Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

‘Voetbal,’ zegt hij, ‘is altijd mijn levensdraad geweest.’ Een zijden draadje was het soms. De fel gedeukte binnenkant van Bjorn De Wilde (23), niet toevallig herboren explosieve spits van Lierse.

Bjorn De Wilde : “Eigenlijk draait mijn hele leven nu nog altijd rond een crimineel feit dat twintig jaar geleden bij ons thuis in mijn aanwezigheid is gepleegd, toen een conflict tussen mijn ouders is geëscaleerd. Mijn moeder lag daarna zeven weken in het ziekenhuis.

“Mijn vader ken ik niet, hij is een dode man voor mij. Ik draag de naam van mijn moeder, die niet met hem was getrouwd. De De Wildes zijn mensen die niet op hun kop laten zitten en hun hart op de tong dragen. Mijn sportiviteit heb ik van mijn vader. Hij speelde waterpolo en was Belgisch international.

“Ik was drie jaar toen het gebeurde. Ik heb er een serieus innerlijk trauma aan overgehouden, dat er onbewust voor zorgt dat ik soms choleriek word. Volgens mij heb ik dat verteerd, maar blijkt dat het zeer diep weggestopt zit in mijn onderbewustzijn. Angst, wantrouwen, wrok. Het verklaart mijn agressief gedrag in de kleuterklas al. Snel boos worden, met auto’s gooien, kinderen slaan of schoppen. Later ben ik door dat karakter ook op een paar scholen buiten gevlogen.

“Ik was sowieso al een hyperactief manneke, schijnt het. Tot mijn drie jaar moest ik in bed vastgebonden worden en als mijn moeder met mij aan de kust ging wandelen, moest ze mij zoals een grote hond een gareel omdoen, zoniet was ze mij kwijt. Omdat ze niet meer met mij overweg kon, is ze op een bepaald moment professionele hulp gaan zoeken om te weten hoe ze mij moest aanpakken. Praten is belangrijk voor mij. Ik was nog maar vijf, zes jaar, geloof ik, toen we al vaak rond tafel zaten om dingen door te praten. Als ik koppig was, was het best mij op mijn kamer te steken waar ik tot mezelf kon komen. De beste aanpak voor mij was een strenge, harde, maar correcte hand. Wie niet stevig in zijn schoenen stond, draaide ik rond mijn vinger. Ik kan het nogal goed uitleggen, schijnt het, goed mensen bespelen en manipuleren. Mij is wel eens gezegd dat als ik niet zou slagen als voetballer, dan zeker als verkoper.”

“Mijn moeder betekent alles voor mij. Na mijn hattrick in La Louvière was ik blij dat ik haar aan heel België heb kunnen tonen : kijk, het is dankzij haar. Ik ben iemand die alles zou doen voor de mensen die mij nauw aan het hart liggen. Mijn moeder, mijn stiefvader, mijn vriendin Eveline en mijn hond zal ik altijd beschermen. Met wie aan mijn familie komt, reken ik af, mede door wat er is gebeurd, ja. Omdat ik weet wat mijn moeder al allemaal heeft meegemaakt in haar leven, heb ik ook verschrikkelijk veel respect voor de vrouw. Als een vrouw geen zin heeft, zal ik haar nooit forceren.

“Als klein manneke heb ik nog wel meer klappen moeten incasseren. Juist voor mijn eerste communie verloor ik mijn grootvader, juist voor mijn plechtige communie mijn grootmoeder die alles voor mij was. Ik spreek haar trouwens nog altijd toe.

“Ik ben een ruwe bolster met een zacht pitje. Door alles wat er is gebeurd, kom ik bij sommige mensen veel te hard, veel te ruw over. Daardoor heb ik in mijn jeugdjaren ook altijd moeten afrekenen met jaloezie en met mensen die mij probeerden te kloten. Op het veld ben ik een beest, omdat sport mijn uitlaatklep is en omdat ik wil winnen en daar altijd alles voor zal doen. Ik ben een winnaar. Genetisch, want ook mijn vader was een winnaar; en astrologisch, want ik ben een stier. Ik ga er dus nogal voor, ja. Maar als ik ergens bij vriendjes ging slapen, hoorde mijn moeder altijd : Bjorn, zo’n zachte gast. Dan ruimde ik na het eten ook de tafel af en zo, zoals ik het thuis had geleerd. Ook in de buurtwinkels was het : wat een lieve, beleefde jongen.”

