Na een bureaucratische strijd die bijna vier jaar duurde, kreeg de urne van Helenio Herrera, de man die het catenaccio perfectioneerde en met Internazionale twee keer Europacup I won, een definitieve plaats. Met dank aan … koningin Elizabeth II. Een bezoek aan Isola di San Michele, bezienswaardigheid op Allerheiligen.
Zomer in Venetië. De zon brandt ongenadig hard boven de in elkaar geflanste terrasjes aan Fondamento Nove, de oude en vergeten kaaien in het noorden van de stad, tussen Cannaregio en Castello. Toeristen zijn er amper. Geen dolgedraaide Japanners die uren achter het vlagje van hun gids huppelen, geen cruiseschepen die elke dag rijke passagiers uitbraken.
Op de gammele stoeltjes zitten arbeiders, die tussen twee shifts een snelle hap met een paar glazen goedkope wijn doorspoelen. La dolce vita voor het proletariaat, ver weg van de imposante palazzi langs het Canal Grande. Het zicht op de lagune is weliswaar adembenemend, maar tijd om te genieten is er aan Fondamente Nove niet.
Aan de kaai wordt een klein bootje volgestouwd met groenten, die straks in de kleine kanaaltjes aan de man worden gebracht. Enkele oude dametjes, volledig in het zwart, haasten zich naar de vaporetto. In hun gevlochten tasjes zit een bosje bloemen, een hark en een schopje. Lijn 4.1 van de waterbus zal hen in tien minuutjes naar Isola di San Michele brengen. Een eiland, 450 bij 400 meter, dat als kerkhof wordt gebruikt. Luguber en intrigerend.
Het tochtje op de lagune zorgt voor verfrissing. De toren van de Chiesa di San Michele, de eerste renaissancekerk van Venetië, steekt hoog boven de omwalling uit. Wanneer de vaporetto aanmeert, schuifelt een handvol passagiers onder de stenen boog van de ingang en zoekt een weg in een wirwar van gangpaden. De slanke en statige cipressen leiden naar het Cimitero Comunale, het centrale gedeelte van het eilandje.
Aan de metershoge witte muren, waar de urnen worden bijgezet, hangen foto’s, bloemen of handgeschreven berichten. Stille getuigen van een recent bezoek. De graven van de rijke Venetiaanse families zijn monumentale kunstwerken in marmer en zullen er voor altijd blijven staan, die van de gewone burgers worden na twaalf jaar leeggemaakt om plaats te maken voor nieuwe doden.
We stoten op het bescheiden graf van Igor Stravinsky, de Russische componist die er in 1971 begraven werd. Op de monumentale grafsteen van zijn goede vriend en impresario Sergej Djagilev hangt een trosje balletschoenen. Ook de dichters Joseph Brodsky en Ezra Pound kregen hier hun laatste rustplaats. Culturele wereldgeschiedenis op een zakdoek.
81 OF 87 JAAR?
Achter een muur, in het anglicaanse deel, ontvouwt zich een andere wereld. Omvergevallen grafstenen, sommige helemaal overwoekerd, letters die onleesbaar zijn, het gras dat een weg door de gangpaden zoekt. Geen foto’s, berichtjes, kaarsen of bloemen. En plots, tegen een muur: een voetbal boven een witte marmeren niche met daarin een beker met sjaals – blauw-zwart en de Italiaanse tricolore – en een lint in de Spaanse kleuren. De steen is nog net leesbaar:
HELENIO HERRERA
BUENOS AIRES 10 APRILE 1916
VENEZIA 9 NOVEMBRE 1997
Kippenvel. Helenio Herrera? Hier, in een door iedereen verlaten en verloederd stukje grond, rust een van de grootste trainers ter wereld. Il Mago (De Magiër) die Atlético Madrid en FC Barcelona met sprankelend voetbal naar titels en (Europa)bekers leidde, maar bij Internazionale de weg van het catenaccio insloeg. Ook met succes. Onder HH wonnen de nerazzurri drie titels (’63, ’65 en ’66), twee keer Europacup I (’64, ’65) en twee keer de wereldbeker voor clubteams (’64, ’65).
Fans van La Grande Inter zijn hem nog niet vergeten. Als de sjaals aan het graf worden weggenomen, zo vertelt een monnik, dan duurt het geen week of de blauw-en-zwarte kleuren zijn terug. En: ‘Signore Herrera heeft dit plaatsje met zijn echtgenote zelf uitgekozen.’
Het graf is om een nog andere reden apart: de geboortedatum is verkeerd. Zowel op zijn Argentijnse, Franse als Spaanse paspoort staat dat Herrera werd geboren in 1916, maar uit de officiële geboorteakte van Buenos Aires blijkt dat hij op 10 april 1910 werd geboren. De monnik: ‘Hij heeft de datum op zijn paspoorten vervalst, gaf hij later toe. Zijn vrouw vond het wel grappig: ’81 jaar, jong gestorven’, lachte ze, terwijl hij in werkelijkheid 87 was.’
