”

“Iets creëren is tegen zo’n elftal zeer moeilijk”, aldus Timmy Simons. “Jammer dat we niet wonnen, want dan had één wedstrijd weer volstaan om de titelstrijd helemaal te laten kantelen.”

Hoe hard is er gevloekt in die periode van vijf opeenvolgende gelijke spelen ?

Vermant : Hoe langer het bleef duren voor we wonnen, hoe ambetanter het werd, maar het hardst zullen we vloeken, moest blijken dat het ons de titel gekost heeft.

Hoe kon het gebeuren ?

Vermant : Er zijn fouten gemaakt, maar dikwijls werkten de omstandigheden die ook in de hand. Vergeet niet op welk veld we tegen Moeskroen aan de terugronde zijn begonnen.

Englebert : Het had ook een beetje te maken met minder geluk in de kleine dingen die in voetbal soms het verschil maken. Feit is ook dat een ploeg die moet creëren en scoren, benadeeld is als het veld geen normaal voetbal toelaat. Globaal bekeken haalden we alleen in Lokeren en La Louvière ons niveau niet. De doelpunten die we op stilstaande fasen pakten, dat kan natuurlijk niet als je er het kopje bijhoudt.

Dat heet : stommiteiten ?

Vermant : Ja, momenten van iets minder concentratie, van iets minder positiespel.

Als alles lange tijd als vanzelf gaat, ebt volgens Trond Sollied het besef weg hoeveel arbeid eraan vooraf is gegaan.

Vermant : Als het dan eens tegengaat of wat minder loopt, wil je het blijkbaar forceren. Dan ga je met lange ballen spelen in plaats van over de grond telkens de vrije man te blijven zoeken zoals we dat in de eerste seizoenshelft zo goed deden. Ik denk dat daar een beetje het probleem ligt.

Timmy Simons : Soms hangt het echt ook van hele kleine zaken af, en vergeet niet : het was niet zo dat we in die periode tegen kleine ploegen stonden te spelen. GBA, Moeskroen, Standard, Gent en misschien zelfs Lokeren zijn ploegen die meedoen voor Europees voetbal.

In de heenronde was Timmy vaak de vrije man, en de driehoek de motor van de ploeg. Slagen de tegenstanders er nu beter in jullie vast te zetten ?

Simons : Op Sven en Gaëtan wordt geregeld met strikte mandekking gespeeld, terwijl de tweede spits nu meer zakt om in mijn zone te storen. Daardoor is ons mannetje meer centraal op het middenveld er misschien iets minder uitgekomen. Maar dan zie je bijvoorbeeld op Gent dat als we die loopacties blijven maken, de ruimte er toch komt. En van zodra we scoren, valt het doorgaans uiteen bij de tegenstander.

Vermant : Als wij een man op onze rug krijgen, moeten er normaal gezien andere jongens kunnen vrijkomen. Van de ruimte die wij creëren door onze loopacties, kan in principe iemand anders profiteren. Als een verdediger opkomt, moet die middenvelder kiezen. Kwestie is dan van het op het juiste moment uit te spelen. Als de backs aangespeeld worden, moet het wel niet altijd de bedoeling zijn om een lange bal naar voren te trappen. Maar er zijn momenten in een match dat wij opeens de ballen zien overvliegen, waardoor wij te weinig in ons spel kunnen komen.

Als het een hele periode goed is gelopen, ga je blijkbaar soms opeens dingen anders doen. Terwijl : als het minder gaat, is het juist heel belangrijk alles zo simpel mogelijk te houden én de organisatie nog beter te bewaren. Zeker als je kampioen wilt spelen, moet je altijd op je organisatie kunnen terugvallen. Alleen dan kan je zo’n periode zonder al te veel puntenverlies doorkomen.

