Stel dat Charleroi of Eupen straks uit eerste klasse tuimelt, dan schieten er nog weinig Waalse clubs op het hoogste niveau over. Het voetbal ten zuiden van de taalgrens is in volle crisis. Dat beseft ook de politiek, die de boel uit de modder wil trekken.

Er was een tijd dat het beter ging. Er was een tijd dat La Louvière de beker won. Dat Tubeke nog in eerste klasse speelde, dat Bergen dat ook deed, dat Moeskroen de leiding nam in eerste klasse, dat er derby’s waren tussen Olympic en Sporting Charleroi. Dat de stad Luik met Standard, Club Luik en Seraing drie toppers in eerste klasse had. Maar dat is allemaal voorbij. Het Waalse voetbal is in crisis. Charleroi en Eupen vechten al een heel seizoen tegen de degradatie, straks is Standard nog de enige die overblijft. Over hoe het zover is kunnen komen, en wat de uitwegen zijn, drie getuigenissen. Jean-Louis Donnay, journalist bij Le Soir, volgt het voetbal al jaren op de voet en was zelf jaren bestuurslid van Nijvel. Stéphane Pauwels werkte voor Moeskroen en analyseert als scout voor vroeger Monaco en nu Valenciennes de internationale markt. Hij is ook analist bij de RTBf en staat bekend voor zijn kritische blik. Benoît Thans heeft er een carrière van twintig jaar aan de top op zitten bij onder meer Standard, RC Lens en Westerlo en is nu hoofd van een werkgroep die voor minister van Sport André Antoine (cdH) een voetbalbeleid moet uitwerken. Ook hij werkt voor RTBF en Belgacom TV.

De oorzaken

De oorzaken van de crisis?

Jean-Louis Donnay: “Economisch gezien is Vlaanderen de laatste dertig jaar veel welvarender gebleken dan Wallonië. Gezien in het voetbal geld een zeer belangrijke rol speelt, ook op amateurniveau, lijkt het me logisch dat dit een rol speelt. Wie zegt economisch florissant, moet tegelijk ook wat zeggen over de ‘ondergrondse’ economie. In het voetbal gaat veel zwart geld om. Ook dat circuleert veel makkelijker in Vlaanderen dan in Wallonië.

“Om dat te compenseren hebben Waalse clubs lange tijd veel makkelijker toegang gekregen tot en hulp van de lokale overheden. De recente crisissen die Wallonië doormaakte inzake slecht beheer op dat vlak, hebben ervoor gezorgd dat het voetbal slachtoffer is geworden. Subsidies zijn weggevallen, sponsoring werd minder, geen gratis kaarten meer et cetera. Het systeem- Detremmerie is helemaal in mekaar gestuikt. In Charleroi wist iedereen dat het voetbal, het basketbal en het volleybal illegaal werden gesteund door de politiek, maar we knepen allen een oogje dicht. Er zijn daar zo veel excessen geweest, die straks voor de rechtbank zullen worden uitgevochten, dat andere burgemeesters zich hebben teruggetrokken. Uit schrik. Kijk maar naar Bergen, waar ElioDi Rupo een stap achteruit heeft gezet. Idem met Tubeke. Nu het politiek gewicht van Raymond Langendries is verminderd, krijgt Tubeke het zelfs moeilijk in tweede klasse. Dat is voor een stuk het verhaal van het voetbal in Wallonië. Legaal of illegaal, in elk geval was de steun excessief.”

Stéphane Pauwels: “Wallonië heeft ook een groot probleem van clubleiders. Die waren of zijn om te beginnen al minder kapitaalkrachtig dan aan Vlaamse kant. Daar werken bedrijven ook veel meer samen. U denkt toch niet dat bij Zulte Waregem alles uit de zakken van Willy Naessens komt. Een Waalse voorzitter belooft bij zijn aantreden altijd veel meer dan hij aankan en gunt daarna niemand inspraak. Ik heb voor Moeskroen gewerkt, gezien hoe het er daar aan toeging. Er waren echt wel anderen bereid om erin te stappen, alleen sloeg de deur dicht als ze inspraak en inzage wilden.”

