Franky Van der Elst is bijna vier jaar trainer, bij GBA. Maar of dat ook volgend jaar nog zo is ?
Hij kijkt een beetje verbaasd, wanneer in het Brugse Café Los Amigos twee volwassen mannen heel beleefd een handtekening vragen. Bijna vier jaar na zijn vertrek ként Brugge hem nog. Het liefst zou Franky Van der Elst bij Germinal Beerschot blijven, maar voor alle zekerheid benadrukte hij twee weken geleden dat hij open staat voor alle aanbiedingen. Alleen is een veertiende plaats niet meteen een ideale sollicitatiebrief.
GBA blijft naarmate het uit of thuis speelt een grillig team dat om de twee weken lof krijgt en vervolgens helemaal onderuit gaat.
Franky Van der Elst : Na elke goeie thuisprestatie hoop je die lijn door te trekken, maar na een hoopgevende zege tegen La Louvière ga je weer op Beveren onderuit en mag je opnieuw herbeginnen. We spelen uit af en toe aardig, maar we laten ons dikwijls iets te makkelijk op achterstand brengen. Dat is een rode draad in heel het seizoen.
Het is een rode draad in die vier jaar, Franky. Het schiet niet echt op.
In die vier jaar evolueerden we wel van een relatief oude ploeg naar een piepjong elftal. De paar keer dat we anders probeerden te spelen gaven we ook te makkelijk goals weg. Daarom grijp ik telkens terug naar de gewone manier waarop we zelf meer dreigen in plaats van enkel een tegengoal te verhinderen. Wij sluiten de boel niet af om met een lange bal Paul Kpaka weg te sturen en het hem te laten uitzoeken, hé. Vorig jaar haalden we wél dikwijls een achterstand op. Dat lukte de eerste twee jaar niet. Met de inbreng van meer jonge gasten merk ik dat ze het niet zo snel opgeven. Naast het gebrek aan concentratie zijn we qua scorend vermogen ook een beetje té afhankelijk van Kpaka . Snelders heeft ook scorend vermogen. Maar ik heb de indruk dat Kpaka graag de ruimte voor zich alleen heeft. Zijn kwaliteit is niet de combinatie. Ik kan Snelders niets verwijten, alleen vind ik dat Kpaka beter rendeert naast Quansah.
Stoort het je als jongens als Didulica of Culina die naar Ajax terugkeerden hard roepen dat spelers vooral niet naar GBA moeten komen omdat ze hier niets leren ?
Nee. Het grootste probleem is dat veel van die jongens hier met hele hoge verwachtingen aankomen : we gaan lekker voetballen ! Maar allemaal hebben ze ondervonden dat het zo niet gaat. Eens het ze beter gaat, geven ze zelf aan dat ze zich mispakten aan het niveau en schrokken van de felheid van het spel. Ze moeten wel bij zichzelf een knop kunnen omdraaien en beseffen dat dit geen Ajax 2 is. Bij Club kreeg ik 15 jaar lang ook mijn drank op de spelersbus gratis. Hier moet ik hem zelf betalen. Daar moet je toch niet over gaan zeuren ?
Ik weet niet wat ze hen bij Ajax zeggen voor ze komen. Daniel Cruz heeft bijvoorbeeld lang geaarzeld om te komen. Hij had het veel eerder moeten doen, dan stond hij verder dan nu. Walker maakte de grootste vooruitgang. Centraal achterin vond ik hem te weinig zijn verdedigende taak uitvoeren. Nu gaat hij al eens een duel aan, terwijl hij bij het uitvoetballen gewoon de beste is. Ik zie die Ajaxspelers hier stuk voor stuk beter worden, maar ik durf dat niet hard roepen. Want we staan maar veertiende, hé.
Het moet van bij RWDM geleden zijn dat je nog eens zo diep in de rangschikking weggezakt bent.
Toch ben ik niet bang dat we het niet redden. Het is wel een nieuwe ervaring. In vier jaar GBA maakte ik zowat alles mee. Ik heb alleen nog geen prijs gewonnen. In competitie is het allemaal heel nipt, maar ik ben er honderd procent zeker van dat we zeker de degradatie ontlopen. Omdat we goeie spelers hebben en goed voetballen. Dat gevoel moet ik overbrengen op de spelers. Hier is voldoende kwaliteit om net als vorig jaar negende of tiende te worden.
Voel je je verantwoordelijk voor dat slechte resultaat ?
