In zijn nog prille geschiedenis als eersteklasser beleefde Oud-Heverlee Leuven eind januari een scharniermoment. ‘Je mag het positieve uit de heenronde niet verliezen’, besefte ook OHL-trainer Ronny Van Geneugden.
De supporters van de Leuvense eersteklasser twijfelden, die zondag 27 januari, daags na de nederlaag tegen Waasland-Beveren. Ondanks een manmeersituatie in het laatste halfuur ging hun ploeg alsnog met 2-0 de boot in. Vooral de manier waarop baarde zorgen: geen spirit, geen organisatie meer. Voor de Leuvenaars was het bovendien de elfde competitiewedstrijd zonder zege.
Onvrede broeide in de catacomben van de ‘Hel van OHL’. Tijdens de volgende wedstrijd, tegen Charleroi, plande een deel van de supporters protestacties. Zo erkende ook Dirk Tock, voorzitter van de overkoepelende supportersvereniging O-Hasj-El. Uiteindelijk werd het tegenovergestelde beslist: de ploeg nog luider aanmoedigen. Het bleek een cruciaal moment in het groeiproces dat OHL – vorig jaar voor het eerst in meer dan vijftig jaar weer bij de elite van het Belgische voetbal – als ‘groentje’ in de Jupiler Pro League doormaakt.
Een week later won OHL met 1-0 van Charleroi, dankzij een goal van Derick Chuka. Het was de eerste competitiezege sinds 31 oktober 2012. Niet toevallig bewierookte trainer Ronny Van Geneugden nadien de steun van het Leuvense publiek en de invloed die dat had op zijn ploeg. A man on a mission…
Van Geneugden: “Het was de eerste keer in twee en een half jaar van successen bij OHL dat er ontevredenheid heerste bij onze achterban. En terecht. Maar dat was volgens mij louter op basis van de slappe tweede helft tegen Waasland-Beveren, en niet te wijten aan die voorgaande reeks van elf wedstrijden zonder zege.”
Hij was zelf ook ontevreden, zegt hij. “We ondergingen het spel tegen tien man, en wat me het meest ontgoochelde: de fundamenten van ons spelsysteem, waar we al twee en een half jaar aan werken, vielen ineens weg. Het belangrijkste is echter dat je nu al het positieve uit de heenronde niet verliest. Dat heb ik zowel naar spelers, bestuur als supporters gecommuniceerd. De zege tegen Charleroi was daarom énorm belangrijk. Dat was de apotheose van een week waarin er gewerkt werd op het voetbal waar OHL voor staat: engagement, voor elkaar door het vuur gaan en een goede chemie tussen supporters en ploeg.”
Groepsgesprek
Als geen ander besefte Van Geneugden dat het opgebouwde imago van OHL als gezellige volksclub op het spel stond. Het imago van een ploeg die, naar het voorbeeld van KV Mechelen, op de onvoorwaardelijke steun van zijn supporters kan rekenen en daarmee zieltjes wint. In dat kader was het opvallend dat de anders zo nuchtere Limburger in de media zijn spelers afviel na die elfde opeenvolgende wedstrijd zonder zege. “Ik voel me in de steek gelaten door mijn spelers”, aldus Van Geneugden. In plaats van een recuperatietraining volgde de dag na Waasland-Beveren een groepsgeprek van anderhalf uur.
De trainer had daar zijn redenen voor: “Het was tijd om een aantal zaken open en bloot op tafel te leggen. Wij hebben onze kern samengesteld op basis van mentaliteit. Iedereen die aangeworven wordt bij ons is perfect gescreend op zijn gedrag op en naast het veld. Wij weten dus dat zo een open groepsgesprek best kan zonder negatieve gevolgen.”
Er werd duchtig gediscussieerd, maar dat ging niet om onderlinge vetes of wrijvingen, zo wordt bevestigd door spelers en trainer. Wel om wat er misliep op het veld (er werd te veel van elkaar verwacht) of tijdens trainingen (waar de scherpte soms ontbrak). Overigens geen nieuw gegeven, want vorig seizoen verliep voor OHL volgens een haast identiek scenario. Een degelijke start, gevolgd door een reeksje van overwinningen – ditmaal was dat een vijftien op vijftien in de maand oktober – nagenoeg zekerheid over behoud in eerste klasse en dan een serieuze terugval. Die vaststelling deed analisten, zoals Wim De Coninck enkele weken geleden in dit blad, besluiten dat er misschien meer aan de hand is. Is het omdat de druk wegvalt na het min of meer veiligstellen van het behoud? Of is er in die goede periode te veel geëist van de spelers waardoor ze een (fysieke) terugval kennen?
“Met fysieke voorbereiding heeft het niets te maken”, veegt Van Geneugden de tweede stelling alvast van tafel. “Eerder een combinatie van mentale maturiteit – hoe ga je om met het boven de verwachtingen presteren en toenemende druk van pers en publiek? – en de tegenstrever die anders tegen je aankijkt.”
Ook wil de architect van het Leuvense succes het woord terugval niet gebruiken. “In de periode dat we derde stonden voetbalden we buitengewoon efficiënt. Iedereen binnen de club genoot daarvan, maar was nuchter genoeg om te beseffen dat het niet onze reële waarde was. Het is knap wat Lokeren en Zulte Waregem presteren, maar zo ver staan wij als club nog niet. Dat moet je voor ogen houden. Wij mikken op plaats tien tot twaalf, dus aan het einde van de rit zal de balans in evenwicht zijn.”
Het juiste perspectief, daar draait het om volgens Van Geneugden: “Van die elf wedstrijden zonder zege spelen we vijf keer gelijk en verliezen we onder meer tegen Standard, Zulte Waregem, Lokeren en Anderlecht. Dat is geen oneer. Het is een momentopname waar ik geen verregaande conclusies aan koppel. Op de eerste helft tegen Standard en het laatste halfuur tegen Beveren na, waren we tijdens die negatieve reeks voetballend nooit de mindere van onze tegenstander. Dát is belangrijk.”
Linkerkolom ambiëren
Rest de vraag wat de ambitie dan moet zijn van een club als OHL? Snel behoud verzekeren en dan de rest van het seizoen maar verder dobberen op eb- en vloedgolven? Opnieuw verwijst Van Geneugden naar het woord maturiteit en die kan je volgens hem enkel bekomen door eens ver mee te gaan in de bekercompetitie of een play-off 1 te spelen. Wat nog niet voor meteen is, vindt de Leuvense T1. “Onze eerste doelstelling was en is om een stabiele eersteklasser te worden, dat lukt ons. Maar in ons achterhoofd moeten we altijd rekening houden met mogelijke degradatie.
“Vorig seizoen en dit seizoen werden we vooraf bij de degradatiekandidaten gerekend. Het is mijn doelstelling om bij de start van volgend seizoen als middenmoter bestempeld te worden en voor een plaats in de linkerkolom te strijden. Als er daarnaast een eventuele uitbreiding van het stadion komt, kan je op dat moment misschien de ambities gaan verleggen.” ?
DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: IMAGEGLOBE