Benoît Thans: “De crisis is er op dat niveau zeker. We hebben het vaak over opleiding van voetballers en trainers, misschien zou het ook niet slecht zijn om te zorgen voor een opleiding van clubleiders.”

Donnay wil zijn (ex-)collega’s verdedigen: “Dat is een vals debat, je moet hier niet het proces van de clubleiders maken. Ik heb het jaren zelf gedaan, ik weet hoe moeilijk iets is. Doe het maar eens enkele maanden, zeg ik altijd tegen degenen die kritiek uiten. Er zijn trouwens aan Vlaamse kant ook al een boel faillissementen geweest. Misschien is de Waal meer individualistisch, maar aan Vlaamse kant heb je ook genoeg Verhaegens en Lambrechts en andere Wauters … Dat zijn ook mensen die alleen werken.”

In de ogen van Donnay ligt de schuld van de crisis ook voor een stuk bij de vervlaamsing van de voetbalbond. “Dat is een probleem van de laatste vijftien, twintig jaar. De KBVB leeft de statuten al lange tijd niet meer na, op alle niveaus. Walen hebben geen macht meer, worden niet meer ernstig genomen. Er wordt de Waal vaak verweten dat hij de twee landstalen niet spreekt, maar er zijn in de geschiedenis genoeg voorbeelden geweest van mensen die dat wel deden en toch geen erkenning kregen. Het Waalse voetbal heeft ook zwaar geboet voor de affaire-Standard-Waterschei. Roger Petit was dé motor van het Waalse voetbal en het nationale profvoetbal, maar na zijn verdwijnen viel een grote leegte. Quasi tegelijk zijn FC Luik en Seraing van het toneel verdwenen, de tegengewichten voor Standard. Daar heeft de regio en per uitbreiding het Waalse voetbal zwaar voor geboet. En ik vrees dat de hervormingen in eerste klasse voor het Waalse voetbal catastrofaal zijn. De Vlamingen hebben de Profliga helemaal naar hun hand gezet, de Waalse clubs met ambities zien de deur voor hun neus dichtgaan. Misschien definitief. Dat is een drama. Als Bergen de moed opgeeft en Charleroi mocht zakken, zijn we in een dichtbevolkte provincie als Henegouwen alles kwijt. Een ramp. Daar moet de bond tegen optreden, die beslissing moet worden herzien.”

Pauwels: “De bond moet veel meer doen. Die licenties … Moeskroen had er al drie jaar geen meer mogen krijgen voor het uiteindelijk slecht afliep. Ik pleit voor een nog veel strengere controle, zoals in Frankrijk. Nantes, beste jeugdopleiding, maar wel in tweede klasse. Heb je onvoldoende geld om met de eersteklassers mee te spelen, dan terug naar tweede. Een controle door een onafhankelijk medium, niet door de bond waar ze rechter en partij zijn.”

Thans wil vooral in eigen boezem kijken: “Aan de basis van de val van de Waalse clubs ligt het eigen beheer. Misschien werden de voorzitters niet altijd gesteund door de mensen aan wie ze hun vertrouwen hebben gegeven. Daarin moeten we veel strikter zijn. Als Herman Wijnants bij Westerlo vertrekt, blijft die club heus wel bestaan. Maar wat als Abbas Bayat vertrekt bij Charleroi? Waalse clubs moeten zich veel beter structureren. De politiek moet helpen, maar de politiek moet een club niet runnen. Dat is werk voor profs. Dat hebben ze op Standard goed begrepen. Je mag van hen zeggen wat je wilt, maar het is een club die gestructureerd is.”

