Ondanks de nederlaag in de derby is Beerschot onder Will Still weer een moeilijk te bekampen blok, maar dat volstaat niet.
Hij zit er behoorlijk aangeslagen bij, Will Still na de derbynederlaag. Tot zes minuten voor tijd lijkt zijn team voor de vierde opeenvolgende keer een wedstrijd met een clean sheet af te ronden, tot het eerste gat in de organisatie prompt afgestraft wordt. Na zijn eerste nederlaag op Eupen werden de koppen bijeen gestoken en kwamen trainers en spelers tot het besluit dat dit Beerschot ondanks zijn fantastische seizoenstart intrinsiek nog geen topachtploeg heeft. Wel een team dat het moet hebben van vechten voor elkaar. Dat was in december, mede door de impact van de coronabesmettingen, wat weggeëbd.
De voorbije wedstrijden was Beerschot weer een hecht blok. Terecht stelde Frank Vercauteren zondagmiddag dat de derby ook zo lang op slot zat door de organisatie die de tegenstander neergezet had.
Dat moet zeker nu, want over veel aanvallende alternatieven beschikt de jongste trainer van eerste klasse op dit moment niet. De eerste maanden draaiden de Ratten op de ideeën en de acties van het trio Holzhauser-Tissoudali-Noubissi. Daarvan houdt Beerschot op dit moment alleen de Oostenrijker over. Die blijft balvast, maar heeft amper afspeelmogelijkheden. Wanneer Holzhauser zich in een wedstrijd zoals zondag tot aan de eigen zestien meter laat zakken om de bal te vragen, weet je het wel.
Wachten op Bakkali
Knap is het alvast hoe Still over het vertrek van Tissoudali, door sommige analisten voor paars-wit dit seizoen nog belangrijker genoemd dan Holzhauser, naar buiten toe geen moment zeurde. Vreemd blijft het wel hoe een speler die zo zijn stempel drukte dit seizoen einde contract kon geraken, zodat Beerschot haast gedwongen was om hem nu te laten gaan.
Wachten is het tot Noubissi weer fit is, maar vooral hoe Will Still Zakaria Bakkali integreert. Hij moet mee het verschil maken, maar speelde het laatste anderhalf jaar slechts 174 minuten. Op 4 oktober 2020 stond hij voor het laatst op het veld. Hij werd, wegens nog niet wedstrijdklaar, zondag uit de kern gehouden.
Still wilde er de voormalige Rode Duivel zelf graag bij. De vraag is in welke gedaante de 25-jarige Bakkali zich op het Kiel presenteert. Knapt hij, die bij PSV, Valencia en Anderlecht gewend was aan het werken in perfecte condities, af wanneer men hem vraagt om met één van de minibusjes van het Kiel naar de erg gewone trainingsaccommodatie aan het Universiteitsplein te rijden, of vindt hij dat net fantastisch?
Een hoog Lamkel Zé-gehalte heeft de nieuwkomer alvast niet. Dat zou de spelerskern ook niet accepteren. Die groep, gevormd rond een aantal spelers die soms nog de opgang vanuit lagere afdelingen meemaakte, weet drommels goed dat een aantal van hen niet mee zou spelen bij enkele andere ploegen die mee mikken op play-off 2 en dat de bondscoach afgelopen zondag niet voor hen naar het Kiel was afgezakt. Maar de familiale sfeer op het Kiel in de kleedkamer maakt wel dat buitenlanders als Holzhauser en Musashi Suzuki moeiteloos opgenomen werden en zich thuis voelen. Een goeie cohesie maakt in een seizoen als dit straks gegarandeerd een aantal plaatsen verschil.
Perfect drietalig
Los van de nederlaag van zondag heeft Will Still de overgang van het assistentschap naar het hoofdtrainerschap goed verteerd. Dat hij de kans greep om hoofdtrainer te worden, verbaasde niemand op het Kiel. De vraag was niet of hij hoofdtrainer zou worden, maar wanneer. Uiteindelijk was hij dat al even bij Lierse in 1B, tot eenieders voldoening daar. Alleen miste hij het nodige diploma (dat hij straks hoopt af te ronden) en blijft het filmpje uit een reportage van Sporza waarin hij de zaken nogal cru verwoordde, hem hardnekkig achtervolgen.
Veranderd is hij als hoofdtrainer niet. De manier waarop hij met spelers omgaat, is nog steeds dezelfde: joviaal, bijna amicaal, maar ook rechtdoorzee. Als een oefening op niets trekt, zegt hij dat vlakaf, of het tegen Joren Dom is dan wel tegen Raphael Holzhauser.
Veel hoofdtrainers willen zich boven de groep plaatsen, Still blijft er zoals voorheen tussen staan maar oefent toch gezag uit en durft keuzes te maken. Een combinatie die de moderne trainer kenmerkt. Ook Jürgen Klopp staat tussen zijn spelers, analyseert naast het terrein sec, maar is langs de lijn tijdens training en wedstrijd net als Still een en al beleving.
Op een of andere manier pakt de mayonaise, ook omdat Still enorm bezig is met wat er in het hoofd van de spelers omgaat. Voortdurend test hij ze uit, altijd met de bedoeling om een reactie los te weken.
Ook tactisch staat hij zijn mannetje. Still leest het spelletje goed, maar pakt daar nooit mee uit. Op het perspraatje trots uitleggen hoe hij een situatie in zijn voordeel beslechtte interesseert hem niet.
Het beeld van ‘Will de verdedigende tegenover Hernán de aanvallende trainer’ klopt ook niet helemaal. Die reorganisatie werd al onder Losada ingezet, toen die met 2 op 21 concludeerde dat Beerschot genoodzaakt was om realistischer te gaan voetballen. Still zette die trend door, en kreeg alle spelers in dat sportieve verhaal mee, met inbegrip van Holzhauser, die als vedette net als de rest bereid is meters te maken voor het team. Dat bleek het duidelijkst op Zulte Waregem, waar de groep letterlijk door het slijk kroop, strijdend en vechtend om elke bal.
Hoe dit seizoen ook afloopt, straks mag Still, die ook nog eens perfect drietalig is, van de clubleiding kiezen wat hij doet: een stap terugzetten of doorgaan als T1.
Een beslissing over het stadion
Hoeveel derby’s worden er nog op het Kiel afgewerkt? Wordt het Olympisch Stadion helemaal verbouwd of verhuist Beerschot toch naar Petroleum-Zuid, naast de nieuw te bouwen fietsbrug over de Schelde? ‘Als we de kans krijgen om naar een nieuw stadion te verhuizen, is dat optie één’, zegt Beerschotvoorzitter Francis Vrancken. ‘Pas als dat niet lukt, gaan we voor een verbouwing van het Kiel.’ De club en de stad, die eigenaar is van zowel de gronden op het Kiel als die van Petroleum-Zuid, namen een studiebureau onder de arm dat een dossier moet samenstellen over de hele impact van een nieuw stadion, met inbegrip van de toegangswegen. De resultaten worden tegen het bouwverlof deze zomer verwacht. ‘De bedoeling is dat we in augustus kunnen beslissen of het kan of niet. Met voetbal alleen zal het niet rendabel zijn. Een woonfunctie is geen optie, kantoren, een hotel en horeca wel. Als het project haalbaar is, willen we verhuizen zodat het seizoen 2026/27 in het nieuwe stadion kan doorgaan.’ En de financiering? ‘Als projectontwikkelaar zijn we bezig met wie het zal financieren. Het is niet de bedoeling nu wild te dromen en straks te zeggen: oei, wie gaat dat betalen?’