Onder aan de niche zijn de namen van clubs, waar hij speelde en coachte, in de steen gebeiteld. Op het laatste lijntje: NAZIONALE DI CALCIO DI FRANCIA – ITALIA – SPAGNA. Bondscoach in drie verschillende landen, nooit in zijn geboorteland Argentinië.
MATIGE VOETBALLER
Helenio is amper tien wanneer hij met zijn vader, moeder en oudere zus Aurore van Buenos Aires naar Marokko verhuist. Francisco Herrera, een anarchist uit Andalusië die in Argentinië in ballingschap leefde, was timmerman, moeder Maria Gavilán Martínez harkte als poetsvrouw de schamele peso’s bij elkaar. Vluchten uit de armoede. Vader bouwt een bescheiden huisje op palen aan het strand van Casablanca, Helenio’s eerste voetbalterreintje. Zijn eerste voetbal is gemaakt van moeders zwarte versleten kousen.
Met het spaargeld van een vriend maakt hij op zijn achttiende de overtocht van Marokko naar Frankrijk, aan boord werkt hij als keukenhulpje. De verdediger voetbalt bij enkele bescheiden clubjes in Parijs, om de huur van zijn kamertje te betalen verkoopt hij koperglans van deur tot deur. ‘Ik was een bijzonder matige speler’, omschreef hij zichzelf in zijn memoires.
Te weinig talent en een liederlijk leven. Want: in 1937 moet zijn moeder hem overtuigen om te trouwen met Lucienne Léonard, op dat ogenblik acht maanden zwanger. Het koppel zal in vijf jaar vier kinderen – Francis, Hélène, Linda en Danièle – krijgen, maar passioneel is de relatie niet. De ware liefde vindt hij in de dug-out, zijn levenslange minnares.
Met zijn diploma kinesitherapie kan hij na de Tweede Wereldoorlog aan de slag als coach van Stade Français en wordt hij assistent van Gabriel Hanot bij Les Bleus. ‘De meeste trainers hadden een schitterende voetbalcarrière achter de rug en gingen ervan uit dat alle spelers met talent begiftigd waren. Ik moest vooral over voetbal nadenken: hoe kunnen we met minder goede spelers óók resultaten neerzetten. Ik werd bij Atlético Madrid omschreven als een tiran die meedogenloos voor zijn spelers was, maar wat wij toen deden, is door andere clubs overgenomen.’
Los Rojiblancos gaan op oefenkamp, staan vaak langer dan drie uur op het trainingsveld, moeten op dieet en krijgen tactische varianten ingelepeld. ‘Op verplaatsing stond hij een halfuur voor ons op het veld. ‘Laat het publiek maar fluiten. Als jullie buitenkomen, zijn ze uitgefloten”, getuigde Adrián Escudero, topschutter van Atlético’s kampioensploeg.
Bij Málaga loopt hij een nieuwe (getrouwde) vrouw tegen het lijf – Maria Morilla Pérez – die hem Helenio Angel en Rocío zal schenken, maar hij trekt verder. Naar A Coruña en naar Barcelona, waar hij na het lezen van Geestelijke Oefeningen – een boek van de 16e-eeuwse Spaanse priester Ignatius van Loyola – elke week met zijn ploeg op afzondering gaat. ‘Spelers moeten als monniken leven en zich in een rustige omgeving voorbereiden op de wedstrijden, terwijl ze trainen en de tactiek bestuderen.’
HH leidt Barça naar twee titels, de Copa del Rey en de Jaarbeursstedenbeker, maar de vedetten knappen af op het ijzeren regime. ‘De trainingen zijn zó zwaar dat we geregeld moeten overgeven. We hebben geen plezier meer’, sneert László Kubala. ‘Die Hongaar moet zwijgen. Hij kan goed voetballen, maar hij kan nóg beter drinken’, bijt de trainer terug.
LA GRANDE INTER
Herrera vaart zijn eigen koers en heeft in een tolhuisje langs de Autostrada del Sole een geheime ontmoeting met Angelo Moratti, voorzitter van gevallen grootmacht Internazionale. ‘Toen hij naar Italië kwam, kende de buitenwereld de namen van de coaches niet. Zij waren onbelangrijk, maar dat veranderde heel snel’, vertelde spelmaker Sandro Mazzola. Wanneer Herrera de Spaanse nationale ploeg naar het WK in Chili (1962) coacht en met de nerazzurri de scudetto wint, herdopen de media hem in Il Mago. Een bijnaam die hem doet gruwelen. ‘Het woord ‘magiër’ hoort niet thuis in het voetbal, ‘passie’ en ‘werken’ wel.’