Natuurlijk, maar wie het voetbal een beetje kent weet dat het budget hier de voorbije jaren ook gedaald is, evenredig met de sportieve mogelijkheden. Niet dat ik voor het seizoen had gedacht dat we zesde zouden worden, maar evenmin dat we veertiende zouden staan. We werken goed, we trainen goed. Ik heb de spelers gezegd : geloof in jezelf en in degene die naast jou zit.
Maak jij je zorgen ? Je benadrukte dat je open staat voor andere aanbiedingen.
Ik moest wel. Stel dat de overnemers binnen vier weken voor een andere trainer kiezen, dan sta ik daar. Dat wou ik vermijden. Ajax gaf zelf aan dat er momenteel niet kan gepraat worden. Ik heb nooit gezegd dat ik volgend jaar geen trainer meer wil zijn bij GBA, hé. Heel graag zelf. Want weinig clubs zijn zo plezant als Germinal Beerschot, als je zelf tenminste geen droogstoppel bent.
Klop jij wel eens aan de bestuurskamer aan voor uitleg ?
De bestuurskamer ? Voor mij is Bob Van Jole op dit moment het bestuur van GBA. En Bob kan eigenlijk niets doen. Dan moet ik die mens toch niet gaan lastig vallen. Als de overname rond is, zal wel blijken wat er kan gebeuren. De spelers zijn het belangrijkste, de rest is niet mijn taak. Ik heb er geen invloed op. Vroeger maakte ik me daar wel eens druk om, maar ik heb dat hier snel afgeleerd.
GBA is een heel andere club geworden dan degene waar je vier jaar geleden tekende.
Er is inderdaad heel veel veranderd, maar ik heb er altijd graag gewerkt. Nog altijd. Ik vind het belangrijk dat ik ondanks de onzekerheid nog dagelijks met plezier naar Antwerpen rijd en terug. Antwerpenaren vallen mij ongelofelijk goed mee, net zoals ik me als Brabander vijftien jaar goed voelde in Brugge. Ik kan me wel aanpassen, vind mezelf geen moeilijk mens om mee te werken.
Alleen in Wallonië moet je nog eens aan de slag.
Pas op, ik ken Frans, hé. Je me débrouille.
Ben je eigenlijk graag trainer ?
Toen ik vier jaar geleden stopte met voetballen, zat ik met twee vragen : kan ik het trainersschap aan en zo ja, waar kan ik aan de slag ? Op de eerste vraag vond ik snel het antwoord. Ik wil graag door als trainer. Soms vind ik het wel eens jammer dat je gemoed voor een groot stuk bepaald wordt door winnen of verliezen, maar na twintig jaar zou ik het missen om een doel te hebben. Waar het in dit vak om gaat, is dat wij trainers de keuze vooraf moeten maken. Achteraf zijn het allemaal veronderstellingen : was het niet beter geweest als je dit had gedaan ? Na een nederlaag komen altijd dezelfde vragen naar boven, dingen waar je niet eens bij stilstaat als je gewonnen hebt.
Wil je volgend jaar echt in tweede klasse werken ?
Als geen eersteklasser me wil, dan liever werken in tweede dan de hele dag thuis zitten. Ook al wil ik op een dag graag een Belgische topclub trainen. Als je vijftien jaar aan de top voetbalde, ben je niet content met een twaalfde plaats als trainer. Maar ik zie het wel. Het weegt niet op me. Ik voel me niet rot als de telefoon weer een dag niet gerinkeld heeft. Vorige week hoorde ik dat Herman Helleputte anderhalf jaar zonder werk zat. En nu is hij weer happy. Het verandert snel in dit vak.
Hoeveel aanbiedingen van andere clubs kreeg je in die vier jaar en een half ?
Geen enkele. Na de eerste twee jaar werd mijn contract snel vernieuwd, het was voor iedereen duidelijk dat ik hier graag was. Vorig jaar informeerde Michel Preud’homme eens informeel namens Standard, maar daarna hoorde ik niets meer uit die hoek.
Verkoop je je goed ?
Dat weet ik niet. Ik heb zoiets van : dit zijn mijn uitslagen, dit is mijn manier van voetballen. Of nee… (herpakt zich ) Laat dat van die uitslagen maar vallen.
Ben je veranderd als trainer ?
Ik denk het niet. Ik kan wel eens streng zijn, maar ik ben niet een trainer waar een speler bang voor moet zijn. Ik ben niet de haardroger van GBA, hé. Ik heb niet graag dat ze elke dag druk me op leggen. Ik ga ervan uit dat je ook niet elke dag tegen spelers moet gaan zeuren of op tafel kloppen. Dat werkt eerder verlammend. Bij Club maakte ik het nooit mee dat er voortdurend druk gelegd werd. Terwijl we toch presteerden. Ik kan wel eens kwaad zijn op iemand, maar in principe zie ik ze allemaal graag.