“Ik ben beginnen voetballen bij Tenstar Melle. Met negen jaar verhuisde ik naar RC Gent, waar ik het geluk kende Dirk Geeraerd, de huidige trainer van Deinze, tegen te komen. Door wat er destijds thuis was gebeurd, kon ik absoluut niet tegen onrecht, moet je weten. Ik wou dat een mens eerlijk was. Ik kon dus ook niet verdragen dat de scheidsrechter een fout maakte. Trok er iemand aan mijn shirt en floot hij niet, dan werd ik zot. Dan durfde ik als klein manneke tegen hem uit te vliegen, na te trappen, mijn middenvinger uit te steken, mijn trui uit te trekken en aan de kant te gaan zitten zelfs.

Dirk, die sociaal assistent was, is erin geslaagd om mij totaal te kalmeren in mijn reacties op het veld. Hij probeerde mij duidelijk te maken dat een fout maken menselijk is, hij zette mij op de bank als ik weer eens mijn eigen wil begon door te drijven, strafte mij, met honderd tot tweehonderd sit-ups desnoods. Hij had ook geen schrik om mij vast te pakken en mij een draai rond de oren te geven. Ik had en heb nog altijd ontzettend veel respect voor hem, omdat hij goed en correct was voor mij. Dirk is een belangrijke vaderfiguur geweest in mijn leven, hij leerde mij beter te relativeren. Ik werd onder hem topschutter en geselecteerd voor Oost-Vlaanderen.

“En dan, ja… Ik denk dat iedere jonge gast in zijn leven rond de leeftijd van vijftien een periode kent waarin hij begint te denken dat hij de man is, terwijl je eigenlijk een onnozelaar bent. Je leert gasten kennen, begint uit te gaan, maakt vriendinnen. In die tijd had ik vrienden die in het drugsmilieu zaten, in de criminaliteit, de zware criminaliteit zelfs. Meer wil ik daar niet over kwijt, omdat ik die slechte periode heb afgesloten. Ik heb toen het verschil gezien tussen mensen met en mensen zonder karakter. Zonder problemen had ik toen iedere dag gratis stoned kunnen lopen, maar neen, ik was een sportman, ik kon mij amuseren zonder drugs, zonder alcohol en sigaretten, en zo werd ik ook gerespecteerd door die mannen. Misschien dat ik toen ook in mijn onderbewustzijn wist dat mij pa de braafste mens was tot hij een pint had gedronken, maar feit is dat voetbal altijd mijn levensdraad is geweest. Ik weet nog dat ik met zestien jaar tegen mijn moeder zei, dat als ik geen prof kon worden het leven voor mij geen zin meer had. Zo gefixeerd was ik op voetbal. Mijn ma zegt dat toen ik twee jaar was, ik niet ging slapen met een beertje, maar met een bal. Het is iets heel sterks in mij dat mij naar het voetbal drijft. Gods wil, denk ik.

“Bij Cercle Brugge ben ik met Marc Verhelst weer iemand tegengekomen die gezag uitstraalde en respect afdwong, en onder wie ik serieuze vorderingen maakte. Streng, maar altijd correct hield hij mij kort, korter dan de anderen, desnoods bij de keel. Uit ontzag voor hem heb ik toen zelfs mijn lange haren laten knippen, bijna tot mijn eigen verbazing zou ik zeggen. Wie mij respecteert, krijgt het altijd dubbel terug. Marc babbelde ook veel met mij en als ik boos was, liet hij mij gerust tot ik tot inkeer kwam. Praten vind ik wel belangrijk in het leven, maar ondertussen leerde ik dat het op topniveau niet om de twee minuten meer kan. Professioneel is professioneel. Als je bij Volvo acht uur aan de band staat, moet je ook niet met je baas gaan spreken als je je slecht voelt.”

“Ik was zeventien en mocht met de eerste ploeg trainen, maar op het einde van het seizoen tekende ik voor AA Gent. Ik kwam er in een wereld van individualisten terecht, ik ondervond dat er aan de top weinig vriendschap bestaat. Ik schrok ervan, want bij de jeugd had tot dan alles rond mij gedraaid, en daar was ik dus opeens niemand meer. Ik hing nog wel een beetje de onnozelaar uit, maar werd snel op mijn plaats gezet. Boskamp probeerde mij te breken, maar niet op een manier waarmee hij bij mij respect afdwong. Mij mag je alles zeggen, maar waar ik absoluut niet tegen kan, is dat iemand tegen mij begint te roepen. Dat heeft Boskamp dus vanaf de eerste dag met mij gedaan, met averechts effect. Hoewel ik vijfentwintig keer scoorde bij de reserven en opgeroepen werd voor de trainingen van de nationale ploeg onder 18, was Gent de eerste club in mijn carrière die mij afwees. Tot dan had iedereen mij altijd gewild.