Englebert : Het enige wat dan helpt om het spel te verbeteren, is inderdaad zo simpel mogelijk spelen. Zelfs in een mindere periode moeten we nog altijd een hoger niveau halen dan Lokeren of La Louvière. Dat kan alleen door een snellere balcirculatie, dat zag je ook van zodra we het ritme verhoogden : er kwamen meteen kansen. Maar dat hebben we niet altijd gekund. Als we onvoldoende collectief voetballen, als bijvoorbeeld een verdediger begint te denken dat hij het verschil moet maken en gaat zoeken om zelf de laatste pass te trappen, worden we een ploeg als de anderen.

Vermant : Wil je het absoluut forceren, dan krijg je juist het tegenovergestelde effect van wat je beoogt.

Simons : De tweede helft tegen GBA zijn we over de grond beginnen combineren en creëerden we zoveel kansen dat het, denk ik, mooi was om te zien.

Vermant : Dan zie je dat de bal niet lang bij een speler blijft, maar dat er in één of twee tijden gespeeld wordt. Dat is het moeilijkst te verdedigen.

Was dit een noodzakelijk proces voor een groep die toch niet overloopt van ervaring ?

Vermant : Misschien wel, maar ik vind dat je het na twee keer ook al wel mag weten. Nu gingen we in de klassering ineens van een voorsprong naar een te grote achterstand. Dat had absoluut niet gemoeten.

Hoe erg heeft de groepssfeer eronder geleden ? Ik bedoel : als de certitudes anderhalve maand niet meer kunnen winnen, hebben zij die ernaast staan natuurlijk opeens veel meer te vertellen.

Vermant : Wat, vind ik, nog niet wil zeggen ze er dan tegenin moeten komen.

Irritaties ? Conflictjes misschien ?

Simons : Wie niet in de ploeg staat, wil spelen en geeft zich op training honderd procent – zo zou ik het ook doen. Dan kan het wel eens botsen, na vijf gelijke spelen is dat niet abnormaal.

Vermant : Het hangt voor een stuk ook af van hoe je er zelf mee omgaat. Eigenlijk is het het niet echt waard om daar fel op te reageren, vind ik. Uiteindelijk is er maar één die beslist : de trainer, niet de spelers.

Had hij het met zijn no rules-aanpak naast het veld moeilijker in die periode ?

Vermant : Volgens mij is hij gewoon nog altijd dezelfde. ( Denkt na) Ik vind wel dat na de winterstop de trainingen een ander gevoel gaven in de manier waarop we met elkaar omgingen. Iedereen, vond ik, liep toen net iets meer geprikkeld rond dan voorheen. Het is maar in de mindere periodes dat je echt ziet hoe de groep in mekaar zit.

Englebert : Dan moet de hele groep beseffen dat de enige zorg is : zorgen dat de ploeg beter speelt. Ik denk niet dat het dan helpt als er voor zichzelf gaan spelen, als er zich opeens gaan manifesteren : ìk ben hier. Er moet één, collectief doel zijn : voor een goeie ambiance zorgen, het vertrouwen terugvinden en weer beter gaan voetballen. Als er ook maar enkelen andere dingen gaan denken en vertellen, heeft dat een slechte invloed.

Hoe zwaar weegt externe kritiek dan ?

Englebert : Reacties in de media zijn soms vervelend, maar storen spelers noch trainer, denk ik. Tegenstanders die na de match opeens roepen dat ze het systeem doorhebben, dat is onzin. Wie twee keer naar een ploeg komt kijken, weet toch hoe die speelt ? Trainers die nadat ze tegen ons een puntje pakten, vertellen dat het spelsysteem van Sollied niet deugt en dat hij het met deze spelers anders moet aanpakken, dat is zeer goedkoop. Wat doe je dan met de resultaten die we behalen ? Iedereen is blij met een punt tegen ons, maar als je ziet hoe ver ze allemaal achterstaan, dan moet het toch zijn dat ze in andere matchen ook het verschil niet kunnen maken. Ik vind het wel ambetant dat zelfs de naaste achtervolgers tegen ons niet durven meevoetballen.

Vermant : Gajser van Gent zei tegen mij : “Ik heb maar één taak en dat is jou volgen”.

Simons : Dat een aanvallende middenvelder van een kandidaat voor Europees voetbal gewoon Sven uit de match moet houden, zegt genoeg.