Moeten ze jou ook graag zien ?
Ze moeten mij niet graag zien, ze moeten me respecteren.
Je laat wel een heel kerkhof van oudere spelers achter, die jij ernaast zet en voor wie het daarna afgelopen is.
Ik maak altijd een selectie voor het team, nooit tegen iemand. Moet ik als het tegen Beveren niet draait Bert D’Hont laten staan omdat het tegen zijn ex-club is ? Het makkelijkst is om een jongere speler naast het team te zetten dan een oudere, maar zo werkt het niet. Als die van 22 er volgens mij moet staan, zet ik die van 30 op de bank, of omgekeerd. Je moet in elk geval geen trainer worden als je veel vrienden wil maken. Je verliest er meer dan je er bij krijgt. Dat is wel jammer, maar het zal in andere domeinen ook wel zo gaan naarmate je ouder wordt, zeker ? In het geval van Degryse is de band hechter dan toen we samenspeelden. Daar ben ik blij om, want ik weet dat het ook omgekeerd had kunnen gaan.
Heeft de samenwerking met Ajax je een dosis Amsterdams zelfbewustzijn bijgebracht ?
Ik heb toch als Belgische trainer de telefoonnummers van Leo Beenhakker en Tony Bruins Slot op zak. Onze gesprekken leerden me dat hun visie op voetbal niet zo heel fel afwijkt van de onze. Ze durven wel meer. Als zij moeten kiezen tussen een speler van 17 en één van 28, brengen zij de jonge speler omdat ze ervan uitgaan dat jonge voetballers makkelijk meegaan in het algemeen niveau van het team.
Jelle Van Damme, bijvoorbeeld.
Dat is een slecht voorbeeld. Ik had voor één positie de keuze tussen twee onervaren spelers : één van 17 of één van 18. Ik koos voor die van 18, Monteyne.
Vier jaar lang had je de indruk dat er telkens méér in GBA zat dan je er uithaalde.
Zijn de spelers uit mijn eerste jaar – Hofmans, Smidts, Karagiannis, Van der Heyden, Severeyns – gemiddeld vijf jaar jonger, dan eindigen we dat seizoen in de topvijf. Maar nooit hadden we een ploeg die via competitie in aanmerking kwam voor Europees voetbal. Als iemand het anders stelt, ben ik daar niet mee akkoord.
Is Franky Van der Elst als trainer een garantie voor succes ?
Niemand is een garantie voor succes. Ik denk dat ik een goeie trainer kan zijn. Na het eerste jaar namen we afscheid van Herman Helleputte. Een uur na zijn vertrek belt hij me op : Franky, je bent een goeie trainer. Dat heeft mij veel plezier gedaan. Ik bedoel : hij moest dat niet zeggen, hé. Er zijn zo’n paar uitspraken van sommige mensen die je onthoudt, omdat je bedenkt dat ze dat niet zomaar gaan zeggen.
Je hoort wel weinig spelers jouw naam noemen als een trainer die hen mee gemaakt heeft tot wat ze zijn.
Vooral trainers kloppen zich op de borst als ze verwijzen naar sommige spelers, van wie ze beweren dat ze die veel bijgeleerd hebben. Ik snap dat niet. Ik durf zeggen dat ik mezelf gemaakt heb. Ik zou niet weten wat mijn trainers mij bijgeleerd hebben. Geen enkele van mijn trainers heeft me iets geleerd. Ze hebben me kansen gegeven, Borremans bij RWDM en Houwaart bij Club. Zoals ik nu een kans gaf aan Kpaka. Maar ik heb Paul geen goals leren maken. Dat kon hij al. Dat hadden ze mij moeten leren, goals maken (grinnikt). Ik pikte zelf de dingen op. Trainers zijn heel belangrijk voor het collectief. Binnen dat geheel moet je een speler in een klimaat brengen waarin hij zichzelf kan zijn. Je kan wel eens aangeven dat iemand beter iets anders aanpakt. Er voor zorgen dat als er een bal aankomt, die meteen daar ligt en niet nog twee keer botst. Maar dat hebben ze tegen mij nooit gezegd, hoor. Tegen Ceulemans evenmin. Een speler maakt zichzelf.
Als je zoiets zegt en een speler vraagt : hoe moet ik dat doen ?
Dan doe ik het nog eens even voor.
door Geert Foutré
‘Nooit hadden we een ploeg die via de competitie in aanmerking kwam voor Europees voetbal.’
‘Mijn spelers moeten mij niet graag zien. Ze moeten me respecteren.’