Gastland Portugal, titelverdediger Frankrijk en vooral het dartele Tsjechië zijn de best voetballende landen van Euro 2004, maar het is underdog Griekenland dat door het revitaliseren van de Arsenalscore de hoofdvogel afschiet.
Er zijn trainers die lijken vastgeroest in de dug-out van één welbepaalde club. Alex Ferguson is het bij Manchester United, Guy Roux was het bij Auxerre. De Duitser Otto Rehhagel was jarenlang ook zo’n geval. Hij begon in 1981 bij de toenmalige tweedeklasser Werder Bremen, bracht de club weer naar de 1° Bundesliga, veroverde twee landtitels en in 1992, in het Estádio de Luz van Lissabon, schonk hij de groen-witten de Beker der Bekerwinnaars (2-0 tegen Monaco). In 1995, toen hij allang met Werder vergroeid leek, maakte Rehhagel een opgemerkte transfer naar Bayern. Tussen club en trainer bestond echter geen chemie. Na enkele jaren Kaiserslautern wordt hij in 2001 coach van het Griekse nationale elftal.
In de voorronde van het EK 2004 lopen de Grieken meteen tegen twee nederlagen aan: 0-2 tegen Spanje en 2-0 in Oekraïne. Dan gooit Rehhagel de deur dicht, Griekenland incasseert in zijn zes resterende wedstrijden geen enkel doelpunt meer, wint vier keer met de oude Arsenalscore (1-0) en blijft zo Spanje één punt voor. Er broedt duidelijk iets in het zuidoosten van Europa.
Kwalificatie van een voetbaldwerg
Spanje wordt naar de barrages verwezen, waar het in goed gezelschap is. Ook Nederland (een maatje te klein voor Tsjechië), Rusland (tweede achter Zwitserland) en Turkije (dat op de slotdag thuis niet over groepswinnaar Engeland raakt: 0-0) moeten aan hun kwalificatiematchen nog een verlengstuk breien. Kroatië ook, want dat moet de eerste plaats in de groep aan Bulgarije laten. De Bulgaren starten verschroeiend in hun poule en dat is slecht nieuws voor de Rode Duivels, die meteen koud gepakt worden op de Heizel (0-2). België gaat ook zwaar onderuit in Kroatië (4-0, de enige interland van doelman Francky Vandendriessche). De Belgen knokken nog flink terug, kloppen Kroatië met 2-1, maar worden in Bulgarije door scheidsrechter Collina een loepzuivere strafschop onthouden (2-2). Uiteindelijk moeten de Duivels Kroatië op onderling resultaat en doelsaldo laten voorgaan.
Frankrijk, de Europese titelhouder die op het WK van 2002 veel van zijn pluimen verloor, is weer helemaal terug. Les Bleus winnen al hun wedstrijden, Slovenië is tweede. Ook Zweden wint zijn poule makkelijk. Letland eindigt out of the blue als tweede en laat daarmee oude gloriën Hongarije en Polen achter zich. Twee grootmachten die zich zoals verwacht plaatsen, zijn Italië (voor Wales) en Duitsland (voor Schotland). De spannendste groep is die waarin de Scandinavische broeders Denemarken en Noorwegen zitten. De Denen finishen op kop, één puntje voor Noorwegen, dat door het onderlinge resultaat Roemenië voorblijft (0-1 en 1-1).
De heenwedstrijden van de vijf barrages tussen de nummers twee leveren eigenlijk allemaal verrassingen op. Nederland gaat onderuit bij Schotland (1-0), Slovenië speelt gelijk bij de ex-Joegoslavische landgenoten van Kroatië (1-1) en Wales houdt de nul in Rusland. Noorwegen houdt tot de slotfase stand in Spanje en wordt dan geveld door een owngoal (2-1). Letland verrast Turkije (1-0).