“Dankzij Chris Van Puyvelde, die mij van op school ook karakterieel kende, kreeg ik een kans in Aalst. Nadat ik met de beloften elf keer had gescoord in zeven wedstrijden werd ik met een andere harde waarheid geconfronteerd. Patrick Orlans zei mij : Bjorn, had het voetbal niet rond geld gedraaid, dan mocht je nu al in de eerste ploeg staan, maar ik kan Christophe Lauwers er niet uitzetten, want die kost mij te veel geld. Je bent achttien en denkt : wà is da ?!

“Ik werd zes maanden uitgeleend aan tweedeklasser Sint-Niklaas, leerde er vechten tegen de degradatie en omgaan met de pers, maar met Cees van Vossen ook een foute manager kennen. Ik had een profcontract van drie jaar in Aalst, maar moest warempel in derde klasse gaan spelen. Dat was de grootste teleurstelling in mijn carrière. Ik zie me nog zitten wenen toen het mij tijdens besprekingen gezegd werd. Ik dacht : heb ik alles voor mijn sport gedaan, nooit gerookt en gedronken om in derde te gaan spelen ?! Waarom heb ik al die goalen gemaakt, waarom heeft iedereen mij altijd gezegd dat ik talent had en het zou maken ?! Waarom ik ?! Chris Van Puyvelde zou bij een kennis voor mij een jobke als magazijnier regelen. Ik ben naar die meneer geweest en heb gezegd : meneer, geef die job alstublieft aan iemand anders, aan iemand die het wél kan en het nodig heeft. Belde die terug naar Chris : zeg, wat heb jij mij hier eigenlijk gestuurd ?! Ik heb altijd geweten : met mijn handen kan ik het niet, dus zal ik het met mijn voeten moeten doen.

“In Strombeek ben ik met Ludo Wouters weer een harde tegengekomen. Ik ben er op mentaal vlak een man geworden. Die heeft mij laten afzien, mij op de bank gezet ook. Strombeek was echt een atletische ploeg. Lopen dat die daar konden. Op zeker moment in de voorbereiding liep zelfs de keeper mij voorbij. Toen is er in mijn hoofd een knop omgeslagen, ik heb gezegd : dat overkomt mij nooit meer ! En ik ben keihard beginnen werken, elke dag fitnessen om aan volume te winnen en om mijn agressie kwijt te raken. Ik heb toen ook echt ritme in mijn leven gestoken, zoals ieder normaal mens. Een hond gekocht, mezelf verplicht om iedere ochtend om acht uur op te staan, om halfnegen te gaan wandelen en om negen uur naar de fitness te vertrekken. Nu zeg ik : derde klasse is de beste leerschool voor een jonge gast. Dat ik eruit ben gekomen, heb ik voor 95 procent aan mezelf te denken. Het heeft mij gesterkt, zoals álle kloppen die ik al heb geïncasseerd mij ook alleen maar sterker gemaakt hebben.”

“Een hele grote dank u moet ik zeker zeggen tegen Fred Van de Steen, die mij in contact heeft gebracht met het managementbureau van Jacques Lichtenstein en zijn medewerker Eric Pollet die altijd heeft gezegd : Bjorn, als je gaat trainen, werk altijd een beetje extra voor jezelf. Hij heeft mij ook in contact gebracht met mijn nu al sedert vier jaar persoonlijke begeleider Dirk De Roeck, een osteopaat uit het Brusselse en de belangrijkste mens die ik ooit in mijn carrière ben tegengekomen. Hij werkt op Indiaanse wijze, je zou hem mijn sjamaan kunnen noemen. Dirk heeft niet alleen door middel van manuele behandelingen mijn lichaam gekalmeerd, hij heeft ook mijn eet- en drinkgewoontes én mijn manier van denken veranderd. Hij heeft mij het belang van voeding voor geest en denkwijze leren inzien, mij een klare kijk gegeven op mijn lichaam en mijn visie. Sedertdien weet ik hoe ik moet leven, leef ik naar mijn principes.

“In zes maanden veranderde ik mijn hele leven, niet zonder resultaat : van de C-kern van Aalst werd ik belofte-international. Ik weet nog precies waar in het park ik met mijn hond aan het wandelen was de zaterdagochtend dat Wim De Coninck mij belde om te zeggen dat ik ’s avonds mee mocht met de eerste ploeg naar Charleroi. De tranen rolden langs mijn wangen. Wenend belde ik meteen mijn moeder : ma, vanavond… Kijk, ik heb het nu nog lastig terwijl ik het vertel… Ma, vanavondik moet mee vanavond… ( stilte).