Het pleit ook voor jullie. Waarom staan trouwens precies Vermant, Simons en Englebert in die belangrijke centrale driehoek van Trond Sollied ?

Vermant : Omdat wij het best samenpassen. Dat is, denk ik, al genoeg uit de prestaties en de resultaten gebleken. Het is niet evident om drie spelers te vinden die elkaar zo perfect aanvoelen. Al zijn Gaetan en ik twee verschillende types die dezelfde positie – hij rechts bovenaan de driehoek, ik links – op een andere manier invullen, toch vinden we elkaar heel goed. Hij bezit een groter loopvermogen, waarmee hij voor- en achteruit een enorme actieradius ontwikkelt. Terwijl mijn sterkere punt de passing is en ik ook voor doel iets gevaarlijker ben.

Je scoort meer dan ooit.

Vermant : Veel belangrijker dan mijn doelpuntenaantal is de manier waarop we het spel spelen en het plezier dat we erin vinden.

Simons : Je weet wat je van elkaar kunt verwachten en dat maakt het gewoon gemakkelijk.

Vermant : De kwaliteit van ons spel zit in de eenvoud om de dingen op te lossen. Wij zijn niet de mannen die er drie, vier dribbelen; wij doen het door juist positie te kiezen en op het juiste moment de vrije man aan te spelen.

Simons : Het voordeel van onze omgekeerde driehoek is ook dat het gewicht verdeeld is. Eén echte nummer 10 wordt meer geviseerd. Als er bij ons één in het gat duikt, komt de andere vrij.

Englebert : De kracht van dit middenveld is het evenwicht, het feit dat het gevormd wordt door drie verschillende types die elkaar prima aanvullen.

Met vier goals brak jij warempel ook al je persoonlijk record.

Englebert : En, nòg een record : tegen GBA en Gent maakte ik voor het eerst in mijn carrière een goal in twee opeenvolgende wedstrijden ( lachje).

Vermant : Het grootste voordeel van onze manier van spelen, is dat iederéén tot meer doelpunten komt, omdat we gewoon meer kansen creëren.

Timmy, jij houdt er op de voor de balans van het elftal cruciale positie van controlerende middenvelder met Philippe Clement een international uit. Hoe ga je met die extra druk om ?

Simons : Daar wen je aan. Ik denk ook dat zoals het voor nieuwjaar is gelopen – met die recordreeks – er weinig twijfel is. Er zijn uiteraard wel punten in mijn spel die nog beter kunnen, maar op die positie kom ik misschien wel het best tot mijn recht. Ik probeer daar dus op verder te bouwen.

Tegen San Marino was je zelf voor het eerst Rode Duivel. Hoe vond je het ?

Simons : Een heel aangename ervaring. Het maakt je integratie ook iets makkelijker als je met drie geselecteerd bent. Voor mij was alles nieuw, terwijl het voor Sven en Gaëtan al de euh… zoveelste keer was ( lachje). Ik kende niemand persoonlijk, maar dat is nu wel al een beetje veranderd.

Vermant : Er was een goeie werksfeer, veel opener en veel minder gestresst dan wat ik onder Georges Leekens meemaakte. Toen moest er na het WK een nieuwe groep gebouwd worden, nu staat er al iets en is het makkelijker om er bij te komen.

Toen Luxemburg, nu San Marino, het zijn toevallig niet de topmatchen waarvoor jij wordt opgeroepen, Sven.

Vermant : En mijn eerste kwartier speelde ik – onder Paul Van Himst nog – tegen Armenië, nog zo’n topper ( lacht). Tegen Luxemburg destijds mocht ik starten, maar heb ik de hele match afgezien. Dat was gewoon een dramatisch slechte wedstrijd. Uiteindelijk ben ik daarna nooit meer opgeroepen. Nu ik een stukje ouder ben, beleef ik het wel anders : veel rustiger, veel bewuster van mijn eigen kwaliteiten. Ik maak mij niet meer zo zenuwachtig door al wat er gebeurt. In die periode van Luxemburg wou ik mij absoluut bewijzen. Dan ga je allerhande dingen doen die je niet gewoon bent te doen. Dat loopt meestal niet goed af.