De Letten zijn de enigen voor wie het sprookje ook in de terugwedstrijd verder duurt. De dwerg komt 2-0 achter in Turkije maar sleept op de valreep nog een gelijkspel uit de brand. Slovenië en Wales kunnen hun uitresultaat niet verzilveren en verliezen beide met 0-1. Nederland pareert de striemende kritiek na de nederlaag op Schotland met een demonstratie (6-0, driemaal Ruud van Nistelrooy) en ook Spanje laat er in Noorwegen geen gras over groeien (0-3).
Calvarie voor Spanje, Italië en Duitsland
In de openingsmatch van de eindronde worden de Portugezen verraden door de zenuwen en de defensieve kracht van de Grieken. Al na vijf minuten is het gastland door een goal van Karagounis op achtervolgen aangewezen. De Portugese balgoochelaars vinden geen gaatje en in de tweede helft duwt Basinas met een penalty het mes nog wat dieper in de wonde. De tegengoal van Cristiano Ronaldo in blessuretijd is slechts van statistisch belang. Griekenland bevestigt tegen Spanje (1-1), dat eerder Rusland klopte (1-0). Datzelfde Rusland is ook het slachtoffer van de Portugese revanchegevoelens (2-0) en hangt na twee wedstrijden al in de touwen. Toch laten de Russen het kopje niet hangen en in de derde match kloppen ze de Grieken (2-1). In de Iberische broederstrijd tussen het gastland en Spanje volstaat een gelijkspel voor beide ploegen om door te gaan. Maar zo hebben de Portugezen het niet begrepen: voor eigen volk zien ze de kans schoon om de aartsrivaal een hak te zetten. Nuno Gomes telt de Spanjaarden uit (1-0), Griekenland profiteert en zit ook in de kwartfinale.
Groep B wordt gedomineerd door Frankrijk en Engeland. In het onderlinge duel lijken de Engelsen aan het langste eind te gaan trekken na een goal van Lampard. Maar een kwartier voor affluiten stopt Barthez een penalty van Beckham en in een woelige slotfase draait Zinédine Zidane met een vrijschop en een strafschop de rollen nog om (2-1). Engeland wint wel vlot zijn volgende matchen tegen Zwitserland (3-0) en Kroatië (4-2) en mag uitkijken naar een boeiende affiche tegen Portugal. Frankrijk geraakt niet voorbij Kroatië (2-2), maar sluit dankzij winst tegen Zwitserland (3-1, twee goals van Thierry Henry) de poule toch als eerste af.
Italië ziet zich in groep C lelijk de weg versperd door de Scandinaven uit Denemarken en Zweden. Zowel tegen de Denen (0-0) als tegen de Zweden (1-1) kan een potige Squadra allerminst overtuigen. Doordat zowel Zweden (5-0) als Denemarken (2-0) de Bulgaren inmaken, ontstaat op de derde en laatste speeldag de opmerkelijke situatie dat Italië zich plaatst wanneer het Bulgarije klopt en Denemarken-Zweden niet op 2-2 ein-digt … In dat geval zouden de drie landen immers op vijf punten eindigen en de Scandinaven in de drie onderlinge duels het beste doelsaldo kunnen voorleggen. De Italianen, die onder coach Trapattoni vooral getraind zijn in verdedigen, slagen er pas diep in blessuretijd in om de Bulgaren onder de knoet te houden (2-1). Het mag niet baten voor de Azzurri: Denemarken-Zweden is net voordien … 2-2 geworden. De Italianen schreeuwen moord en brand, complot en bedrog, maar wie de match gezien heeft, gelooft daar niks van. In een open wedstrijd zet Tomasson de rood-witten twee keer op voorsprong. Pas wanneer Mattias Jonson kort voor tijd de 2-2 scoort, besluiten beide teams om de vredespijp te roken.
