Yves Defraigne heeft bij Optima Gent een duidelijk doel voor ogen.

Komende zaterdag trekt Optima Gent naar Bergen. Voor rasechte Gentenaar Yves Defraigne (46) altijd een leuk weerzien met de club waar hij van 1999 tot 2005 mooie tijden beleefde als beginnende trainer.

“Ik heb er nog goede contacten”, erkent Defraigne, die de periode bij Bergen als een topperiode in zijn carrière bestempelt. “Samen met de twee seizoenen bij het Duitse Trier. Bij Bergen deden we altijd mee voor de play-offs, bij Trier kwam ik in een sterke liga terecht en kon ik proeven van een buitenlands avontuur.”

In januari werd Defraigne door Optima Gent ingehaald als vervanger van de Israëliër Erez Bittman. Hij kon echter het tij niet keren, Gent eindigde op de laatste plaats. Er staat Defraigne dan ook een duidelijk project voor ogen: de club weer aantrekkelijk maken voor het publiek en eindelijk die vermaledijde rode lantaarn doorgeven. “Gent is voor mij een terugkeer naar de bakermat, daar waar het voor mij als speler allemaal begon”, stelt hij. “Maar ik ben een coach die bij elke club waar hij werkt een bepaalde verbondenheid probeert te creëren. Samen met Tony Van Den Bosch ( sportief manager van Gent, nvdr) tracht ik mee na te denken over de structuur.”

Opvallend was dat zijn club besloot af te zien van haar lovenswaardige ambitie om een ‘Belgische’ ploeg te zijn. Voorzitter Yannick De Clercq kwam tot de conclusie dat de situatie van zijn club was als die van “een braaf schaap tussen een roedel wolven”. Defraigne vond het een heel mooi streven dat te weinig aandacht kreeg, maar leerde iets heel belangrijks. “De realiteit is dat je dan toppers als Christophe Beghin en Tomas Van Den Spiegel moet halen en dat kan niet met ons budget”, weet hij. “Samen met Pepinster hebben wij het laagste. Dan kun je weleens stunten, maar op lange termijn komt een bepaalde wetmatigheid bovendrijven. Als wij beter doen dan de voorlaatste plaats moet je durven stellen dat we een goed seizoen draaiden. Wanneer wij Lionel Bosco en Senne Geukens ruim twintig minuten speeltijd per match kunnen gunnen, dan doen we het goed. Het wordt nu zaak de Gentse basketfans daarvan te overtuigen en het publiek weer naar onze zaal te krijgen. Dat kan enkel met resultaten, want de Gentenaar is op sportief en cultureel vlak verwend.”

door Matthias Stockmans