Thans constateert nog een ander probleem: infrastructuur. Of liever: het gebrek eraan. Thans: “We hebben in Wallonië moeilijker klimatologische omstandigheden dan in Vlaanderen. Thierry Siquet levert goed werk bij Bertrix, in derde klasse. Wel, deze winter heeft hij acht weken lang in de zaal moeten trainen. Hoe kun je dan goed werk leveren? Zeventig kilometer ver moest hij met zijn ploeg rijden om een bespeelbaar synthetisch veld te vinden. Dat is geen elitarisme, dat is een probleem bij de vorming aan de basis. Het is mooi om kunstgrasvelden te hebben, maar als je in de ene buurt vijf velden hebt op vijf vierkante kilometer en Bertrix moet zo ver rijden, dan klopt er iets niet. Ook daar moeten we aanbevelingen doen. ( wijst naar buiten) Hier vlakbij liggen voetbalvelden. Wel, die velden hebben geen kleedkamers meer. De gemeente wil daarin niet meer investeren. Waarom? Niet omdat er geen geld is, maar omdat het geld niet de juiste bestemming krijgt. Aan de basis van de problemen van het Waalse voetbal ligt vaak slecht beheer. Misschien moeten we zorgen voor een goed boekhoudkundig programma, dat van buitenaf, door een onafhankelijke instantie, kan worden gecontroleerd.”

Pauwels: “Zelf gezien en gehoord wat tegen sponsors werd verteld: jaja, uw bedrag wordt in de jeugd geïnvesteerd. Waarna het geld prompt naar twee, drie contracten voor de A-ploeg ging. Er is gewoon geen controle. Ik ‘lach’ – en dat is cynisch – er al jaren mee dat er in Marcinelle ( waar de jeugd van Charleroi traint en speelt, nvdr) geen warm water is. Pijnlijk, maar ik blijf het herhalen op tv. Motiveer dan maar je kind als de club dat niet kan oplossen. ( denkt na) Maar als ik Lierse zie, zal de jeugdspeler daar ook niet blij zijn met wat er gebeurt. Het is ook in Vlaanderen iets.”

De oplossingen

Ten behoeve van de Franstalige minister van Sport maakten Benoît Thans en zijn commissie een stand van zaken op. In die commissie zitten onder meer ook Philippe Saint-Jean (ex-hoofdcoach van Moeskroen, ex-Futurosport en gewezen assistent-bondscoach bij de beloften), Jean-François Remy (de huidige assistent-bondscoach bij de beloften) en Marc Marchal (jeugdtrainer bij de KBVB). Per provincie heeft Thans kenners van het lokale gebeuren. Thans speelde vroeger nog in Zwitserland en in Frankrijk en kijkt ook over de grenzen naar hoe ze het daar doen.

Thans: “Een Hazard, een Lukaku, een Henin, de broers Borlée, die namen zetten jongeren aan het dromen, die doen een sport leven. Je hebt een sterke elite nodig om mensen te mobiliseren. Daarnaast heb je vooral een goede opleiding nodig, een opleiding waarin namen betrokken zijn. Dat zie ik als een werkpunt. Er zijn op dit moment bij clubs als Standard, Charleroi of Anderlecht te weinig ex-profs voltijds werkzaam. In Lens is dat compleet anders, daar zit de hele club vol met ex-spelers.

“Nog een feit: er zijn geografisch gezien enorme blinde vlekken op de Waalse voetbalkaart, in de provincies Luxemburg en Namen. Talenten uit die regio moeten veel te ver uitwijken. Gevolg: uitstroom.” Thans moet de cijfers nog vergelijken met de Vlaamse situatie, maar de Waalse heeft hij al in een curve uitgezet. Daaruit blijkt dat er vanaf veertien jaar een ontzettende uitstroom van talent is. Massa’s voetballers haken af. Komt dat door een gebrek aan ploegen? Aan uitwijkmogelijkheden? Hij kijkt ook naar de topsportmogelijkheden. In Luik zijn 67 plaatsen, in Tubeke 42, in Moeskroen 48. Dat is samen net iets meer dan 150. Dat cijfer alleen al haalt één Vlaamse provincie.