In groep D mag het kleine Letland zijn debuut maken. Het mag tegen Tsjechië zelfs met een voorsprong gaan rusten, maar moet finaal zijn meerdere erkennen in Koller en co (2-1). In een oude klassieker houden Duitsland en Nederland mekaar in evenwicht dankzij een late gelijkmaker van Van the Man van Nistelrooy (1-1). Nederland neemt een droomstart tegen Tsjechië en leidt na twintig minuten met 0-2. Maar Koller scoort meteen tegen en in een zinderende tweede helft walsen de Tsjechen onder aanvoering van Pavel Nedved over Oranje. Baros en Smicer zorgen voor 3-2-winst en kwalificatie voor de volgende ronde. Door dat resultaat heeft Duitsland het heft weer in eigen handen. De Mannschaft blameert zich tegen Letland (0-0), maar kan mits een zege tegen Tsjechië alsnog tweede worden. Wanneer Ballack de vroege 1-0 op het bord schiet, lijkt alles in kannen en kruiken. Maar Tsjechië, dat nochtans een pak basisspelers laat rusten, speelt het spel fair. Marek Heinz (van wie wordt gefluisterd dat hij de buitenechtelijke zoon van bondscoach Brückner zou zijn) en Milan Baros hangen de strop rond de Duitse nek (2-1). Nederland wint met 3-0 van Letland en mag alsnog doorgaan.
Vedetten vervloeken de witte stip
De kwartfinales leveren wisselvallig vertoon op. Tsjechië-Denemarken is voor de pauze niet veel soeps, maar dan maken Koller en Baros (2x) er in een dol kwartiertje 3-0 van. Zweden-Nederland is 120 minuten lang een saaie en doelpuntenloze vertoning. Strafschoppen betekent dat men bij onze noorderburen vertwijfeld de ogen afwendt, maar deze keer is het anders. Na de EK’s van ’92, ’96 en 2000 en het WK van ’98, schudt Oranje eindelijk het loodzware penaltytrauma van zich af.
Het onbetwiste pièce de résistance van de kwartfinales is Portugal-Engeland. Michael Owen steekt al na luttele minuten het vuur aan de lont (0-1). Coach Scolari stuurt zijn troepen naar voor, de Portugezen combineren naar hartelust, maar vinden geen gaatje in de Britse defensie. Pas tien minuten voor tijd kopt Hélder Postiga de bal voorbij doelman James. Net voor het einde slaat de thuisfans de dood om het hart: Campbell werkt de bal in doel, maar wordt voor een duwfout op keeper Ricardo teruggefloten. In de tweede verlenging dribbelt Rui Costa zich vrij en hij schiet de bal hoog in doel. Dit keer gooien de Engelsen in wanhoop alles naar voren. Het loont: Lampard maakt kort voor het einde gelijk. In de penaltysessie mist Beckham voor de zoveelste keer vanop de stip, hij wijst beschuldigend naar de krijtvlek. Ook Rui Costa mist, maar vervolgens gaat het gelijk op tot 5-5. Dan is het moment van Ricardo gekomen. De keeper van Sporting wordt niet door iedereen in het hart gedragen omdat hij publiekslieveling Vitor Baia uit de ploeg heeft verdrongen, maar hij groeit in luttele minuten uit tot nationale held. Wanneer Vassell voor zijn penalty komt aangestapt, gooit Ricardo zijn handschoenen weg. De bluf werkt. Met blote handen keert hij het inzenden van Vassell. Als toemaatje schiet hij zelf de laatste bal voorbij James.
Nog één kwartfinale. Iedereen gaat ervan uit dat Frankrijk zonder moeite Griekenland zal kloppen. Niets is minder waar. De Grieken sluiten de gelederen en de titelhouder schiet geen millimeter op. Het is integendeel Charisteas die op een schaarse counter het leer voorbij Barthez kopt. De 1-0 past de Grieken als gegoten.