Ben je tevreden over je debuut, Gaëtan ?

Englebert : Ja en neen. Je verwacht natuurlijk wel niet meteen ongelooflijke dingen te doen. Zoals de trainer het vraagt, probeer je zo simpel mogelijk te spelen en er plezier aan te beleven. Dat is zo geweest, dus was het niet slecht voor de eerste keer.

Vermant : Ik vind dat hij heel goed aan de wedstrijd is begonnen, maar gaandeweg werd er meer over links gespeeld en kwam hij minder in beeld. Maar dat wil niet zeggen dat zijn functie in de ploeg niet goed is.

10-1, nòg een record.

Englebert : Dit is blijkbaar echt het seizoen van de records.

Vermant : Het is mooi om erbij te zijn, hé.

Englebert : Tijdens het Euro 2000 werd al bewezen dat er veel potentieel is, vind ik. Dat België toen de tweede ronde niet haalde, was juist een kwestie van details. Wat de nationale ploeg en stilaan ook weer de clubelftallen in Europa presteren, werkt motiverend. Het geeft aan dat er in België toch mooie mogelijkheden zijn.

Simons : Zeker in vergelijking met San Marino ( lacht). Neen, in deze poule kunnen we ver komen en ook op het WK moeten we ons mannetje kunnen staan.

Vermant : Belangrijker nog is dat er op en naast het veld een goeie groep is. Je mag over zoveel potentieel beschikken als je wil, als de selectie niet samenhangt, zal je de resultaten ook niet halen. Op de bank leeft iedereen mee, bij ieder doelpunt werd er gejuicht. Ik zag geen invaller die hoopte dat het 0-0 bleef. Het is dat wij-gevoel dat nodig is om met een nationale ploeg tot prestaties te komen.

Maakt het elkaar jennen over de titelstrijd ook deel uit van de goeie sfeer ?

Englebert : Ja, dat zijn kleine dingen waaruit blijkt dat het goed zit.

Simons : Toen ik Didier Dheedene bij het afscheid een hand gaf, zei hij : “U zal ik maar niet het beste wensen, hé” ( lacht).

Vermant : Het zijn goeie gasten, die van Anderlecht, maar ik heb hen toch gezegd dat ze net iets te kort zullen komen ( lacht). De mannen van Lierse heb ik een beetje opgejaagd : dat het eens tijd wordt dat ze iets presteren en dat het ideale moment daarvoor de topper tegen Anderlecht is. En zie.

Hoe groot is jullie betrokkenheid bij de wedstrijden van Anderlecht ?

Vermant : We volgen dat allemaal wel. Het kan ook wel eens gebeuren dat we met elkaar bellen. Vooral met Timmy bellen we dan, hé ( lacht).

Simons : Pas op, voortaan ben ik telefonisch wél bereikbaar : ik heb de gsm van mijn vader gekregen – en ik ga ervan uit dat hij nu wel een nieuwe zal kopen.

Hoe ziet jullie toekomst eruit ?

Vermant : Die van mij is meer onzeker dan die van hen, gezien zij hier nog een jarenlang contract hebben en het mijne afloopt.

Sven, wie 28 en transfervrij is, pakt de poen, toch ?

Vermant : Ik kan toch mijn vrienden niet in de steek laten ( lacht). Neen, ernstig : er is interesse, maar veel kan ik er niet over zeggen, ook omdat ik vorige week in Voetbal Magazine las dat er van Club nog een zeer serieus voorstel zal komen.

Als ooit de dag komt dat de nu nog prille internationals Simons en Englebert zich klaar voelen voor het buitenland, waarheen mag hun carrière hen dan leiden ?

Englebert : Veel jonge spelers, denk ik, dromen van de beleving in de Premier League.

Simons : Ik ook, maar doe voor mij toch maar iets waar het goed warm is ( lachje).

door Christian Vandenabeele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content