Thans: “Misschien moet er gewoon één centre d’elite nationale komen in Wallonië. Geholpen door de bond. Zwitserland verzamelt de beste jeugd per kanton. Als we dat zouden kunnen verwezenlijken… eventueel via één Waals centrum, met echte top. In het weekend mogen ze gerust met hun club spelen en à la limite kunnen ze tijdens de week ook één keer met hun club trainen, maar de rest van de tijd zitten ze op school en in de topsportomgeving die wij creëren. In Vlaanderen komt dat er, wij mogen niet achterblijven.”

Pauwels: “Doen! Clubbelang overstijgen.”

Donnay: “Er kan volgens mij eentje per provincie. Zelfs in Luik, naast dat van Standard. Dat zou geen luxe zijn, met de hulp van de bond én van de politiek. Ik geloof ook dat er veel ex-spelers zijn die interesse hebben in een samenwerking. Misschien niet om bij een profclub te werken, want daar willen ze veel meer verdienen, maar wel een paar uur per week in dat soort centra. Er wordt in mijn ogen te snel te veel kennis zomaar weggegooid. Misschien kan iemand als Thans dat soort mensen, die nu al te makkelijk de huidige situatie bekritiseren, overtuigen om het Waalse voetbal uit het slop te halen.”

Thans: “We moeten alles in vraag durven stellen. De provinciale selecties. De copinage, de vriendjespolitiek, ook op dat vlak. Het scheidsrechterstekort. Ook daar hebben we een probleem in Wallonië. Ze vragen nu per club één jongere tussen 15 en 25 jaar. Ik zeg: oké, perfect. Maar waarom niet verplichten, of toelaten, dat er uit elk eerste elftal één speler beschikbaar moet zijn om op zaterdag of zondagmorgen te fluiten? Het zou de wedstrijden van de eerste ploeg kalmeren, want er staan er op het veld die zelf weten wat het is, en je lost het tekort op.

“Vragen moeten we ook stellen bij de kwaliteit van de trainers. Ik constateer dat er in Wallonië 34 trainers zij met een diploma van UEFA A of een Pro Licence. Dat zijn capabele mensen, die zouden een plaats moeten hebben in om het even welke club. Zij zouden ook een erkenning moeten krijgen van het ministerie van Onderwijs. Want nu, om het extreem te zeggen, mogen ze met dat diploma training geven bij Barcelona, maar niet in een school in Wallonië. Als iemand met een vergelijkbaar diploma geen werk heeft bij een Franse club mag die daar voor een gemeentelijke of stedelijke sportdienst werken of in een school als leraar LO. Met hetzelfde salaris als een andere leerkracht. Die anomalie moeten we in België wegwerken. Het diploma van de bond moet ook in het onderwijs worden erkend. Passie en competentie, dat moeten de sleutelwoorden zijn.”

Elke Franstalige club krijgt binnenkort een vragenlijst toegestuurd en daarna komt er een balans. Thans: “Het is niet de bedoeling het hele Waalse voetbal te subsidiëren, wel willen we proberen het Waalse voetbal te verbeteren. Verbeteren wat al bestaat, vernieuwen waar kan. We hebben twee belangrijke troeven: een goede mentaliteit – misschien wel de beste in Europa – en ontzettend veel spelers. Daarvan moeten we profiteren.”

DOOR PETER T’KINT

“Hier vlakbij liggen voetbalvelden. Zonder kleedkamers. De gemeente wil daarin niet meer investeren.” Benoît Thans”Wallonië heeft een groot probleem van clubleiders.” Stéphane Pauwels”Ik heb altijd gezegd dat een splitsing geen slechte zaak is. Je neemt beter zelf de zaken in handen.” Jean-Louis Donnay

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content