Portugese fado wordt Griekse tragedie
In de halve finale gaat Portgal door op zijn elan. Het middenveld met Deco en Figo doet Oranje sterretjes zien. Halverwege de eerste helft kopt Ronaldo een corner voorbij Van der Sar en net voor het uur maakt Maniche hét doelpunt van het toernooi: vanaf de hoek van de zestien krult hij de bal enig mooi in de verste winkelhaak. Door een owngoal komt Nederland nog even terug in de wedstrijd, maar aan de score (2-1) verandert niks meer.
In de tweede halve finale gaat de sympathie van de neutrale voetballiefhebber uit naar de soepele Tsjechen en hun vloeiend combinatiespel. Otto Rehhagel heeft daar lak aan. Hij bouwt een versterkte verdediging en posteert de boomlange stopper Traianos Dellas daar nog eens kilometers achter. Het pesterige afbraakvoetbal van de underdog ontregelt de Tsjechische machine. Tot overmaat van ramp moet draaischijf Nedved geblesseerd van het veld. In de verlengingen worden de Griekse tegenprikken gevaarlijker. Het zwaard van Damocles hangt boven de hoofden van de spelers, want er wordt wel niet meer met een golden goal gewerkt, maar met een zilveren: de halve verlenging waarin de goal valt, moet worden uitgespeeld. De Tsjechen hebben daar maling aan want het noodlot treft hen exact in de laatste minuut van de eerste extra time. Dellas kopt een hoekschop aan de eerste paal voorbij doelman Cech. 1-0, match voorbij, Griekenland naar de finale.
Na twee keer 1-0 voor de Grieken staat het in de sterren geschreven hoe de finale zal uitdraaien … Rehhagel verandert uiteraard niets aan zijn plannetje. Realisme en rechtlijnigheid vormen zijn vaste waarden. Geen franjes, geen lichtzinnigheid. Liever ervaring dan jong geweld. In zijn defensie posteert hij bij voorkeur kopbalsterke bonken – technische vaardigheden zijn bijkomstig. Zijn resultaten snoeren criticasters de mond. Het is hem niet om mooi voetbal te doen, maar om winnen! Met Werder Bremen vestigt hij in 1987/88 een nieuw record: amper 22 tegendoelpunten in 38 Bundesligamatchen. Het zou stand houden tot dit seizoen en de 21 van Bayern. Op 4 juli 2004 staat Rehhagel weer in Lissabon, in het stadion waar hij met Bremen de Europacup II won, om de cirkel rond te maken.
De Portugezen geloven evenwel niet in een Griekse tragedie. Die hebben ze al aanschouwd in de openingswedstrijd. Gesteund door het Força Portugal! dat van de tribunes rolt, bestormen ze het doel van de 33-jarige, maar reeds danig grijzende doelman Nikopolidis. De Grieken van hun kant laten zich gelden met enkele kopbalpogingen. In de tweede helft probeert Deco herhaaldelijk een penalty te versieren, maar scheidsrechter Merk wuift alle claims weg. Dan ontspinnen de schikgodinnen hun fatale draad. Basinas mikt een corner op het hoofd van Charisteas en 0-1. De Grieken scoren drie wedstrijden na elkaar op een quasi identieke manier. Portugal is de wanhoop nabij, zeker wanneer Nikopolidis zowel Ronaldo als Figo tot tweemaal toe afstopt. Stilaan gaan de rood-groene vlaggen naar beneden, de Portugezen hebben het begrepen. In de kroegen van Lissabon zal de fado vannacht nog weemoediger klinken dan anders. In Athene daarentegen tart de vreugde elke verbeelding. De underdog, die voor het toernooi bij de bookmakers amper 100: 1 genoteerd stond (alleen Estland deed slechter) is Europees kampioen! Rehhagel haalt zijn gram. King Otto of Rehakles, zoals zijn koosnaampjes luiden, wordt als eerste buitenlander uitgeroepen tot Griek van het Jaar. S
door peter mangelschots