La Grande Inter domineert Europa, maar het regent beschuldigingen. Matchfixing, omkoping van scheidsrechters, doping… Het doel heiligt de middelen. Wanneer de vader van verdediger Aristide Guarneri de avond voor een wedstrijd overlijdt, brengt hij de speler pas na de wedstrijd op de hoogte. ‘Anders zou hij te veel afgeleid zijn…’
Herrera was, zo vond Mazzola in 2004, verantwoordelijk voor de dood van Giuliano Taccola, de aanvaller die bij AS Roma met de Argentijnse coach samenwerkte en tijdens een uitwedstrijd in Cagliari in de kleedkamer aan een hartstilstand overleed. ‘Doping…’
In zijn eerste seizoen in Rome wint Herrera, die een paar jaar ervoor ook de Squadra Azzurra heeft getraind, de Italiaanse beker. Tijdens een ritiro – de dagenlange afzonderingen die hij in de Serie A introduceerde – in Grottaferrata ontmoet hij Fiora Gandolfi, een vrijgevochten journaliste. De vonk slaat over.
‘Er zat overdreven veel brillantine door zijn haar, maar hij was ruw en verfijnd tegelijk. Hij praatte over het boeddhisme, over zijn psychologische spelletjes en vertelde dat zijn spelers tijdens afzonderingen moesten schaken. Hij beoefende yoga, rookte en dronk niet: niet te vergelijken met de provincialistische Italiaanse mannen’, vertelde ze aan La Repubblica.
Drie jaar na hun eerste ontmoeting, in 1972, wordt hun zoon Helios geboren. Een jaar erna keert hij nog terug naar Inter, maar na een hartaanval trekt hij zich met Fiora terug in Venetië. ‘Een bijzondere man. Toen we samen in Barcelona waren, zag hij een ziek meisje ineengekrompen op een bankje zitten. Luna was amper twee jaar, haar vader was een fan van Helenio. We hebben haar meegenomen naar Italië en de operatie betaald. Toen haar vader stierf, hebben we haar geadopteerd.’
Il Mago is even adviseur van Rimini Calcio en wint met Barcelona in 1981 nog de Copa del Rey, zijn laatste kunstje, waarna hij als journalist de wereld rondreist. ‘Een paar jaar voor zijn dood hebben we samen zijn laatste rustplaats gezocht. Toen we op de anglicaanse sectie van Isola di San Michele kwamen, zei hij meteen: ‘Dit is het!’ Een vredig en zonnig plekje, met het geluid van het kabbelende water in de lagune op de achtergrond.’
EEN LANGE STRIJD
9 november 1997. Helenio Herrera, 87 jaar, overlijdt in een ziekenhuis in Venetië. Een paar dagen erna begeleidt een duizendtal familieleden en vrienden uit Rome, Barcelona en Milaan de zwarte rouwgondel naar het crematorium. Massimo Moratti, de zoon van ex-voorzitter Angelo, flankverdediger Giacinto Facchetti, kapitein Armando Picchi, Mazzola en de geniale Spaanse spelverdeler Luis Suárez – Ballon d’Or van 1960 – lopen achter een blauw-zwarte rouwkrans.
Zijn urne wordt bijgezet in een meterslange witte muur, waarop met een zwarte stift ERRERA is gekrabbeld. Schrijnend, maar voorlopig, want kort na zijn dood krijgt Fiora van de vertegenwoordigers van de Anglicaanse Kerk in Venetië de mondelinge toestemming om de urne te begraven. Ze laat een niche maken in wit marmer uit Istrië, de officiële papieren zullen snel volgen. Denkt ze. Zeven maanden na Herrera’s overlijden wordt de toestemming ingetrokken.
Helios, hun jongste zoon, krijgt te horen dat een voetbalcoach niet thuishoort in de anglicaanse sectie. Fiora begint een kruistocht en vraagt aan een vriend, de Amerikaanse auteur John Berendt, of hij een brief naar koningin Elizabeth II wil schrijven. ‘Zij is toch de Supreme Governor van de Anglicaanse Kerk? Is dat niet zoals de paus voor de rooms-katholieken? Zij moet geen rekening houden met stomme regeltjes van conservatieve kwezels.’
In de brief legt Berendt in twee korte paragrafen uit wie Herrera is en wat hij voor de ontwikkeling van het voetbal heeft betekend. Fiora voegt er, handgeschreven, aan toe: ‘Het is mijn vurige wens dat Hare Majesteit in deze zaak zal tussenkomen en dat mijn overleden man zijn toegewezen plaatsje alsnog kan krijgen.’ Drie weken later titelt La Nuova: ‘Queen Elizabeth trova una tomba per Herrera.’
Bijna vier jaar na zijn overlijden is haar missie volbracht. HH zal altijd voortleven. Op Isola di San Michele en in haar herinneringen. Soms wordt ze nog eens geconfronteerd met zijn schaduwkantje: Helenio, de onverbeterlijke rokkenjager. Zoals die keer dat ze een parfumerie binnenstapt en de winkelbediende haar herkent. ‘U komt wellicht de parfum halen die Helenio hier geregeld voor u liet maken.’ Ze moest lachen. ‘De waarheid is dat ik van Helenio nooit parfum heb gekregen.’
DOOR CHRIS TETAERT IN VENETIË – FOTO’S BELGAIMAGE
De eerste voetbal van Helenio Herrera was gemaakt van de zwarte versleten kousen van zijn moeder.
De urne werd bijgezet in een meterslange witte muur, waarop met een zwarte stift ERRERA was gekrabbeld.