“Toen we met de bus het pas vernieuwde stadion van Charleroi binnenreden, kreeg ik kippenvel, stonden mijn haren recht en de tranen weer in mijn ogen. Ik dacht : daar heb ik nu toch wel voor gewerkt. Toen Wim bij de rust zei : begin je maar op te warmen, kreeg ik een krop in de keel en sloeg mijn hart aan 200 per uur. Ik denk dat ik al tijdens de opwarming in het rood aan het gaan was ( lacht). Ik viel twintig minuten in en de trein was vertrokken. Grote dank ook aan Wim dat hij zich geëxcuseerd heeft dat hij mij er niet vroeger bij had genomen. Het was de eerste keer in mijn carrière dat een trainer zich persoonlijk kwam verontschuldigen tegenover mij. Chapeau voor Wim. Voor hetzelfde geld zegt hij : ik heb mijn trots, en laat hij mij stikken.”

“Maar diezelfde avond kom ik thuis van Charleroi en krijg ik telefoon dat de moeder van mijn stiefvader zojuist zelfmoord heeft gepleegd. Kijk, de laatste tijd vraagt men mij wel eens waar mijn nuchterheid vandaan komt. Wel, van dat soort ervaringen, zoals er in mijn leven niet weinig zijn geweest dus : door op twee uur tijd van het ene uiterste in het andere geslingerd te worden. Zo heb ik geleerd, aan den lijve ondervonden zeg maar, altijd de voeten op de grond te houden.

“Dankzij Dirk ben ik ook in behandeling gegaan bij shiatsutherapeut Johny Butaye. Shiatsu is een zachte, manuele therapie gebaseerd op de principes van de Oosterse geneeskunde. Toen die man mij zag, zei hij meteen : je hebt een negatieve, veel te harde uitstraling. Ik dacht : waar heeft die het over ? Die keek naar mij en zei : je hebt dat, dat en dat. Ik dacht : ja. Hoewel hij tijdens de eerste behandeling zelfs niet aan mij is gekomen, alleen met mijn energetische velden heeft gewerkt, kwam ik daar buiten als de rust zelve. Rustiger dan ik ooit in mijn leven was geweest. Ik kan ook heel choleriek zijn in het verkeer, maar ik liet toen iedereen voor. Ik was precies de braafste mens geworden. Heel raar. Ik ben dus blijven gaan en die man confronteerde mij dus met zaken over mezelf uit mijn jeugd die ik zelf niet wist. Echt straf, hoor. Hij probeert mijn lichaam van negatieve energieën te zuiveren, alles boven te halen tot bij het begin van dit verhaal, toen ik met mijn moeder alleen ben gevallen. Ik moet daarvoor zodanig diep in mijn pijn gaan dat ik het eruit krijg, wat bij mij niet makkelijk gaat.

“Omdat ik zo onder de indruk was, heb ik mijn moeder aanbevolen om er ook heen te gaan. In zes sessies heeft hij haar volledig gezuiverd. Ze heeft op zijn tafel liggen huilen en liggen lachen, zegt ze, onbeschrijflijke ervaringen gehad. Alles is bij haar naar boven gekomen, ook de relatie met haar pa en de wrok die ze tegen hem had. De darmkanker die zich vorig jaar heeft gemanifesteerd, was dus volgens die mannen het laatste vuil dat uit haar is gekomen.”

“Ik weet dat als ik dat vertel tegen de gemiddelde mens, die begint te lachen. Het mag. Ik weet hoe mijn leven veranderd is, omdat ik het elke dag ervaar. Ik lach zelf ook wel eens met mensen, met alle mensen die mij vroeger hebben willen breken. Niemand zal mij ooit nog breken ! Alleen een blessure of een ziekte kan mij nog kapot krijgen, maar geen mens meer. Nooit meer.

“De kanker van mijn moeder maakte mijn aanpassing bij Lierse zo moeilijk. Dat was weer wrok om te verwerken. Ik zat op de bank en ik werd zot. Weet je, op mijn kamer hangt een bokszak en af en toe moet ik er naartoe. Als mijn stoppen doorslaan, moet ik er een kwartier op slaan en schoppen langs alle kanten tot het over is. Tot net voor Kerstmis mijn moeder genezen werd verklaard en er een hele last van mij is afgevallen. Mijn prestaties spreken voor zich.

“Het zijn allemaal details die mij veel sterker en slimmer hebben gemaakt. De details zijn het belangrijkste in het leven. Ook Emilio Ferrera laat mij zien dat je niets aan het toeval mag overlaten, dat alles zijn redenen heeft en dat je geluk moet afdwingen. Geluk, heb ik ervaren, dwing je af door heel hard te werken en je heel goed te verzorgen.”

door Christian Vandenabeele

‘Geluk dwing je af door heel hard te werken en je heel goed te verzorgen.’

‘Een trauma uit mijn jeugd zorgt er onbewust voor dat ik soms koleriek word.’

‘De kanker van mijn moeder maakte mijn aanpassing bij Lierse zo moeilijk.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content